Overwinnaar, Verliezer, Zoon

Text
Aus der Reihe: Over Kronen en Glorie #8
0
Kritiken
Leseprobe
Als gelesen kennzeichnen
Wie Sie das Buch nach dem Kauf lesen
Overwinnaar, Verliezer, Zoon
Schriftart:Kleiner AaGrößer Aa

OVERWINNAAR, VERLIEZER, ZOON

(OVER KRONEN EN GLORIE--BOEK 8)

MORGAN RICE

Morgan Rice

Morgan Rice is de #1 bestverkopende en USA Today bestverkopende auteur van de epische fantasy serie DE TOVENAARSRING, die bestaat uit zeventien boeken; van de #1 bestverkopende serie DE VAMPIERVERSLAGEN, die bestaat uit twaalf boeken; van de #1 bestverkopende serie DE SURVIVAL TRILOGIE, een post-apocalyptische actiethriller bestaande uit drie boeken; van de epische fantasy serie KONINGEN EN TOVENAARS, die bestaat uit zes boeken; van de nieuwe epische fantasy serie OVER KRONEN EN GLORIE, die bestaat uit acht boeken; van de nieuwe epische fantasy serie EEN TROON VOOR ZUSTERS, die momenteel bestaat uit vijf boeken; en van de nieuwe science fiction serie DE INVASIE KRONIEKEN. Morgans boeken zijn verkrijgbaar in audio en print edities, en vertalingen van de boeken zijn verkrijgbaar in meer dan 25 talen.

Morgan hoort graag van je, dus breng gerust een bezoekje aan www.morganricebooks.com om je in te schrijven voor de nieuwsbrief, een gratis boek te ontvangen, gratis giveaways te ontvangen, de gratis app te downloaden, op de hoogte te blijven van het laatste nieuws, en via Facebook en Twitter in contact te blijven!

Geselecteerde bijvalsbetuigingen voor Morgan Rice

“Als je dacht dat er geen reden meer was om te leven na het einde van DE TOVENAARSRING serie, dan had je het mis. Met DE OPKOMST VAN DE DRAKEN komt Morgan Rice wederom met wat een briljante nieuwe serie belooft te zijn. We worden verzwolgen door een fantasie over trollen en draken, moed, eer, magie en geloof in je lotsbestemming. Morgan is er weer in geslaagd om sterke personages neer te zetten, voor wie we op elke pagina juichen… Aanbevolen voor de permanente bibliotheek van iedereen die houdt van een goed geschreven fantasy novel.”

--Books and Movie Reviews, Roberto Mattos

“Een fantasy vol actie, die ongetwijfeld fans van Morgan Rice’s voorgaande novels zal bekoren, evenals fans van werken zoals THE INHERITANCE CYCLE van Christopher Paolini… Fans van Young Adult fictie zullen dit meest recente werk van Rice verslinden en smeken om meer.”

--The Wanderer, A Literary Journal (over De Opkomst van de Draken)

“Een fantasy waarbij elementen van mysterie en intriges in de verhaallijn zijn verweven. Een Zoektocht van Helden draait om moed en om het besef dat een levensdoel leidt tot groei, volwassenheid, en excellentie… Voor degenen die op zoek zijn naar stevige fantasy avonturen bieden de protagonisten en de actie een krachtige verzamelingen ontmoetingen die zich richten op Thors evolutie van een dromerig kind naar een jonge volwassene, met onmogelijke overlevingskansen… Het begin van een veelbelovende epische tienerserie.”

--Midwest Book Review (D. Donovan, eBook Reviewer)

“DE TOVENAARSRING heeft alle ingrediënten voor direct succes: samenzweringen, intriges, mysterie, dappere ridders en opbloeiende relaties, compleet met gebroken harten, bedrog en verraad. Het zal je urenlang boeien, en is geschikt voor alle leeftijden. Aanbevolen voor de permanente collectie van alle liefhebbers van fantasy.”

