De hemel is neergedaald

Text
0
Kritiken
Leseprobe
Als gelesen kennzeichnen
Wie Sie das Buch nach dem Kauf lesen
De hemel is neergedaald
Schriftart:Kleiner AaGrößer Aa

Inhoud

Colofon

Alle rechten op verspreiding, met inbegrip van film, broadcast, fotomechanische weergave, geluidsopnames, electronische gegevensdragers, uittreksels & reproductie, zijn voorbehouden.

© 2021 novum publishing

ISBN drukuitgave: 978-3-99107-184-6

ISBN e-book: 978-3-99107-185-3

Lectoraat: I. van Gerwe

Vormgeving omslag: Nanda Blinker,

Irochka | Dreamstime.com

Omslagfoto, lay-out & zetting:

novum publishing

Foto’s binnendeel: Nanda Blinker

Afbeelding 4: jw.org

Afbeelding 5: jw.org

www.novumpublishing.nl

Voorwoord
HOE LIEF HEB IK UW WET! DE HELE DAG OVERDENK IK DIE (PS.119:97)
DENK DIEP NA OVER DEZE DINGEN, GA ER HELEMAAL IN OP, ZODAT IEDEREEN JE VOORUITGANG KAN ZIEN. (1TIM. 4:12)
LAAT JE NIET LANGER DOOR DEZE WERELD VORMEN, MAAR WORDT VERANDERD DOOR JE DENKEN TE HERVORMEN, ZODAT JE KUNT NAGAAN WAT DE GOEDE EN AANVAARDBARE EN VOLMAAKTE WIL VAN GOD IS. (ROM.12:2)
Ik dank de Here Jezus Christus, Jehovah, mijn Vader, Moeder, Opa, Oma, de Engelen, mijn kinderen die het mogelijk hebben gemaakt over Jehovah en de Here Jezus te mogen schrijven, zodat iedereen weet wie Jehovah is, GOD.
JEZUS, de grootste mens die ooit heeft geleefd. Zoals Jezus is er nooit iemand geweest, die zoveel voor ons heeft nagelaten als hij. De eniggeboren zoon van God heeft zijn leven voor ons gegeven en roept ons om te prediken tot redding van het mensenleven. Ik ga ervan uit dat iedereen van Jezus heeft gehoord, maar weet iedereen waarom hij is geboren? Hij oefent tot op de dag van vandaag dagelijks invloed uit op het leven van de mens. Iedereen heeft een naam. Daar is veel over te zeggen. Een naam heeft een betekenis. De naam Jezus betekent: Jehovah is redding. Hij zal zijn volk van hun zonden redden. Zei de engel in Mattheus 1:21 “Ze zal een zoon krijgen en je moet hem Jezus noemen, want hij zal zijn volk redden van hun zonden.” De betekenis van Jezus naam laat zien dat we allemaal Jehovah moeten aanbidden. Jezus zegent ons en geeft ons licht. Jezus werd gedoopt en God zalfde hem met heilige geest. Na zijn doop met heilige geest, gezalfd, werd zijn naam met de Hebreeuwse titel, MESSIAS., wat gezalfde betekent weergegeven of in het Grieks met Christu; Christus. Een gospelzangeres die ik graag een keer zou willen ontmoeten, riep steeds Jezus zijn naam. Zij zong: “THERE IS POWER IN THE NAME OF JESUS” en ging maar door. Iedereen werd geraakt. Door de heilige geest droegen de mensen zich geroerd, huilend aan God op om zich aan te sluiten in het aanbidden van God, door het loven van de naam van zijn zoon Jezus. “Call his name, call his name,” riep ze steeds, ”Jesus, Jesus.” Iedereen reageert op zijn naam, waarom zou hij het niet doen, wanneer wij hem roepen. Precies zo gaat het wanneer we Gods naam noemen. De getuigen van Jehovah zijn een heilig volk. Heel veel profetieën zijn door hen bestudeerd en uitgelegd. In de Wachttoren en Ontwaakt die worden verspreid. En het is op de voet te volgen hoe deze in vervulling gaan. Een voorbeeld van Gods liefde voor ons. God houdt van hen, omdat ze zijn woord onderhouden door lectuur te vervaardigen en in de velddienst gaan. En mensen worden gered. Ik heb dezelfde heilige geest om voor God heilige dienst te verrichten. En hoop dat dit boek een manier is om mensen te bereiken, want ik kan niet zonder zijn woord. Dat maakt me gelukkig. (Matth. 28:19,20)
Jehovah heeft tegenover mijn Heer verklaard.
“Ga aan mijn rechterhand zitten totdat ik je vijanden aan je voeten leg als een voetenbank. (Ps. 10:1,2)
Dit boek schrijf ik ook onder inspiratie van Gods woord en het doel is Jehovah en de Here Jezus Christus te eren. Ik citeer veel Bijbelteksten over bijvoorbeeld de Schepping. Dat wat van belang is, over de Soevereiniteit van God en zijn voornemen van de aarde een Paradijs te maken. En dat mensen weten wie en wat ik ben. Ik weet wie ik ben. Veel mensen weten dat ik kan zegenen.En Ik liep eens onbewust over iets waar onreinheid aan zat en het werd vernietigd. Mensen hebben geprobeerd duivelse geesten in mijn tuin te gooien en hielden maar niet op. Ik kan door de kracht negatieve entiteiten onbewust vernietigen, het gaat vanzelf. Daar zijn sommige demonische personen achter gekomen en die maken daar misbruik van. Stelen mijn kleding en atributen. Dat is de reden waarom ze mij vervloeken en misbruik maken van mijn kracht. Ze kunnen de kracht niet vernietigen. Omdat ze het niet kunnen. Zij zijn jaloers. Ze moeten het maar ergens anders houden; in hun eigen huis, het is niet van mij. Ik val hen niet lastig.
