Heerser, Rivaal, Banneling

Text
Aus der Reihe: Over Kronen en Glorie #7
0
Kritiken
Leseprobe
Als gelesen kennzeichnen
Wie Sie das Buch nach dem Kauf lesen
Heerser, Rivaal, Banneling
Schriftart:Kleiner AaGrößer Aa

HEERSER, RIVAAL, BANNELING

(OVER KRONEN EN GLORIE--BOEK 7)

MORGAN RICE

Morgan Rice

Morgan Rice is de #1 bestverkopende en USA Today bestverkopende auteur van de epische fantasy serie DE TOVENAARSRING, die bestaat uit zeventien boeken; van de #1 bestverkopende serie DE VAMPIERVERSLAGEN, die bestaat uit twaalf boeken; van de #1 bestverkopende serie DE SURVIVAL TRILOGIE, een post-apocalyptische actiethriller bestaande uit drie boeken; van de epische fantasy serie KONINGEN EN TOVENAARS, die bestaat uit zes boeken; van de nieuwe epische fantasy serie OVER KRONEN EN GLORIE, die bestaat uit acht boeken; van de nieuwe epische fantasy serie EEN TROON VOOR ZUSTERS, die momenteel bestaat uit vijf boeken; en van de nieuwe science fiction serie DE INVASIE KRONIEKEN. Morgans boeken zijn verkrijgbaar in audio en print edities, en vertalingen van de boeken zijn verkrijgbaar in meer dan 25 talen.

Morgan hoort graag van je, dus breng gerust een bezoekje aan www.morganricebooks.com om je in te schrijven voor de nieuwsbrief, een gratis boek te ontvangen, gratis giveaways te ontvangen, de gratis app te downloaden, op de hoogte te blijven van het laatste nieuws, en via Facebook en Twitter in contact te blijven!

Geselecteerde bijvalsbetuigingen voor Morgan Rice

“Als je dacht dat er geen reden meer was om te leven na het einde van DE TOVENAARSRING serie, dan had je het mis. Met DE OPKOMST VAN DE DRAKEN komt Morgan Rice wederom met wat een briljante nieuwe serie belooft te zijn. We worden verzwolgen door een fantasie over trollen en draken, moed, eer, magie en geloof in je lotsbestemming. Morgan is er weer in geslaagd om sterke personages neer te zetten, voor wie we op elke pagina juichen… Aanbevolen voor de permanente bibliotheek van iedereen die houdt van een goed geschreven fantasy novel.”

--Books and Movie Reviews, Roberto Mattos

“Een fantasy vol actie, die ongetwijfeld fans van Morgan Rice’s voorgaande novels zal bekoren, evenals fans van werken zoals THE INHERITANCE CYCLE van Christopher Paolini… Fans van Young Adult fictie zullen dit meest recente werk van Rice verslinden en smeken om meer.”

--The Wanderer, A Literary Journal (over De Opkomst van de Draken)

“Een fantasy waarbij elementen van mysterie en intriges in de verhaallijn zijn verweven. Een Zoektocht van Helden draait om moed en om het besef dat een levensdoel leidt tot groei, volwassenheid, en excellentie… Voor degenen die op zoek zijn naar stevige fantasy avonturen bieden de protagonisten en de actie een krachtige verzamelingen ontmoetingen die zich richten op Thors evolutie van een dromerig kind naar een jonge volwassene, met onmogelijke overlevingskansen… Het begin van een veelbelovende epische tienerserie.”

--Midwest Book Review (D. Donovan, eBook Reviewer)

“DE TOVENAARSRING heeft alle ingrediënten voor direct succes: samenzweringen, intriges, mysterie, dappere ridders en opbloeiende relaties, compleet met gebroken harten, bedrog en verraad. Het zal je urenlang boeien, en is geschikt voor alle leeftijden. Aanbevolen voor de permanente collectie van alle liefhebbers van fantasy.”

--Books and Movie Reviews, Roberto Mattos

“In dit met actie gevulde eerste boek uit de epische Tovenaarsring serie (die nu 14 boeken bevat), stelt Rice de lezers voor aan de 14-jarige Thorgrin “Thor” McLeod, die ervan droomt om zich aan te sluiten bij de krijgsmacht van de Zilveren, de elite ridders die de koning dienen… Rice schrijft goed en de premisse is intrigerend.”