--Books and Movie Reviews, Roberto Mattos

“In dit met actie gevulde eerste boek uit de epische Tovenaarsring serie (die nu 14 boeken bevat), stelt Rice de lezers voor aan de 14-jarige Thorgrin “Thor” McLeod, die ervan droomt om zich aan te sluiten bij de krijgsmacht van de Zilveren, de elite ridders die de koning dienen… Rice schrijft goed en de premisse is intrigerend.”

--Publishers Weekly

Boeken door Morgan Rice

DE INVASIE KRONIEKEN

TRANSMISSIE (Boek #1)

AANKOMST (Boek #2)

DE WEG VAN STAAL

ALLEEN DE WAARDIGE (Boek #1)

EEN TROON VOOR ZUSTERS

EEN TROON VOOR ZUSTERS (Boek #1)

EEN HOF VOOR DIEVEN (Boek #2)

EEN LIED VOOR WEZEN (Boek #3)

OVER KRONEN EN GLORIE

SLAAF, KRIJGER, KONINGIN (Boek #1)

REBEL, GEVANGENE, PRINSES (Boek #2)

RIDDER, ERFGENAAM, PRINS (Boek #3)

OPSTANDELING, PION, KONING (Boek #4)

SOLDAAT, BROEDER, TOVENAAR (Boek #5)

HELD, VERRADER, DOCHTER (Boek #6)

HEERSER, RIVAAL, BANNELING (Boek #7)

OVERWINNAAR, VERLIEZER, ZOON (Boek #8)

KONINGEN EN TOVENAARS

DE OPKOMST VAN DE DRAKEN (Boek #1)

DE OPKOMST VAN DE HELDHAFTIGE (Boek #2)

DE ZWAARTE VAN EER (Boek #3)

EEN SMIDSVUUR VAN MOED (Boek #4)

EEN RIJK VAN SCHADUWEN (Boek#5)

NACHT VAN DE DAPPEREN (Boek #6)

DE TOVENAARSRING

EEN ZOEKTOCHT VAN HELDEN (Boek #1)

EEN MARS VAN KONINGEN (Boek #2)

EEN LOT VAN DRAKEN (Boek #3)

EEN SCHREEUW VAN EER (Boek #4)

EEN GELOFTE VAN GLORIE (Boek #5)

EEN AANVAL VAN MOED (Boek #6)

EEN RITE VAN ZWAARDEN (Boek #7)

EEN GIFT VAN WAPENS (Boek #8)

EEN HEMEL VAN SPREUKEN (Boek #9)

EEN ZEE VAN SCHILDEN (Boek #10)

EEN BEWIND VAN STAAL (Boek #11)

EEN LAND VAN VUUR (Boek #12)

EEN HEERSCHAPPIJ VAN KONINGINNEN (Boek #13)

EEN EED VAN BROEDERS (Boek #14)

EEN DROOM VAN STERVELINGEN (Boek #15)

EEN TOERNOOI VAN RIDDERS (Boek #16)

DE GAVE VAN STRIJD (Boek #17)

DE SURVIVAL TRILOGIE

ARENA ÉÉN: SLAVENDRIJVERS (Boek #1)

ARENA TWEE (Boek #2)

ARENA DRIE (Boek #3)

VAMPIER, GEVALLEN

VOOR ZONSOPKOMST (Boek #1)

DE VAMPIERVERSLAGEN

VERANDERD (Boek #1)

GELIEFD (Boek #2)

VERRADEN (Boek #3)

VOORBESTEMD (Boek #4)

BEGEERD (Boek #5)

VERLOOFD (Boek #6)

GEZWOREN (Boek #7)

GEVONDEN (Boek #8)

Wil jij ook gratis boeken?

Schrijf je in voor de e-mail lijst van Morgan Rice en ontvang 4 gratis boeken, 3 gratis kaarten, 1 gratis app, 1 gratis game, 1 gratis graphic novel, en exclusieve giveaways! Om je in te schrijven ga je naar:

www.morganricebooks.com

Copyright © 2017 door Morgan Rice. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de V.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of overgedragen worden, in wat voor vorm dan ook, of worden opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder de voorafgaande toestemming van de auteur.

Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.

Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.

Omslagafbeelding Copyright Captblack76, gebruikt onder licentie van shutterstock.com.

INHOUD

HOOFDSTUK EEN

HOOFDSTUK TWEE

HOOFDSTUK DRIE

HOOFDSTUK VIER

HOOFDSTUK VIJF

HOOFDSTUK ZES

HOOFDSTUK ZEVEN

HOOFDSTUK ACHT

HOOFDSTUK NEGEN

HOOFDSTUK TIEN

HOOFDSTUK ELF

HOOFDSTUK TWAALF

HOOFDSTUK DERTIEN

HOOFDSTUK VEERTIEN

HOOFDSTUK VIJFTIEN

HOOFDSTUK ZESTIEN

HOOFDSTUK ZEVENTIEN

HOOFDSTUK ACHTTIEN

HOOFDSTUK NEGENTIEN

HOOFDSTUK TWINTIG

HOOFDSTUK EENENTWINTIG

HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG

HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG

HOOFDSTUK VIERENTWINTIG

 

HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG

HOOFDSTUK ZESENTWINTIG

HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG

HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG

HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG

HOOFDSTUK DERTIG

HOOFDSTUK EENENDERTIG

HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG

HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG

HOOFDSTUK VIERENDERTIG

HOOFDSTUK VIJFENDERTIG

HOOFDSTUK ZESENDERTIG

EPILOOG

HOOFDSTUK EEN

Thanos dook omlaag toen er een pijl langs hem heen suisde en hoorde hem afketsen tegen de stenen muren van één van de huizen op Haylon. Hij haastte zich terug door de straten, kwam bij een splitsing en draaide zich om, zijn zwaard in zijn hand.

Vanaf de ene kant naderde een half dozijn van de voormalige mannen van Heer West, van de andere kant soldaten van het voormalige Rijk. Ondertussen stroomden de soldaten van het eiland de omringende huizen uit. Ze dreven de soldaten uit Felldust klem, en Thanos viel aan.

Thanos stak met zijn zwaard over het schild van een man heen, draaide om zijn as om een aanval te pareren die op een man naast hem was gericht, en trapte een derde soldaat naar achteren terwijl Heer Justin in de opening stapte en een ander doodde.

“Je maakt er een gewoonte van om me te redden,” zei Thanos in een kortstondige pauze.

“Blijf vechten en we staan quitte,” antwoordde Justin.

Dat kon Thanos wel. Hij ving een bijl op met zijn zwaard en hield hem opzij zodat één van de soldaten van het Rijk de man neer kon steken. Daarna nam bij de bijl in zijn andere hand.

Er kwamen meer vijanden aan nu. Ze stroomden de ruimte in en begonnen te beseffen dat er verdedigers waren. Dat betekende dat het tijd was om weer te verdwijnen.

“Terugtrekken!” schreeuwde hij, en de mannen renden één van de huizen in, om vervolgens in een andere straat uit te komen. Thanos zag Generaal Haven naast zich rennen. Het gezicht van de oude man was rood van de inspanning.

“Moet je niet een minder… energetische plek zoeken om te vechten, Generaal?” vroeg Thanos.

Haven wierp hem een dreigende blik toe. “Vertel me niet wat ik moet doen, jongeman! Jij bent mijn prins niet!”

Ondanks zijn geklaag leek de oude generaal blij te zijn dat hij naast Thanos en Justin kon vechten. Ze vochten zich een stenen trap op, en vervolgden hun weg over de daken in de stad. Het was onmogelijk om te zien waar alle soldaten vandaan kwamen; Thanos kon alleen maar zien dat de mannen die het eiland verdedigden dat met moed en volhardendheid deden.