Er komen levenservaringen in voor die te maken hebben met het strijden om een bestaan met gelukkige mensen om me heen, om een gelukkig leven op te bouwen. Maar het is steeds op een of andere manier weggenomen. Terwijl ik het eigenlijk verdien om gelukkig te zijn. Ik zegen en wens iedereen geluk toe en nog word ik vaak onrechtvaardig behandeld door gelukkige gekken.
Mijn kinderen zijn mij dierbaar en ook voor hen schrijf ik dit, zodat ze weten wie ik ben, wie God is en wat hij voor ons betekent. Het gaat om de Soevereiniteit van God en zijn zoon Jezus Christus.
Gods woord is waarheid. Wijsheid en kracht vloeien daaruit voort dat al het andere te boven gaat. De heilige geest en de kracht van zijn liefde.
Het onderwijs is een van de voorbeelden om iets te bereiken. In het dagelijks leven heeft iedereen onderwijs nodig. Zo ook is het onderwijs uit Gods woord belangrijk om bekwaam te worden in het dienen van Jehovah. Want daar gaat het om in het leven. Wij kunnen echt niet zonder Jehovah. Hij geeft ons veel liefde wanneer je het niet verwacht. Niet iedereen heeft daar behoefte aan. Die hebben het goed omdat ze onwetend zijn of het niet beseffen dat hij bestaat. Niet iedereen weet wat de naam van God is. Daarom is het belangrijk dat er onderwijs wordt aangeboden en gegeven.
Schrijven over heilige dingen is het beste pad, omdat daarover geen discussie mogelijk is. Het is en blijft de waarheid en erover praten moet wel door bekwame personen, zoals de Ethiopische Eunich het niet snapte, maar uitleg nodig had. Want het gaat om Gods woord, dat in de Bijbel staat en het is belangrijk dat mensen weten wat er in staat. Het is het zwaard van God de Almachtige. Het woord wordt door gebrek aan kennis, inzicht en ervaring vaak niet begrepen en ik wil niemand noch mijzelf belasten met de nodige emoties, die soms daardoor ontstaan. Ik laat iedereen in zijn waarde. Alleen door Bijbelstudie is mogelijk te begrijpen wat Gods wil is. Daar is hulp bij nodig net zoals Jezus onderwees, doen Jehovah getuigen het. Het is een gemeente die door Jehovah’s heilige geest wordt geleidt en verloopt ordelijk. Alle dingen die de organisatie doet, slagen. Het is niet te vernietigen, anders doet Jehovah er iets aan, want hij is de maker van hemel en aarde en zegent degenen die hem zegenen. Het werk moet worden voortgezet door oprechte mensen met een reine en oprechte, eerlijke geest. Het kan voorkomen, dat vaker dan een keer in mijn verhaal iets voorkomt. Omdat ik veel mee wil geven en het goed is om te weten dat ik het kan.
Over sommige dingen kun je niet praten, omdat je het antwoord al weet. Kun je met sommige gelovigen praten over het feit dat je engelen hebt zien vliegen, die voor je bidden in een zaal van Jehovah getuigen? Ik weet niet waarom de engelen er waren, maar ik zag hen bidden voor me, omdat mij onrecht werd aangedaan. Ik heb ook gezien door de engelen hoe ik door iemand werd vernietigd door de heilige geest van God te vernietigen. Of de aanwezigheid van de Here Jezus Christus in de Evangelische kerken? Wat is daar het verschil in? En een van de ruiters het vale Paard uit het boek Openbaring in de bibliotheek van Lelystad. Het vale paard komt in het boek Openbaring 6:8 in de Bijbel voor. Het vaal paard draagt de naam dood, veroorzaakt door allerlei plagen en factoren, bijvoorbeeld ziekten enzovoorts die de mensheid achtervolgen. De bewaker, die in de Bibliotheek werkte, zag er altijd ziek uit alsof hij iets duisters bij zich had. Nadat hij mij een hand gaf om kennis te maken ging er een golf van mijn heilige geest door hem heen dat zo krachtig was dat ik er van schrok. Na een paar weken zag hij er goed uit en ik kon er niet over praten. Zou hij mij geloven? Ik heb hem niet genezen, dat deed God. Snappen ze het? Dat durf ik echt niet. En net als Lot, de engelen die je helpen om op te schieten of helpen te strijden tegen de mensen die je opzettelijk onrecht aandoen? Je manuscript stelen, zodat je boek vertraging oploopt of je dingen kapot maken en alles doen om je te willen ombrengen, door vergiftiging, mensen ook lastigvallen of je heilige geest hinderen, zodat men niet ziet wat zij doen, zodat niemand weet wie ik ben en wat ik ben of kan. Ze stelen je kleren om rituelen uit te voeren en je leven en geld te vervloeken, zodat je niks hebt. Ik weet waar ik over praat en respect heb ik wel voor eenieder zijn mening en leven en wat God hen geeft. En de verschijning van Jezus zo vaak. Om mij te helpen. Zie toe op mij, hoor ik hem steeds zeggen. Dat houdt mij sterk en ik geef het niet op. De Bijbel in de bibliotheek waar Gods naam in staat; de Nieuwe Vertaling van de Heilige Schrift is een teken dat Jezus mij heeft gezegend en gezonden naar die plek om Gods woord in de vorm van een BIJBEL te schenken. Ik weet ook dat de KORAN een Heilig boek is. Dat zag ik. De heilige geest. Dat gaf ik aan iemand en zei het tegen haar.