--Publishers Weekly

Boeken door Morgan Rice

DE INVASIE KRONIEKEN

TRANSMISSIE (Boek #1)

AANKOMST (Boek #2)

DE WEG VAN STAAL

ALLEEN DE WAARDIGE (Boek #1)

EEN TROON VOOR ZUSTERS

EEN TROON VOOR ZUSTERS (Boek #1)

EEN HOF VOOR DIEVEN (Boek #2)

EEN LIED VOOR WEZEN (Boek #3)

OVER KRONEN EN GLORIE

SLAAF, KRIJGER, KONINGIN (Boek #1)

REBEL, GEVANGENE, PRINSES (Boek #2)

RIDDER, ERFGENAAM, PRINS (Boek #3)

OPSTANDELING, PION, KONING (Boek #4)

SOLDAAT, BROEDER, TOVENAAR (Boek #5)

HELD, VERRADER, DOCHTER (Boek #6)

HEERSER, RIVAAL, BANNELING (Boek #7)

OVERWINNAAR, VERLIEZER, ZOON (Boek #8)

KONINGEN EN TOVENAARS

DE OPKOMST VAN DE DRAKEN (Boek #1)

DE OPKOMST VAN DE HELDHAFTIGE (Boek #2)

DE ZWAARTE VAN EER (Boek #3)

EEN SMIDSVUUR VAN MOED (Boek #4)

EEN RIJK VAN SCHADUWEN (Boek#5)

NACHT VAN DE DAPPEREN (Boek #6)

DE TOVENAARSRING

EEN ZOEKTOCHT VAN HELDEN (Boek #1)

EEN MARS VAN KONINGEN (Boek #2)

EEN LOT VAN DRAKEN (Boek #3)

EEN SCHREEUW VAN EER (Boek #4)

EEN GELOFTE VAN GLORIE (Boek #5)

EEN AANVAL VAN MOED (Boek #6)

EEN RITE VAN ZWAARDEN (Boek #7)

EEN GIFT VAN WAPENS (Boek #8)

EEN HEMEL VAN SPREUKEN (Boek #9)

EEN ZEE VAN SCHILDEN (Boek #10)

EEN BEWIND VAN STAAL (Boek #11)

EEN LAND VAN VUUR (Boek #12)

EEN HEERSCHAPPIJ VAN KONINGINNEN (Boek #13)

EEN EED VAN BROEDERS (Boek #14)

EEN DROOM VAN STERVELINGEN (Boek #15)

EEN TOERNOOI VAN RIDDERS (Boek #16)

DE GAVE VAN STRIJD (Boek #17)

DE SURVIVAL TRILOGIE

ARENA ÉÉN: SLAVENDRIJVERS (Boek #1)

ARENA TWEE (Boek #2)

ARENA DRIE (Boek #3)

VAMPIER, GEVALLEN

VOOR ZONSOPKOMST (Boek #1)

DE VAMPIERVERSLAGEN

VERANDERD (Boek #1)

GELIEFD (Boek #2)

VERRADEN (Boek #3)

VOORBESTEMD (Boek #4)

BEGEERD (Boek #5)

VERLOOFD (Boek #6)

GEZWOREN (Boek #7)

GEVONDEN (Boek #8)

Wil jij ook gratis boeken?

Schrijf je in voor de e-mail lijst van Morgan Rice en ontvang 4 gratis boeken, 3 gratis kaarten, 1 gratis app, 1 gratis game, 1 gratis graphic novel, en exclusieve giveaways! Om je in te schrijven ga je naar:

www.morganricebooks.com

Copyright © 2017 door Morgan Rice. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de V.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of overgedragen worden, in wat voor vorm dan ook, of worden opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder de voorafgaande toestemming van de auteur.

Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.

Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.

Omslagafbeelding Copyright Leafsomen, gebruikt onder licentie van istock.com.

INHOUD

HOOFDSTUK EEN

HOOFDSTUK TWEE

HOOFDSTUK DRIE

HOOFDSTUK VIER

HOOFDSTUK VIJF

HOOFDSTUK ZES

HOOFDSTUK ZEVEN

HOOFDSTUK ACHT

HOOFDSTUK NEGEN

HOOFDSTUK TIEN

HOOFDSTUK ELF

HOOFDSTUK TWAALF

HOOFDSTUK DERTIEN

HOOFDSTUK VEERTIEN

HOOFDSTUK VIJFTIEN

HOOFDSTUK ZESTIEN

HOOFDSTUK ZEVENTIEN

HOOFDSTUK ACHTTIEN

HOOFDSTUK NEGENTIEN

HOOFDSTUK TWINTIG

HOOFDSTUK EENENTWINTIG

HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG

HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG

HOOFDSTUK VIERENTWINTIG

 

HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG

Opgedragen ter nagedachtenis aan Rebekah Barrett.