Vanaf de daken had hij zicht op de vloot die het eiland aanviel, niet zo groot als de invasievloot die naar Delos was gekomen, maar nog altijd enorm. De vloot verspreidde zich rond de haven als een donkere vlek op het water, en er kwamen steeds meer soldaten aan land.

Hun enige hoop was toeslaan en terugtrekken, groepjes aanvallers uit de tent lokken en hen overrompelen met meer soldaten, alvorens dieper de stad in te vluchten. De krijgers van Haylon leken maar al te goed bekend met dergelijke tactieken, maar Thanos was verrast door hoe goed de voormalige soldaten van het Rijk ze wisten toe te passen. Dat had waarschijnlijk iets te maken met het feit dat ze maandenlang in de heuvels van het eiland waren opgejaagd.

“Deze kant op,” zei Haven, en Thanos volgde de generaal. Hij kende het eiland waarschijnlijk het beste. Thanos wenste dat Akila of Iakos er was, maar de plaatsvervangende leider van Haylon was dood, en Akila was te ernstig gewond om te kunnen rennen.

Thanos zag een aantal straten die hij herkende, en gebaarde naar de generaal.

“Hier,” riep hij. “De stegen.”

Tot zijn verrassing volgden ze hem. Ze renden door smalle steegjes en namen weer een bocht. Een aantal van de mannen van Heer Justin zagen eruit alsof ze wilden omkeren om de vijand aan te vallen, maar Thanos hield hen tegen.

“Wacht ze op,” zei Thanos. “We kunnen beter verdedigen als we aan deze kant staan, en… nou, let maar op.”

Ondanks het feit dat ze hem nog niet goed kenden, bleven de mannen in positie. De soldaten van Felldust vielen aan, en op dat moment duwden de wachtende eilandbewoners de muren aan weerszijde van de steeg in, en werden ze overvallen door een regen van puin.

“Iakos heeft in de halve stad valstrikken geplaatst,” legde Thanos uit. Hij hijgde hard nu, en wenste dat ze even konden pauzeren. Maar in een strijd als deze was daar geen tijd voor.

“Kom op, we moeten in beweging blijven.”

Ze baanden zich een weg tussen struikeldraden en vallen door.

“Dit is een smerige manier van vechten,” zei Heer Justin.

Thanos legde een hand op zijn schouder. Hij begreep wat de andere man doormaakte. De voormalige plaatsvervanger van Heer West was gewend aan directe aanvallen en zorgvuldig georganiseerde duellen, niet aan gevechten in steegjes.

“We doen wat we moeten doen om te winnen,” zei hij. Thanos kon zich een tijd herinneren waar hij voorzichtig had gevochten zodat hij zijn tegenstanders niet zou doden, een tijd waarin hij op een eervolle manier had gestreden. Dat leek nu wel een eeuwigheid geleden. “We beschermen onze familie en vrienden. We beschermen de mensen van Haylon, en de mensen uit het Rijk.”

Hij zag de krijgers knikken. Toen verdwenen ze weer tussen de huizen, om de naderende strijdmachten voor te blijven.

Dat was het meest zorgwekkende van dit alles. Bij elke confrontatie gaven ze terrein op, niet in staat om stand te houden tegen zoveel tegenstanders. Zelfs toen Thanos zich weer omdraaide en een speer opzij sloeg zodat hij zijn zwaard diep in zijn tegenstander kon boren, deed hij het alleen maar zodat hij weer kon vluchten, en zich kon terugtrekken naar de volgende verzamelplek tussen de huizen.

Het leek niet meer op vechten om te winnen, eerder op simpelweg de nederlaag zo lang mogelijk uitstellen.

Thanos stond achter een barricade in de stad toen er een boodschapper verscheen uit een nabijgelegen deuropening. Thanos had hem bijna doorboord, maar slaagde erin om zichzelf op tijd tegen te houden.

“Akila zegt dat het tijd is dat de laatste mensen zich uit de stad terugtrekken. Eén van de stranden aan de andere kant van het eiland is gevallen, en we hebben iedereen nodig om de bergpassen te verdedigen.”