OMAR komt later in het verhaal voor, gaf het boek aan mij. Ik vroeg mij af waarom. Nu weet ik waarom.
De Bijbel is een boodschap uit de hemel, die Jehovah de mens heeft gegeven tot nuttig onderwijs, dingen recht te zetten in rechtvaardigheid en geluk in vrede te leven in een Paradijs op aarde. Boodschappen uit de hemel worden door engelen gebracht in het geval van Zacharias en Maria. De ouders van Jezus Christus. Jezus is ook een Engel geweest. Er bestaan veel meer Engelen, Engelen die beschermen, zoals die Bileam tegen hield door Gods engel, zodat hij Gods volk, de Israelieten niet kon vervloeken, maar zegenen. Ik ben een gelukkig mens, omdat ik door God ben uitverkoren en omdat hij een plan met mij heeft. In het boek ‘De mens op zoek naar God’ is uitgelegd hoe religie van elkaar verschilt, in elkaar zit, wat de doelen zijn van een geloof en wat ze aanhangen.
Religiën verschillen van elkaar. Ik zal geen discussie met iemand aangaan over haar of zijn geloof, maar wel mijn eigen mening over hebben volgens de Nieuwe Wereld Vertaling. Ik weet wel dat Omar, een Moslim, mij vertelde, dat God iets met mij wil. Via hem heb ik de heilige geest en de kracht van God om mensen te helpen. In Suriname heb ik de heilige geest ook ervaren in de vorm van een kracht, die niet te zien is, na mijn moeders dood. Een enorme kracht ging van haar uit. Het is de kracht van God die bij mij en mijn broers en zussen kwam. Gelukkig zijn er tegenwoordig mensen die zulke verschijningen hebben gehad en er over schrijven of praten. Ik praat er liever niet over, omdat het heilige dingen zijn. Het ergste vind ik het, als men mij niet gelooft. Ik begrijp het wel. Ik zie het en diegenen niet. Dat is het verschil. Ik leef niet in de tijd van Jezus Christus, maar heb wel vaker visioenen gehad. Alleen ik weet het. Ik roep wanhopig tot Jehovah, ik wil niet alleen zijn, want ze vervloeken mij en mijn geest steeds, zodat het me niet lukt om gelukkig te zijn en uw werk te doen. Ik bid om een man, dan ben ik gelukkiger dan ooit tevoren. Dan heb ik een redder, die mij elke dag zegent, troost, beschermt en helpt om Gods plan uit te voeren. Hoop dat ik die persoon vind, die mij wil helpen en redding in mijn leven brengt, zoals de Vader van mijn zoon. Hij was sterk, gelukkiger dan ooit te voren en wist het niet, zorgzaam en oprecht, een vader voor mijn kinderen. En intelligent en bovenal goed voor mij. Ik wil blij en gelukkig zijn en het licht dat God mij heeft gegeven laten schijnen. Ik ben gezegend en wil graag gezegend worden en blijven en eeuwig gelukkig zijn in dit leven en daarna. Omdat ik veel heb verloren door die persoon die mijn kracht probeert te ondermijnen door zijn negatieve geesten. Het moet niet kunnen, dat zij mijn leuke dingen en geluk stelen en doen alsof het van hen is en mij mishandelen in geestelijke, fysieke en emotionele zin. God wil niet dat ik over die mensen praat, die niet heilig zijn – dat is niet waardig – maar wel te noemen wat er met mij is gedaan.
Ik heb veel aantekeningen en manuscripten over Bijbelse onderwerpen en dagboeken geschreven en wil ze terug hebben. In 2017 ben ik begonnen met het schrijven van deze ervaringen, die niet van deze tijd zijn. Jezus omringt mij met zijn zegeningen ,dat maakt mij gelukkig. Ik moet dankbaar zijn dat ik leef. Want zo zeer heeft Jehovah de wereld liefgehad, dat hij zijn eniggeboren zoon heeft gegeven, zodat iedereen die in hem gelooft niet vernietigd zal worden, maar eeuwig leven zal hebben. Jezus zegent mijn geest, omdat ik veel voor hem wil doen en heb gedaan en het is niet de eerste keer dat ik het heb gezien, dat ik gezalfd ben door God en vandaag, 15 september 2020, merk ik het weer.
The Holy Ghost Fire in a powerful person like me. Because I am blessed properly. financially, emotionally and the most of all blessed by Jehovah, because I know who I am, still alive and kicking. Jezus is my Saviour and I am glad that he loves me.