Een geweldige, liefdevolle ziel, wiens leven op deze aarde veel te kort was—en een ware vechter in haar eigen recht. Moge God je ziel vrede gunnen, en vrede voor Shania’s ziel en voor die van je fantastische moeder, Rhonda.

HOOFDSTUK EEN

Irrien genoot van vechten, van het gevoel dat hij kreeg bij de wetenschap dat hij sterker was dan zijn tegenstander—maar het aanschouwen van de nasleep van zijn overwinning was nog veel beter.

Hij liep door de ruïnes van Delos. Hij zag de plunderingen en luisterde naar het geschreeuw van de zwakkeren terwijl zijn mannen moordden en stalen, verkrachtten en vernielden. Nieuwe slaven liepen geboeid in rijen richting de haven, terwijl er op één van de pleinen al een markt was opgezet voor geplunderde goederen en gevangen genomen boeren. Hij dwong zichzelf om de pijn in zijn schouder te negeren. Zijn mannen mochten niet denken dat hij zwak was.

Een groot deel van de stad was nu verwoest, maar dat kon Irrien niet schelen. Wat kapot was kon gemaakt worden, zeker met voldoende slaven onder de zweep. De stad kon herbouwd worden in de vorm die hij wilde.

Natuurlijk waren er ook anderen die de nodige eisen hadden. Krijgers, priesters en anderen volgden hem nu als haaien die bloed roken. Er waren vertegenwoordigers van de andere Stenen van Felldust, die kakelden over de rollen die hun meesters in de plunderingen zouden kunnen vervullen. Er waren kooplieden die de meest gunstige tarieven wilden bieden om Irriens geplunderde goederen terug naar het land van het stof te brengen.

Irrien trachtte hen zoveel mogelijk te negeren, maar ze bleven maar komen.

“Eerste Steen,” sprak een figuur. Hij droeg de gewaden van een priester, compleet met een riem die was gemaakt van vingerbotjes, en heilige symbolen die met zilverdraad met zijn baard waren vervlochten. Een amulet dat bezet was met bloedstenen vertelde Irrien dat hij één van de belangrijkste mensen van zijn stand was.

“Wat is het dat je wil, heilige?” vroeg Irrien. Hij wreef afwezig over zijn schouder terwijl hij sprak, hopend dat niemand zou raden waarom hij dat deed.

De priester spreidde zijn handen, die getatoeëerd waren met runen die dansten met elke beweging van zijn vingers.

“Het gaat niet om wat ik wil, maar om wat de goden vragen. Zij hebben ons de overwinning geschonken. Het is niet meer dan gepast om hen met een fatsoenlijk offer te bedanken.”

“Zeg je nu dat de overwinning niet te danken is aan de kracht van mijn leger?” wilde Irrien weten. Hij liet de dreiging in zijn stem sijpelen. Hij gebruikte de priesters wanneer het hem uitkwam, maar hij zou niet toelaten dat ze controle over hem kregen.

“Zelfs de sterksten moeten de gunsten van de goden erkennen.”

“Ik zal erover nadenken,” zei Irrien, wat vandaag al te vaak zijn antwoord was geweest. Eisen om aandacht, eisen om middelen. Een hele parade van mensen die een deel wilden van wat hij had veroverd. Het was de vloek van een machthebber, maar tegelijkertijd een symbool van zijn macht. Iedere sterke man die Irrien om een gunst vroeg, erkende dat hij niet simpelweg kon nemen wat hij wilde.

Ze liepen terug naar het kasteel, en Irrien plande en berekende waar er reparaties nodig waren en waar er monumenten ter ere van zijn macht neergezet konden worden. In Felldust werd een standbeeld altijd gestolen of vernield voor het voltooid was. Hier zou het wellicht tot het einde der tijden blijven staan, als herinnering aan zijn overwinning. Hij had een hoop te doen als hij eenmaal genezen was.

Hij bekeek de verdedigingswerken van het kasteel. Het was sterk; sterk genoeg om de wereld tegen te kunnen houden. Als iemand de poorten niet voor zijn mensen had geopend, hadden ze zijn leger ongetwijfeld buiten kunnen houden tot de onvermijdelijke conflicten in Felldust een einde aan de bezetting hadden gemaakt.