Thanos knikte en probeerde zijn teleurstelling te verbergen. Hij had geweten dat dit onvermijdelijk was, al sinds de troepen van Felldust de havenpoorten hadden opengebroken. Maar hij had gehoopt dat dat was omdat ze alles in die aanval hadden gestopt. Als ze ook in staat waren om de stranden te bezetten, zag het er nog slechter uit dan hij had gedacht.

“Terugtrekken naar de heuvels!” riep hij, en de mannen om hem heen keken even verrast op, om er vervolgens vandoor te gaan in de richting van de bergpassen. De mannen van Generaal Haven waren net zo snel als de mannen van Haylon, en kenden duidelijk hun weg door de bergen. De voormalige mannen van Heer West volgden Thanos op de voet. Hij hoopte alleen dat hij hen niet de dood in leidde.

Ze bereikten de rotswanden en bergpassen aan de rand van de stad. Er stonden mannen met sloophamers bij grote houten wiggen te wachten. Thanos vermoedde dat als de mannen uit Felldust hier waren, de rotswanden naar beneden zouden komen en een natuurlijke muur zouden vormen. Thanos vermoedde ook dat tenzij ze het heel goed beoordeeld hadden, de mannen het risico liepen om zelf onder de rotsen begraven te worden. Ze riskeerden hun levens om de vijand te vertragen.

Thanos kon het hen niet alleen laten doen.

Hij greep één van de hamers en negeerde de geschokte blik van de man naast zich terwijl hij zijn troepen door de pas zag filteren. Er volgden meer van Haylons krijgers, en nog meer, maar nu kon Thanos de mannen uit Felldust zien, die hen op de hielen zaten.

Hij moest aan Ceres denken. Hij hoopte dat haar zoektocht haar beter afging dan hun strijd op het eiland. Hij wilde nog zoveel met haar doen, en als hij hier stierf, zou dat nooit gebeuren. Maar hij kon niet toekijken en deze mannen hun levens alleen laten riskeren.

“We moeten nu handelen,” zei één van de mannen.

Thanos schudde zijn hoofd. “Nog niet. Er komen nog meer mannen.”

“Maar als Felldust erdoor komt…”

“Nog niet,” herhaalde Thanos.

De krijgers bleven komen, en Thanos liet zoveel mogelijk van zijn eigen mensen door. Toen de eerste krijger uit Felldust op hem afkwam, pareerde Thanos de aanval met het heft van zijn sloopkamer en sloeg terug. Hij voelde ribben meegeven onder de klap. Er kwam nog een krijger naar voren, en Haven sloeg de man neer.

“Dit is geen plek voor u, mijn prins,” zei hij.

“Ik dacht dat je zei dat ik je prins niet was,” merkte Thanos op.

Hij hoorde de man zuchten. “Dat bent u ook niet, maar u heeft gelijk. Ik kwam naar dit eiland om mensen af te slachten. Tijd om iets meer te doen.”

Hij knikte, en Thanos voelde hoe sterke handen zich rond zijn armen sloten. Een stel soldaten van het Rijk trokken hem naar achteren, terwijl Haven de hamer oppakte die Thanos had vastgehouden.

“Haven, niet doen,” zei Thanos.

Maar het was al te laat. De oude generaal haalde uit met de hamer, samen met de gekozen mannen van Haylon. Hij sloeg de hamer met de kracht van een veel jongere man tegen de wig aan, en de rotsen boven hem kraakten.

Toen ze meegaven, was het als onweer. De hele wereld leek onder de regen van rotsen te verdwijnen. Generaal Haven verdween onder die lawine, en het enige dat er achterbleef was een solide muur van rotsen.

Thanos staarde er vol ontzag naar.

Toch wist hij dat het hen slechts een beetje tijd had gewonnen.

Haylon was verloren.

Hij hoopte maar dat het Ceres makkelijker afging.