Toch blijft het stevige fundament van God staan, met dit zegel: “Jehovah”
Jehovah zei tegen Mozes: “Zeg tegen Aäron: ‘Steek je staf uit en sla ermee op de grond. Dan zal in heel Egypte het stof veranderen in muggen.’” En zo gebeurde het: Aäron stak de staf uit die hij in zijn hand had en sloeg op de grond, waarna er muggen verschenen die op mens en dier gingen zitten. Al het stof op de grond in heel Egypte veranderde in muggen.De magiërs probeerden met hun geheime toverkunsten hetzelfde te doen en muggen tevoorschijn te laten komen, maar dat lukte niet. Alle mensen en dieren kwamen onder de muggen te zitten. De magiërs zeiden tegen de farao: “Het is de vinger van God!” Maar de farao bleef koppig, en hij luisterde niet naar hen, zoals Jehovah had gezegd. Jehovah kan in deze tijd ook met mensen communiceren via heilige geest. In de kerken van de Christenheid is dat meestal wel te merken wanneer de predikanten door heilige geest boodschappen uit de hemel ontvangen. Ik heb mijn zegeningen en een gave vanaf de moederschoot van God, Jehovah, gekregen, die een plan met mij heeft. Ik ben geboren in een plaats buiten Paramaribo, Groot Chatillion genaamd, een Franse naam. Zoals in de film Papillion de mensen apart werden gezet, die Lepra hadden opgelopen. Het complex werd door Rooms Katholieke Zusters geleid, die Zeurs werden genoemd, misschien omdat ze streng waren. Ze hebben vast gebeden voor mij en mijn moeder, want die had het moeilijk. Hoe moet ik aan mijn ouders vertellen dat ik zwanger ben, zou ze gedacht hebben? En wat moet ik met de baby? Gelukkig werd ik geboren en ben ik niet verloren gegaan. Ik begreep dat er Engelen bij mijn geboorte over mijn wieg leunden en mij begiftigden met alle geweldige kwaliteiten die ik bezit. Een heel mooi leven vol cruciale ontmoetingen, genegenheid en uitzonderlijk veel geluk. En een persoonlijkheid met karaktereigenschappen van vrijgevigheid, loyaal en een hoge intelligentie.
Ik bevond mij in de vroege ochtend met mijn Oma op het balkon. Ze stond meestal vroeg in de ochtend op om te strijken. Elke kledingstuk werd heel netjes gestreken. Ook al was het een oude lap. De was deed mijn grootmoeder op de hand met een wasplank. Ze stond vroeg op en werkte heel hard in de huishouding. Begon daarna met het bereiden van de maaltijd voor de dag. Ik kan me niet herinneren of ze een bepaalde dag had voor boodschappen doen. Ik was soms een beetje stout en stal steeds een stukje van de pindakaas die in vetvrijpapier werd verkocht, wanneer ik boodschappen voor haar moest doen. Als je van een half pond pindakaas of iets dergelijks steeds een stukje afhaalt en met de cellofaan het weer plat drukt dan zie je het niet. Dat deed ik onderweg naar huis. Schaamteloos vind ik mezelf nu. Vind ik nu niets aan, dat ik haar vertrouwen beschaamde. Ze zag dat het er niet meer netjes uitzag, herinner ik me. Mag ze mij vergeven? En stiekem Ponche Cuba maken van een ei uit het kippenhok met 80% alcoholpromillage, luchtig kloppen met een garde, wanneer ze naar de markt ging. Ik werd er dronken van. Ik mocht niet mee naar de markt, omdat ze met een rietenmand op haar hoofd moest lopen en alle boodschappen erin droeg. De rietenmand was een grote, stevig gevlochten mand en voor ze die op haar hoofd deed, rolde ze een paar hoofddoeken in elkaar op in de vorm van een ronde bol, een tjietjarie. Ik hield en houd nog steeds heel veel van mijn Oma en wilde niet van haar zijde wijken. Ik klampte me steeds aan haar vast en wilde hand in hand lopen, maar dat verstoorde haar evenwicht met de mand op haar hoofd. Dat begreep ik toen niet en huilde tranen met tuiten, omdat mijn Oma niet thuis was. Dacht dat ze niet van me hield. En als ze terugkwam was het mooi om te zien. Een mand vol voedsel. The good old days. Het ergste vond ik de diefstal uit mijn spaarpot. Er kwam een Javaanse, Indonesische vrouw in de straat die lekkere zoete tiekie tiekie verkocht; een soort zoete stickjes. Dat vond ik lekker en dacht een keer. Ik doe gewoon de spaarpot open die mijn Opa voor me had en haal er een kwartje 25 cent of meer uit om van de zoete stokjes te kopen. Wel, ik had het liever niet moeten doen, van mijn Opa’s goede bedoelingen en hardverdiende geld te pakken en niet netjes te vragen of het mocht. Ik werd gestraft, want hij wist het. En niet zo’n beetje ook. Ik heb het daarna toen nooit meer gedaan, schaamte overviel mij. Wat ik ook leuk vond zijn de tijdschriften die mijn Opa had. Die gaven een beeld van wat er aan de andere kant van de wereld gebeurde. Bijvoorbeeld wat mij bij bleef, is dat Chinezen in de jaren 60 opium gebruikten en ik wist toen niet wat het was. Hele bijzondere verhalen kwamen erin voor. Daar las ik als kind uit. Ik was en ben een heel leergierig meisje en weet hoe ik heel hard schreeuwde toen ik niet geslaagd was voor een rekentest om naar de Mulo te gaan, een soort middelbare school, op een punt na. Dat vond ik zo wreed en merkte dat het niet eerlijk was gegaan. De hele wijk hoorde mij schreeuwen van verdriet en kwam mij troosten.