Hij knipte met zijn vingers naar een bediende. “Ik wil dat alle tunnels onder het kasteel worden dichtgegooid. Het kan me niet schelen hoeveel slaven er sterven tijdens de werkzaamheden. Vervolgens wil ik dat de tunnels onder de stad worden aangepakt. Er mag geen rat meer doorheen kunnen. Ik wil niet dat mensen zonder mijn weten naar binnen en naar buiten kunnen glippen.”

“Ja, Eerste Steen.”

Hij vervolgde zijn weg het kasteel in. Bediendes waren al bezig om de vlaggen van Felldust naar binnen te brengen. Maar er waren ook een aantal mensen die de boodschap blijkbaar niet ontvangen hadden. Drie van zijn mannen rukten wandtapijten van de muren, trokken kostbare stenen uit de ogen van standbeelden, en propten hun zakken vol met spullen.

Irrien beende naar hen toe en zag hen omkijken met de vererende blik die hij zo graag zag in zijn mannen.

“Wat zijn jullie hier aan het doen?” vroeg hij.

“We zetten het plunderen van de stad voort, Eerste Steen,” antwoordde één van hen. Hij was jonger dan de andere twee. Irrien had het vermoeden dat hij zich alleen bij de invasiemacht had aangesloten vanwege de belofte van avontuur. Dat hadden er zoveel gedaan.

“En hebben je bevelhebbers je verteld om ook het kasteel te plunderen?” vroeg Irrien. “Is dit waar je heen moest?”

De blikken in hun ogen vertelden hem alles dat hij moest weten. Hij had zijn mannen bevolen om de stad op systematische wijze te plunderen, maar dit was niet systematisch. Hij eiste discipline van zijn vechters, en dit was niet gedisciplineerd.

“Je dacht dat je gewoon kon pakken wat je wilde,” zei Irrien.

“Dat is hoe het in Felldust gaat!” protesteerde één van de mannen.

“Ja,” stemde Irrien in. “De sterken nemen van de zwakken. Dat is waarom ik dit kasteel heb bezet. Nu probeer jij het van me af te pakken. Denk je dat ik zwak ben?”

Hij had zijn grote zwaard niet meer, en zelfs als hij het wel had gehad dan deed zijn gewonde schouder deed nog steeds te veel pijn. Dus trok hij in plaats daarvan een lang mes tevoorschijn. Hij stak het bij de jongste van de drie door zijn kaak heen, omhoog, dwars door zijn schedel.

Hij draaide om zijn as en beukte de tweede, die naar zijn eigen wapens graaide, tegen een muur. Irrien pareerde een zwaardaanval van de ander en sneed zijn keel moeiteloos door tijdens de terughaal. Hij duwde hem van zich af terwijl hij viel.

Degene die hij een duw had gegeven stak zijn handen in de lucht.

“Alstublieft, Steen Irrien. Het was een fout. We dachten niet na.”

Irrien deed een stap naar voren en stak hem zonder een woord te zeggen neer. Hij bleef steken. Hij hield de zwakkeling omhoog zodat hij niet te snel zou vallen, en negeerde de pijn van zijn verwonding. Dit was niet zomaar een moord, het was een demonstratie.

Toen hij de man eindelijk losliet, wendde Irrien zich tot de anderen. Hij spreidde zijn handen om hen duidelijk te maken dat het om een uitdaging ging.

“Denkt iemand hier dat ik zo zwak ben dat je simpelweg dingen van me kunt eisen? Denkt iemand dat hij mij iets kan afnemen?”

Ze zwegen, natuurlijk. Ze volgden hem stilletjes terwijl hij verder liep naar de troonzaal.

Zijn troonzaal.

De plek waar zijn prijs hem opwachtte.

*

Stephania kromp ineen toen Irrien de troonzaal betrad, en ze haatte zichzelf daarvoor. Ze knielde naast dezelfde troon waar zij niet al te lang geleden zelf op had gezeten, vastgeketend met gouden kettingen. Ze had eraan getrokken toen ze alleen was, maar ze hadden niet meegegeven.

Irrien liep naar haar toe, en Stephania dwong zichzelf haar angst te onderdrukken. Hij had haar geslagen en vastgeketend, maar ze had een keus. Ze kon zich laten breken, of ze kon dit in haar voordeel gebruiken. Zelfs in deze situatie zou er nog een manier zijn.