HOOFDSTUK TWEE

Ceres keek vanuit de kuil op naar de cirkel halfdode tovenaars die erom heen stonden, en probeerde haar angst te verbergen. Ze keek hen uitdagend aan en klemde haar vingers rond de gevesten van haar zwaarden, wachtend. Ze zou hen niet laten zien hoe bang ze was hier beneden.

“Je had ons kunnen bevrijden,” zei hun leider in een stem die als oud papier klonk.

“Zodat jullie alles konden verwoesten,” riep Ceres terug. “Nooit.”

“Dan nemen we je bloed, zodat we in elk geval een tijdje kunnen zijn zoals we ooit waren.”

Ceres stond daar, wachtend. Wie van hen zou als eerst aanvallen? Zouden ze gewoon hun magie op de kuil afvuren en haar verwoesten? Nee, dat konden ze niet, of wel? Niet als ze haar bloed nodig hadden. Toen kreeg ze een idee. Een idee dat haar uit deze kuil zou kunnen krijgen. Het was echter wel gevaarlijk. Heel gevaarlijk.

“Denken jullie dat ik bang voor jullie ben?” wilde Ceres weten. “Ik heb al vaker in kuilen gevochten. Kom op, jullie allemaal.”

Het zou niet werken tenzij ze allemaal op haar af kwamen. Toch was ze doodsbang toen ze zich stilletjes lieten vallen en op het harde gesteente van de kuil landden, waarna ze op haar af kwamen.

Ceres sneed en bewoog. Er was heel weinig ruimte in de kuil, waardoor ze het risico liep overweldigd te worden door hun aantallen. Ze sneed een hand af die naar haar graaide, dook onder klauwen door die naar haar keel maaiden. Ze voelde een hand langs haar zij schrapen en trapte de tovenaar naar achteren.

Ze waren niet zo sterk als eerst. Ceres vermoedde dat ze meer kracht hadden verbruikt dan de bedoeling was toen ze magie naar haar hadden gegooid. Ze bleef vechten en ontwijken, wachtend op het moment dat ze stonden hoe ze hen wilde hebben.

Ceres zag het, en ze aarzelde geen seconde. Ze had wellicht geen superieure kracht en snelheid meer, maar ze was nog altijd snel en sterk genoeg. Ze dwong één van de tovenaars op zijn knieën, gooide haar zwaarden de kuil uit en gebruikte zijn rug als een springplank. Ze zette zich af van de schouders van de volgende vijand, en sprong met alles dat ze had naar de rand van de kuil. Als ze het verkeerd berekende, had ze zojuist de enige wapens die ze had om zichzelf te beschermen weggegooid.

 

Ze klapte tegen de stenen wand van de kuil aan, en haar vingers klemden zich om de rand. Ze worstelde om zichzelf omhoog te trekken. Ceres voelde iets naar haar been graaien, en schopte instinctief van zich af. Ze voelde het geraak van bot toen haar voet de schedel van een tovenaar raakte. Die duw was alles dat ze nodig had om verder omhoog te klimmen, en al snel trok Ceres zichzelf over de rand van de kuil waar ze in was gevallen.

Ze griste haar zwaarden van de grond en ging staan, terwijl de tovenaars krijsten van woede.

“We zullen je volgen!” beloofden ze.

Eén van hen brulde van woede en wierp magie haar kant op. Ceres ontweek het, maar het was alsof dat het teken voor de anderen was om ook met magie te gaan smijten. Ze werd achtervolgd door vlammen en bliksem terwijl ze de ruimte uit rende. Ceres hoorde de muren achter zich kraken. Er begonnen kleine rotsen te vallen, toen grotere.

Wanhopig rende Ceres verder. De rotsen vielen om haar heen en ketsten van de vloer af, of rolden verder. Ze wierp zichzelf naar voren. Toen ze overeind krabbelde, zag ze dat de tunnel die achter haar lag nu geblokkeerd was.