Ik was wakker in de ochtend dacht ik en weet niet waarom. Ik herinner me dat mijn lieve Oma aan het strijken was op de veranda, een soort balkon. Ik deed mee met haar en speelde creatief mee, net alsof ik ook aan het strijken was, op een klein bankje met een fles. Ik merkte in een onbewaakt ogenblik, tijdens het meedoen, dat zij mij vastgreep, met mij naar binnen rende, mij weer in bed neer legde, en ik ging weer slapen. Er is iets wat mij is bijgebleven over de buurt waar we woonden. Pomisterie Djarie, een soort huizenblok waar de huizen in een kring gebouwd stonden. De echtelijke ruzies waren te horen en te zien. Als kind is mij bijgebleven dat bij een echtelijke ruzie de vrouw al het servies stuk sloeg omdat haar man vreemdging. Dat gebeurde veel te vaak. Ik vond het heel erg en was bang, want ze gingen met elkaar op de vuist.
Mijn Oma en Opa zorgden goed voor ons, mijn jongere broer en mij. (Ik heb vaak genoeg een borstbeeld van hen willen maken.) Want mijn moeder kon op dat moment niet voor ons zorgen. Mijn grootouders namen de zorg op zich. Eigenlijk vond ik het achteraf heel erg zwaar voor hen. Maar ze deden het graag met liefde. Mijn vader en moeder waren verliefd op elkaar geworden en ik kwam als een verrassing bij heldere hemel uit de lucht vallen. Het kan gebeuren dat twee personen op elkaar verliefd raken en dat iedereen om hen heen ervan schrikt. Mijn moeder was veel jonger dan mijn vader, ongeveer in de 40 jaar, herinner ik me van mijn moeder te hebben gehoord, en mijn moeder in de 20 jaar ongeveer, nog maagd. Spannend! Het leven zit soms vol verrassingen. Maar ook al leven ze niet meer: ik weet, dat ze het ondanks de vreselijke ruzie die er toen ontstond toch blij zijn met mij. Ik ging altijd als het mooist geklede meisje naar school. Heel netjes en met altijd nieuwe, mooie jurken aangekleed. Ik mocht het patroon zelf uitkiezen, bij de naaister. Dat was altijd prachtig, tussen al de mooie modebladen met prachtige jurken uit de jaren 60. Het mooiste vond ik de jurken met een petticoat eronder, dat met stijfsel, een soort Crackfree, heel erg prikte, wanneer ik het aan had. Ik ben heel erg verwend. De naaister was iemand die keurig netjes ervoor zorgde dat alle kleuren goed bij elkaar paste.. Daar hielp zij mij mee bij het uitzoeken. Jurken met beslagen knopen van dezelfde stof. In het haar mooie nette lintjes, passend bij de kleur van de jurk, schoon en deftig gekleed was ik altijd. Mijn Oma was een heel lieftallige vrouw, en stond bekend als Tant Dika. Gastvrij en ze verwende vrienden en familie, wanneer ze op bezoek kwamen. Iedereen wilde graag bij haar eten, want het was altijd erg lekker. Vaak bakte ze Ingris Boroe. Een vriendin zei eens tegen mij, dat ze vaker bij ons op bezoek kwam alleen voor het lekkere eten. Een andere vertelde; dat mijn Oma’s Asogrie, fijn gemalen mais gebakken met suiker en kruiden, lekkerder was en dat zij een leuke vrouw is geweest. Daar ben ik helemaal mee eens. Tot op de dag van vandaag praten veel mensen die haar kenden over haar lekkere kookkunsten, wanneer ze mij spreken. Een vroeg eens aan mij of ik het ook kon. “Dat wordt dan oefenen,” zei ik. Ik keek alleen toe. Ze had ook de gave die ik heb geërfd. Goddelijke gaven. Ze was niet zo’n flapuit als ik. Heel veel liefde heb ik van mijn Opa en Oma gehad. En ook van mijn moeder. Ik kan het niet vergeten. Het mooiste vond ik het wanneer ik met mijn moeder op haar arm in bed lag, wanneer ze bij ons logeerde en ze mij verhalen vertelde. Was ik maar vaker bij haar geweest. Ik weet nog dat ik aan haar vroeg hoe het kwam dat haar borsten zo slap hingen. Ze gebruikte een illustratie over een moederdier en haar jongen die nog geen ervaring in het leven had en er nog achter moest komen hoe dat kwam. Heel tactvol. Na kong joe e kong. (Je bent nog maar een opgroeiend kind,) Zei de moeder tegen haar kind. Je zal het ervaren wanneer je groot bent. Dat waren de mooiste momenten in mijn leven, met mijn moeder samen. Ook al was ze niet altijd thuis bij mij en mijn grootouders en momenten met mijn vader. Mijn vader heb ik ervaren als een stille en lieve man. Dat liefdevolle karakter heb ik van mijn Oma geërfd.
Iemand zei dat eens toevallig, herinner ik me: “Je bent net als je Oma, die was lief en een gelukkig mens met heel veel liefde en goede gaven in zich.” Die persoon kon het niet hebben dat ik lief ben en heilige geest heb, liefdevol en ook goed voor haar en zij niet. Ik heb Gods heilige geest in me. Goddelijke gaven. Ik ben een rechtvaardig mens en vergeef hen die mij niet goed behandelen. Ik weet dat ik het anders zou hebben gedaan. Ik wil vaak genoeg helpen en wil eens het bejaardentehuis waar mijn vader heeft gewoond voor zijn dood bezoeken en iets voor hen doen als God het toelaat. Ik moest aan iemand vragen van God: “Wanneer ik hulp nodig heb, zul je me dan helpen?” Diegene zei: “Als ik kan.” En toen de tijd daar was moest ik weer zeggen: “God zegt dat ik tegen jou moest zeggen dat hij mij helpt.” En die persoon ging steeds door met het vernietigen van wat God mij geeft en heeft gegeven, zo arrogant. What a shame. Omdat ik mijn vader niet kon verwennen sinds ik in Nederland woonde en het eigenlijk miste. Ik stuurde soms een overhemd of iets om te eten of een brief. Mijn Opa was een harde werker. Thuis aangekomen viel hij bij het raam leunend in slaap van het harde werken en de zorgen die hij had met een sigaret in zijn mond. Dat voelde niet goed aan. Achteraf ben ik erachter gekomen dat hij verdriet om mij had om iets dat toen met mij gebeurd