Vastgeketend zijn naast Irriens troon had tenslotte zo zijn voordelen. Het betekende dat hij van plan was om haar te houden. Het betekende dat zijn mannen haar zo nu en dan alleen lieten, wanneer ze Stephania’s dienstmeisjes meenamen voor hun eigen plezier. Het betekende dat ze nog steeds in het midden stond, ook al had ze dan geen controle over hen.

Nog niet.

Stephania keek toe hoe Irrien ging zitten. Ze bekeek zijn bewegingen, en beoordeelde hem op de manier waarop een jager de grond waarop zijn prooi leefde beoordeelde. Het was duidelijk dat hij haar wilde. Waarom zou hij haar anders hier houden in plaats van haar naar een slavenkuil te sturen? Daar kon Stephania iets mee. Hij dacht misschien dat ze van hem was, maar spoedig zou hij alles doen dat ze voorstelde.

Ze zou de rol van de weifelende stoeipoes spelen, en daarna zou ze alles terugpakken waar ze voor had gewerkt.

Ze wachtte en luisterde terwijl Irrien zich bekommerde om de zaken van de stad. Het betrof voornamelijk alledaagse zaken. Hoeveel ze hadden ingenomen. Hoeveel er nog over was. Hoeveel wachters er nodig waren om de muren te bewaken, en hoe de aanvoer van voedsel gecontroleerd zou worden.

“We hebben een aanbod van een koopman om onze troepen te bevoorraden,” zei één van de hovelingen. “Een man die Grathir heet.”

Stephania snoof, en Irrien keek op haar neer.

“Heb je iets te zeggen, slaaf?”

Ze slikte haar drang om hem af te snauwen door. “Alleen dat Grathir erom bekend staat ondermaatse goederen te leveren. Zijn voormalige zakenpartner staat echter klaar om zijn zaken over te nemen. Kies voor hem, en je krijgt wellicht de voorraden die je nodig hebt.”

Irrien staarde haar aan. “En waarom vertel je me dit?”

Stephania wist dat dit haar kans was, maar ze moest het voorzichtig aanpakken. “Ik wil je laten zien dat ik wel degelijk van nut kan zijn.”

Hij gaf geen antwoord, maar wendde zich weer tot de anderen. “Ik zal erover nadenken. Wat is het volgende punt?”

Het volgende punt, zo bleek, waren petities van de vertegenwoordigers van de andere stenen van Felldust.

“De Tweede Steen zou graag willen weten wanneer u naar Felldust terugkeert,” zei een vertegenwoordiger. “Er zijn zaken die vereisen dat de Vijf Stenen samenkomen.”

“Vierde Steen Vexa vereist meer ruimte voor haar contingent schepen.

“Derde Steen Kas feliciteert u met onze gedeelde overwinning.”

Stephania kende de namen van de andere Stenen van Felldust natuurlijk al. De sluwe Ulren, Kas Vorkbaard, Vexa, de enige vrouwelijke Steen, Borion de modegek. Secundaire namen vergeleken met Irrien, maar theoretisch gezien allemaal zijn gelijken. Alleen het feit dat ze hier nu niet waren, was wat Irrien zoveel macht gaf.

Behalve namen herinnerde Stephania zich tevens hun interesses, hun zwakheden, hun verlangens. Ulren werd oud in Irriens schaduw, en zou de zetel van Eerste Steen hebben gehad als de krijgsheer die niet van zijn voorganger had afgenomen. Kas was voorzichtig, een heer met de kennis van de beste kooplieden, die alles berekende voor hij handelde. Vexa woonde in een huis buiten de stad, en volgens de geruchten was bij al haar bediendes de tong afgesneden zodat ze niet konden spreken over wat ze zagen. Borion was de zwakste, en zou zijn zetel waarschijnlijk spoedig aan de volgende uitdager verliezen.

Terwijl ze nadacht over de situatie in Felldust, legde Stephania haar vingers zachtjes op Irriens arm. Ze bewoog ze voorzichtig, de aanraking nauwelijks voelbaar. Ze had al lang geleden geleerd hoe ze mannen moest verleiden, en had haar vaardigheden geperfectioneerd op vele handige minnaars. Ze had Thanos ook verleid, nietwaar? Hoeveel lastiger kon het zijn om Irrien te verleiden?

Ze voelde het moment dat hij gespannen raakte.

“Wat doe je?” wilde hij weten.