Zou dat de voormalige tovenaars tegenhouden? Waarschijnlijk niet voor eeuwig. Als ze niet konden sterven, zouden ze er uiteindelijk wel doorheen breken. Maar dat was niet hetzelfde als haar nu opjagen. Ze was nu in ieder geval veilig.

Ze vervolgde haar weg door de tunnels. Ze wist niet welke kant ze op moest, maar volgde instinctief de zachte gloed van het licht in de grotten. Voor zich zag Ceres de tunnel uitkomen in een bredere ruimte, waar stalactieten aan het plafond hingen. Ze hoorde het geluid van water, en tot haar verrassing zag Ceres een brede stroom door de ruimte heen lopen.

Er bevond zich een kleine steiger waar een kleine boot aan was vastgebonden. Ceres had het vermoeden dat de boot daar al langer lag dan ze voor mogelijk kon houden, maar toch zag ze er op de één of andere manier nog sterk genoeg uit. Stroomafwaarts zag Ceres een licht dat ze niet in de rest van de tunnels had gezien, en ze wist dat ze daar heen moest. Ze klom in de boot, maakte het touw los en liet zich meevoeren door de stroming. Het water klotste tegen de zijkanten van het kleine vaartuig, en Ceres voelde de spanning in zich stijgen. In een andere situatie zou ze zich zorgen hebben gemaakt over een stroming als deze, denkend dat ze uit zou komen bij een waterkering, of erger nog, een waterval. Maar nu voelde het alsof de stroming een eigen bewustzijn had, gecreëerd om haar naar haar doel te brengen.

De boot gleed door een tunnel die zo smal was dat Ceres de rotswanden aan weerszijden kon aanraken. Ze zag een licht voor zich, fel na het gedimde licht in de grot. De tunnel maakte plaats voor een ruimte waar geen rotsen en stenen meer waren. In een ruimte die gewoon een grot had moeten zijn, dreef Ceres ineens door een idyllisch landschap.

Ceres herkende het werk van de Ouden onmiddellijk. Alleen zij konden zoiets creëren. De tovenaars hadden dan misschien de kracht om een illusie te creëren, maar dit voelde echt; ze kon het verse gras en de dauwdruppels zelfs ruiken. De boot botste zachtjes tegen de oever, en Ceres zag een uitgestrekt weiland voor zich liggen, gevuld met wilde bloemen waar een zoete, delicate geur vanaf kwam. Sommigen van hen leken met haar mee te bewegen terwijl ze langsliep, en Ceres voelde de scherpe doorns langs haar benen snijden.

Daarna trokken de bloemen zich echter terug. Wat voor verdedigingen er hier ook waren, ze waren niet bedoeld om haar buiten te houden.

Het duurde even voor het tot Ceres doordrong dat er twee vreemde dingen waren aan de plek waar ze doorheen liep. Nou ja, vreemder dan een landschap midden in een grottencomplex.

Het eerste was de manier waarop de visioenen van het verleden gestopt waren. In de andere tunnels hadden ze in en uit het bestaan geflikkerd, en lieten ze steeds opnieuw de laatste aanval van de Ouden op de tovenaars zien. Hier leek de wereld niet vast te zitten tussen twee punten. Hier was het vredig en gefixeerd, zonder die constante verschuivingen in de tijd.

Het tweede dat haar opviel was de koepel van licht die in het hart van het landschap oprees, een goud glinsterend contrast tegen de groene omgeving. De lichtkoepel was zo groot als een huis, of de tent van een belangrijke nomade, maar leek bijna helemaal uit energie te bestaan. Terwijl ze ernaar keek, dacht ze eerst dat de koepel een schild of een muur was, maar toen besefte Ceres dat het meer was. Het was een levende plek, een thuis.

Het was ook de plek waar ze zou kunnen vinden wat ze zocht. Voor het eerst sinds ze het thuis van de tovenaars had betreden, durfde Ceres hoop te voelen.

Misschien was dit de plek waar ze haar krachten terug kon vinden.

Misschien kon ze Haylon toch nog redden.