was. Hij sprak niet veel. Mijn Opa werd ineens ziek, kwam uit het ziekenhuis. Ik moest voor hem koken en deed te veel suiker in de groente POMPOEN. Hij vond het niet zo lekker. Dat mocht ik niet meer doen; hij had verdriet. Iemand deed iets wat niet klopte. Maar hij genas. In het jaar dat ik naar Nederland kwam, stierf mijn Opa en ik voelde het heel sterk aankomen. Ik was bij een kennis en hij gedroeg zich zo ongemakkelijk. Ik voelde dat ik daar weg moest toen ik bij hem stond op de bouwplaats. Ik ging automatisch naar het ziekenhuis want daar lag hij weer. De mannelijke ziekte sloeg toe, Ik kwam haastig aangelopen en stond in het ziekenhuis. Voelde dat er iets niet klopte en twee weken van tevoren was er iets gebeurd thuis. Ik rees mijn bed uit en stond ernaast. Een soort teken. Mijn Oma zei: “Ga naar je Vader.” Ik kwam daar achter het gordijn aan en opende het laken en zag mijn Opa daar liggen en begon heel hard te gillen. Op dat moment knipperden zijn ogen. Ik werd zo bang en schrok me wild. En was meteen stil. En vroeg me af of ik het tegen mijn grootmoeder moest zeggen. Opa leeft weer. Tot op de dag van vandaag weet ik dat ik een enorme kracht daartoe heb gezien. Ik zag op een avond voor de begrafenis een verschijning en dat zag er niet beangstigend uit, maar wel duidelijk met de jagerskleding die hij eens aan had. En mijn Opa vertelde mij na zijn dood hoe mensen niet goed voor hem waren geweest. Dat hoorde ik fluisterend. Hij wilde mij waarschuwen om niet naar Nederland te vertrekken. Ik begrijp nu dat ik de inkomstenbron was en hoorde bij hen. Ik moest mijn salaris verdelen over mijn moeder oma en opa. Ze hadden een klein pensioen en ik woonde daar in het huis dat nog niet af was. Er moest nog veel gebeuren. Ik was zo onbezonnen en zag het niet goed in. Had wel een kennis die verliefd op me was en graag het huis wilde afbouwen. Hij was bouwopzichter. Ik verstopte me als hij aan de deur kwam. Ik kon er niks aan doen, dat ik niet verliefd was. Toen ik naar Nederland vertrok, gaf hij mij 500 Nederlandse guldens, omdat hij het goed met me voor had. Hij was een getrouwde man en ik maak mensen hun huwelijken niet kapot. En hoe komt het, vroeg ik me af. Was het om mijn zoon een beter leven te geven of was ik zo verliefd over mijn oren, dat ik mijn ouders zo achterliet. Die vriend overspoelde mijn zoon met cadeaus En wat een andere wereld was het ineens in Nederland. Ik vergat mijn mooie, onbezorgde leven in Paramaribo en kwam in Europa waar het heel anders was en toeging. Een groot assortiment en lekkernijen bij de bakker. Vond ik heel mooi om te zien en lekker. Mijn vader was niet meer bij mij, omdat ik ruzie met mijn ouders kreeg en iets deed wat niet goed was. Ik werd woest op iedereen en zette mijn plannen door. Ik was niet leuk. Het ging niet goed met mijn moeder en ik wist het niet. En omdat het niet goed ging met haar, ging het ook niet goed met mij, toen ik hier was. Ik was heel agressief toen verbaal, ik bid om vergiffenis, vind het niet leuk, was jong en zelfverzekerd dat ik weg wilde en luisterde niet naar mijn moeder die mijn hulp nodig had. Ze had geen man die voor haar zorgde en moest borduren om aan een beetje geld te komen. Ze zei eens op een verdrietige manier tegen me, dat ze gaten in haar vingers kreeg van de naalden van de hele dag borduren. Dat vond ik heel erg om te horen. Maar kon niet terug . De kleedjes werden door de Estherstichting van de Lepravereniging doorverkocht. Er waren heel veel redenen behalve de gezinshereniging. Mijn broer was ook uit huis en die miste ik ook. Vanaf 1976 tot 2020 heb ik aan een stuk door met tussenposen veel gelukkige momenten en vaak duivelse mensen om me heen gehad. Ik kwam erachter wie ermee begon en waarom. Zo kwam Omar in mijn leven, omdat mijn Vader Gods Engel in de hemel is. Hij zei ook tegen mij: “Ik heb mijn werk gedaan.” Iedereen heeft hier een taak en ik wens iedereen succes toe. Ik bid om vergiffenis voor mijn onvolmaaktheden. Doe heel graag mijn best. En vergeef graag iemand. Ik weet nu waarom ik naar mijn Opa had moeten luisteren. Zo ook kunnen mensen als ze door God worden geleid, daar ga ik niet over in het mooie boek geschreven staan. Ik moet mijn best doen om het nu goed te doen. Mijn moeder was ziek en lag in het ziekenhuis. Mijn dochter en ik moesten naar haar toe, omdat het ernstig was. Zij werd beter. Na een paar kritieke dagen. Zij zei, toen ze uit de coma kwam: “Waar heb je de witte kralenketting gekocht?” Ik zei: “Bij een kraam van Afrikaanse snuisterijen.” Ze zei tegen mij: “Als je er niet was geweest was ik doodgegaan.” In die tijd wist ik niet wat Gods plan met mij was. En wist niet welke krachten vanuit de hemel bij mij aanwezig waren. Als Jezus in de jaren 2014-2017 tot mij zegt, vanwege de slechten, die mij haten: “Zie toe op mij”, begint het steeds bij mij te dagen hoe belangrijk deze uitspraak is geweest. Hij is altijd bij en met me geweest. En de Engelen die mij omringen. De Engel Gabriel gaf aan iemand de boodschap over hoe ik in de hemel beloond ben voor mijn goedheid. De Heilige geest heeft mij meegedeeld, dat onze voorouders uit de lijn stammen van de Priesters uit de Kronieken. Het is niet aan me te zien. Want ik ben bescheiden en schep er liever niet over op. Maar het is Waarheid. Zoals het