“Je lijkt erg gespannen door al dit gepraat,” zei Stephania. “Ik dacht dat ik kon helpen. Misschien kan ik je op… een andere manier helpen ontspannen?”

Het belangrijkste was om niet te veel aan te dringen. Om te hinten en aan te bieden, maar nooit te direct te vragen. Stephania zette haar meest onschuldige blik om en keek naar Irrien op… om het uit te schreeuwen toen hij haar een nonchalante klap gaf.

Woede laaide in haar op. Stephania’s trots vertelde haar dat ze een manier zou vinden om Irrien te laten boeten voor die klap, dat ze haar wraak zou krijgen.

“Ah, daar is de echte Stephania,” zei Irrien. “Dacht je dat je me kon misleiden door te doen alsof je een nederige slavin bent? Denk je dat ik dom genoeg ben om te geloven dat ik je kan breken met één pak slaag?”

 

Stephania werd overspoeld door angst. Het suizen van Irriens zweep zat nog vers in haar geheugen. Haar rug brandde nog van de herinneringen. Er was een tijd geweest waarin ze ervan had genoten om bediendes die het verdienden te straffen. Nu bracht de gedachte alleen maar pijn met zich mee.

En toch, ze zou de pijn gebruiken als ze moest.

“Nee, maar ik weet zeker dat je meer van plan bent,” zei Stephania. Ze probeerde deze keer niet onschuldig te lijken. “Je geniet ervan om te proberen me te breken, net zoveel als ik ervan geniet om met je te spelen. Is dat niet wat het zo leuk maakt?”

Irrien sloeg haar weer. Stephania keek hem uitdagend aan. Het was duidelijk wat hij wilde. Ze zou doen wat ze moest doen om Irrien aan zich te binden. Zodra ze dat had gedaan, zou het niet uitmaken wat ze had moeten doorstaan.

“Je denkt dat je speciaal bent, nietwaar?” zei Irrien. “Je bent slechts een slavin.”

“Een slavin die je aan je troon hebt vastgeketend,” zei Stephania met een zwoele stem. “Een slavin die je duidelijk mee naar bed wilt nemen. Een slaaf die zoveel meer zou kunnen zijn. Een partner. Ik ken Delos als geen ander. Waarom geef je het niet gewoon toe?”

Irrien ging staan.

“Je hebt gelijk. Ik heb een fout gemaakt.”

Hij reikte naar beneden, pakte haar kettingen en maakte haar los van de troon. Stephania werd overspoeld door een gevoel van triomf toen hij haar optilde. Zelfs als hij nu wreed tegen haar was, zelfs als hij haar gewoon naar zijn kamer zou sleuren en haar zou neergooien om haar als zijn eigendom te claimen, dan was het nog vooruitgang.

Maar dat was niet waar hij haar heen bracht. Hij smeet Stephania tegen de koude marmeren vloer, en ze voelde het harde materiaal onder haar knieën terwijl ze vlak voor één van de figuren tot stilstand kwam.

De schrik raakte haar erger dan de pijn. Hoe kon Irrien dat doen? Was ze niet alles dat hij kon wensen? Stephania keek op en zag een man in donkere gewaden, die haar met zichtbare minachting aankeek.

“Ik heb de fout gemaakt om te denken dat je mijn tijd waard was,” zei Irrien. “Je wil een offer, priester? Neem haar. Snij de baby uit haar en offer het in mijn naam aan de goden. Ik laat geen piepend kreng in leven dat deze troon wil claimen. Als je klaar bent, gooi je wat er van haar over is naar de aaseters.”

Stephania keek op naar de priester, en toen naar Irrien, nauwelijks in staat om de woorden uit haar mond te krijgen. Dit kon niet waar zijn. Het kon gewoon niet. Ze zou het niet toelaten.

“Alsjeblieft,” zei ze. “Dit is belachelijk. Ik kan zoveel meer voor je doen dan dit!”

Het leek hem niets te kunnen schelen. Ze werd overspoeld door paniek en de schok dat dit echt ging gebeuren. Ze gingen het echt doen.

Nee. Nee, dat konden ze niet maken!

Ze schreeuwde toen de priester haar armen vastgreep. Een ander pakte haar bij haar benen, en ze droegen haar worstelend tussen zich in. Irrien en de anderen volgden hen, maar op dat moment kon het Stephania niet schelen. Ze kon maar aan één ding denken:

Ze gingen haar baby vermoorden.