in de Bijbel staat. Ik sta er versteld van hoeveel Jezus om mij geeft. Ik dank de voorzienigheid van God daarvoor. Ik heb een taak om gelukkig te blijven. Mijn grootvader is metselaar geweest en was een keer bij het project waar hij aan een zwembad werkte in Moengo, een plaatsje in het district Marowijne in Suriname. Ik was soms zo direct en was soms zo stom en liep zomaar mijn Opa voorbij. En als hij vroeg: “Waar ga je naar toe?” zei ik: “Naar de bonte koe.” en wist niet dat ik niet goed bezig was en zag hoe hij verdrietig was en voelde dat ook. Ik was gewoon in mijn eigen wereldje zonder bij na te denken. Want wat hij voelde, had ik ook. Ik kan mij herinneren dat ik een spoorweg over moest en er een jongen steeds daar rondwandelde of speelde die mij zodanig pestte dat ik bang werd om naar een tante te gaan die er woonde of naar de winkel. Een verbondenheid die niet stuk te krijgen is met mijn Opa. Iemand heeft mijn kracht vernietigd om te strijden voor mijn rechten. Er is en wordt mij zoveel onrecht aangedaan dat ik er moe van word en hoop dat het verleden tijd wordt en is! Jezus geeft mij steeds de kracht daartoe en verschijnt steeds om mij te troosten. Ik ben gezegend door Jehovah en de Here Jezus Christus. Ik vraag ook vergiffenis voor mijn onvolmaakte gedrag, soms ben ik verdrietig en boos over het onrecht dat mij en mijn familie wordt aangedaan. Ik moet niet alleen zijn, heb een beschermer nodig. Iemand hindert mijn bestaan opzettelijk, zodat alles van mij wordt weggenomen. Ze vervloeken mij en weten ermee weg te komen ook, en willen mij liever dood hebben dan levend, zodat ze kunnen pronken met wat van mij is. Ik moest niet alleen zijn. Zoals een gospelzangeres over Jezus zei: “He is my big guy.” Een grote sterke man, zodat niemand mij nog onrecht aandoet. Légène, de vader van mijn zoon, is een grote, sterke, rechtvaardige man geweest. Zou iedereen stoppen die ons onrecht aandoet. Ik kan soms niet begrijpen dat mensen ongevoelig zijn wanneer ze zien hoe iemand mishandeld en misbruikt wordt en er niks aan doen, wanneer het in hun mogelijkheid ligt. En maar toekijken hoe iemand wordt mishandeld!!!!!!!
Ik was behalve mooi gekleed, ook een knap mens en rap van tong, heel erg fel soms. Een vriendin zei heel lang geleden tegen me: “Ik ben bang voor je.” Ik deinsde nergens voor terug wanneer het niet naar mijn zin was, maar was wel rechtvaardig en streng. Ik kan soms heel fel uit de hoek komen wanneer het niet goed gaat komen voor me. Dingen moet doen die ik niet wil of die mij opzettelijk worden aangedaan, mij onrecht wordt aangedaan. Een tante van mij had alleen jongens en wilde mij zogenaamd graag stelen van mijn Oma, zei ze, zo mooi vond ze mij. Ik moest steeds mijn prachtige gezicht laten zien, wanneer ze op bezoek kwam. Ik weet dat een van die jongens tandarts is.
Mijn grootvader was een heel zorgzame man en heeft heel veel verborgen talenten gehad. Hij was erg goed in wat hij deed en hoe hij was. Ik zie hem nog visnetten vlechten. En wanneer hij na het vissen thuiskwam met heel veel vis, profiteerde de hele buurt van de vis, want er was overvloed. The good old days. Een spannend verhaal van hem uit de jagerstijd. Hij vertelde het verhaal dat mij heel erg aangreep over zijn overlevingsstrategie in het bos. Het enige wat ik onthouden heb is dat je met vuur dieren zoals tijgers uit je buurt kunt houden. En er kwam nog bij dat zijn lucifers in het regenwater vielen, of het regende en toen werden ze nat. Geen vuur en een hele nacht in de kou met een jachtgeweer zitten wachten op de mensen die te hulp zouden komen. Want niemand laat zijn familie doodgaan in het bos. Het ging zo met het zoeken; op holle boomstammen of iets dergelijks werd geklopt en geroepen. En wanneer hij het zou horen; klopt hij weer terug totdat ze hem vonden en zo is het gelukt. Het was het spannendste verhaal ooit gehoord.
Ik genoot ervan en was verdrietig. Hij was verdrietig. Het was alsof ik het zag gebeuren met de tijger in de buurt. Want die was dichtbij en hij moest wakker blijven. Het is alsof ik daar was met hem om die tijger weg te jagen. Uiteindelijk is hij gevonden en was er feest, want hij had wel het hert, waar hij achternaliep doodgeschoten met zijn dubbelloopgeweer. Dat was een harde werker. De familie van ons die in hetzelfde dorp in het district Marowijne woonde, was ook zo lief voor mij. Ze waren harde werkers. Bijvoorbeeld de zus van mijn Oma was alleenstaand met mooi lang haar. Die had geen man meer. Dat vond ik heel erg voor haar. Ook een harde werkster, die zorgde voor haar inkomen en kleinkinderen als verkoopster op de markt. Hele lieve mensen heb ik in mijn leven gekend. Dat heeft mij ook gevormd tot een hartelijke persoonlijkheid. Eens toen ik mijn blokfluit op tafel had laten liggen, pakte mijn Opa die en begon een melodie erop te spelen. Ik dacht: zo! Ik heb hem nooit horen oefenen. Hoe komt het dat hij het zo goed kan? Ik vond het toen heel leuk en wilde graag samen met hem spelen, maar hij was de beste. Ik durfde het niet aan, hij was de beste. Mijn Oma kon ook heel mooi zingen en kende alle liederen van het Singi Boekoe, het Surinaams Zangboek van de Evangelische Broeder Gemeente, uit het hoofd. Ze wilde eens een keer een van die liederen zingen tijdens een familiebijeenkomst in Nederland. Ze begon te huilen en zei: “Ik kan niet meer zo goed zingen.” De fles van die gek, Giny In a Botlle; law, GIB, had haar geest bezoedeld. Ik heb veel inspiratie van mijn Oma gekregen. Ik was een keer aan het zingen toen hoorde ik een fluisterende stem zeggen: niet zo gillen als je zingt, maar zing vanuit je buik. Had veel verborgen talenten, artistieke gaven zoals tekenen en schilderen, en nog veel meer. Het tekenen zag ik in mijn oom, de zoon van mijn Opa, mijn oom had een tekenschrift. Daar had hij mooie levensechte tekeningen in staan. Dat bewonderde ik heel erg. De broer van mijn vader had een muziekband. Ik weet niet zo goed of hij ook meespeelde. Mijn moeder zei dat hij een banjo had. Hij was schilder. En kwam in een bejaardentehuis terecht. Kon niet naar hem toe want had geen geld daartoe. Ik kon de nood niet zo goed zien en als je ouder wordt besef je als volwassene hoeveel verdriet er in hem omging. Het ging toen al niet goed met mij. Ik had vliegangst en kon mijn Oma niet bezoeken en die stierf ongeveer 29 jaar geleden; ik kon haar niet begraven, had ook geen geld en geen werk en een dochter om voor te zorgen, was alleenstaand en zag geen uitweg om mijn lieve Oma naar haar laatste rustplaats te brengen. Na vijf jaar liet het verdriet mij pas los toen ik in de stromende regen huilend naar huis liep en sinds die tijd zoek ik liever de zon op dan de regen. Ik ben na de begrafenis van mijn vader in 1996 van mijn vliegangst afgekomen en had een korte tijd om mijn moeder te bezoeken in verband met de belangen van de familie van mijn vader en miste veel liefde van mijn moeder. Ze miste me heel erg. Ik had het niet door. In 2010 stierf mijn moeder en in 2016 gaf ze mij een teken om te verhuizen naar Suriname, omdat er iemand was die plannen had gemaakt om me om te brengen, omdat hij wist wie ik kan zien: Jezus. Het werd steeds gehinderd en ze stalen van alles wat mij toebehoort. Maar Jehovah’s wil Geschiede. Yehovah In God We Trust. Zo heette de Stichting die ik had opgericht in Suriname en wegens de slechten heb opgedoekt, omdat er dingen kapot zijn gemaakt en gestolen. Mijn singer-song-write-talent en acteertalent is door allerlei oorzaken niet echt tot ontwikkeling gekomen. Vooral wanneer ik meezing met muziek via YOUTUBE, merk ik dat ik ruimte nodig heb en dat de muren als het ware omgeduwd moeten worden om mijn lied te kunnen zingen en uit te voeren. Ik keek naar mijn moeders foto een middag en werd door haar geïnspireerd om het lied van een grote STER te zingen, waarvan ik de naam in verband met de privacy regels niet meld; If Can Dream. Ik heb er niet echt voor gekozen, maar kan het heel goed. Ik heb een Pedagogische Opleiding en loopbaan als leerkracht in het Basisonderwijs en af en toe in een Gospelkoor gezongen. Jehovah, ik bid tot u, helpt u mij, zodat ik de juiste personen om me heen heb, die mij helpen en beschermen tegen de goddeloze in Jezus Christus naam, Amen. Tot op de dag van vandaag heb ik last van zulke heel erg jaloerse mensen die mij het leven niet gunnen, om van te genieten en gelukkig te zijn. Ze kunnen niet tegen mij op. Wat een onrecht. Ik laat iedereen in zijn waarde en vergeef, maar het moet stoppen. God, stopt U het onrecht alstublieft. Gij zult niet begeren wat van uw naaste is. De omstandigheden van dit huidige tijdperk van de laatste dagen worden gekenmerkt: “Want de mensen zullen alleen om zichzelf geven en om geld. Ze zullen verwaand zijn, arrogant, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar en ontrouw. Ze zullen geen natuurlijke genegenheid hebben, voor geen enkele overeenkomst openstaan en kwaadsprekers zijn. Ze zullen onbeheerst en wreed zijn en geen liefde voor het goede hebben. Ze zullen verraders zijn, roekeloos en opgeblazen van trots, met meer liefde voor genot dan liefde voor God. Ze zullen een schijn van vroomheid hebben maar de kracht ervan niet blijken te bezitten. Ik was een gelukkig kind in het gezin. Heel erg verwend. En Jehovah heeft uit een mens (Adam) alle volken gemaakt om het hele aardoppervlak te bewonen. Ook heeft hij tijdperken en de grenzen van het woongebied van mensen bepaald. God wilde namelijk dat ze naar hem zouden tasten en hem ook echt zouden vinden hoewel hij eigenlijk niet ver is van elk van ons. Want dankzij hem leven we, bewegen we en bestaan we, zoals ook sommigen van jullie eigen dichters hebben gezegd: ”Want wij zijn ook zijn kinderen. (Hand.17:26-28) Ik weet wat er moet gebeuren.”
Vaak is mijn liefdesleven verstoord door gemene, egoïstische, hebzuchtige mensen, waardoor ik niet kon trouwen. Er zijn veel mensen die mij het geluk niet gunnen. Ze gunnen mij geen geluk. Het zou liefdevol zijn om ieder zijn geluk te gunnen. Ik heb eens in een flits een poos gezien dat er iets met twee witte duiven was. Het is toch zo leuk om twee personen liefdevol met elkaar om te zien gaan. En veel verdriet veroorzaken ze daardoor. En wel bijzondere, mooie, knappe en slimme mannen kwamen in mijn leven. Ik heb de man in mijn hart, die door Jezus was aangekondigd. Ik moest het aan hem geven, waar de naam van Jezus op staat, wanneer ik hem zou zien. Ik geloofde het eerst niet, maar hij kwam. Ik vond het niet zo mooi. Ik heb hiervan geleerd.


Sie haben die kostenlose Leseprobe beendet. Möchten Sie mehr lesen?