De Firmant

Text
0
Kritiken
Leseprobe
Als gelesen kennzeichnen
Wie Sie das Buch nach dem Kauf lesen
Schriftart:Kleiner AaGrößer Aa

Hij keek op de wekker en zag dat het iets na vieren was. Omdat hij maar niet kon slapen stond hij op, nam een glas water en ging even op het balkon staan. De koude herfstlucht deed hem goed. De wind joeg de wolken langs de hemel en af en toe scheen de maan blauw op de zwiepende takken van de oude eiken in de tuin. Langs dit balkon waren drie maanden eerder de inbrekers naar binnen gedrongen. Het badkamerraampje droeg nog steeds de sporen van een noodreparatie. Volgens de politie waren het professionals geweest, die het raam hadden laten springen. Ze hadden bijna alle juwelen van Henriëtte gestolen, ook dierbare erfstukken van hun beider moeders. Als hun kluis niet stuk was geweest hadden de juwelen niet een beetje her en der verstopt in schoenendozen gelegen. Henriëtte was al een halfjaar bezig die te laten maken. Iedere keer probeerde ze het weer met een ander bedrijf maar telkens was er een andere reden waarom het niet kon. Alsof de dieven het hadden geweten. Ook zijn halve studeerkamer was overhoopgehaald. Alle mappen en files lagen door elkaar op de grond. Het was een chaos. Maar de map met buitenlandse valuta, die op zijn bureau lag en waar alles bij elkaar toch behoorlijk wat cash in zat, hadden ze laten liggen. Dat was vreemd. Hadden ze die niet gezien of waren ze naar wat anders op zoek geweest? Er was uit de studeerkamer niets weg. Hoewel?

Hij miste zijn mapje met PetroAlg-documenten al een poosje. Hij had dat laatst pas gemerkt. Het was niet eerder opgevallen. Hij had veel van dat soort mapjes, eigenlijk van al zijn cliënten. Soms lagen die mapjes thuis, soms op kantoor of in de auto. Er stonden geen bijzonder confidentiële dingen in. Gewoon wat grotere rapporten en statistieken die niet echt geheim waren. Hij vond het handig om die uitgeprint te hebben voor als hij allerlei data en diagrammen naast elkaar wilde leggen. Alle notulen van onderhandelingen en andere afspraken, die echt confidentieel waren, stonden alleen op zijn laptop. En natuurlijk in de back-up systemen van de Firma. Laatst had hij een document nodig gehad en dat nergens kunnen vinden. Zijn administratie mocht dan voor een buitenstaander wat chaotisch lijken, hij raakte nooit wat kwijt. Zou dat dan misschien bij die inbraak verdwenen zijn? Hij ging die inbraak ineens in een heel ander licht zien. Zouden de dieven niet alleen op de juwelen uit zijn geweest? Was dat misschien alleen maar een afleiding? Hij schudde zijn hoofd even. Werd hij paranoïde? Misschien had hij dat mapje toch gewoon zelf op een stomme plek gelegd. Of had één van de jongens uit zijn team het.

Hij kreeg het koud en ging weer naar binnen. In zijn warme bed probeerde hij weer in slaap te vallen. Toch bleef dat mapje een beetje knagen nu hij vanwege PetroAlg in de shit was gekomen. Wat was er toch misgegaan met PetroAlg? Hij kon het maar niet bevatten. PetroAlg was één van de grootse olie- en gasbedrijven in Afrika en de Firma had al langere tijd geprobeerd daar voet aan de grond te krijgen. Jean was er al lang actief bezig en adviseerde wel eens, maar het was hem nooit gelukt om echt raadsman te worden daar. Wat ook niet hielp was de constante bemoeienis van Ahmet, die zijn eigen lijntjes had lopen binnen PetroAlg en met het Ministerie van Energie en daarover geen informatie deelde met Jean. Ahmet Öztürk, een Turk, was de regiomanager voor Afrika en had in die hoedanigheid een overkoepelende verantwoordelijkheid voor al het werk wat de Firma op dat continent deed. Jean du Pré werkte vanuit het Parijse kantoor en was binnen de industriepraktijk verantwoordelijk voor PetroAlg.

Normaliter hoefde dat geen conflicten op te leveren, ware het niet dat in regio’s waar niet veel werk zat, de firmanten elkaar altijd een beetje aan het beconcurreren waren of in ieder geval probeerden ook uren te schrijven op zo’n cliënt. Ondanks alle nobele praatjes binnen de Firma over normen en waarden moest er uiteindelijk ook gewoon geld verdiend worden en als je niet genoeg uren in rekening kon brengen, zou je toch vroeger of later voor een ‘up-or-out’ gaan. Floris had daar zelf nooit last van. Hij kwam om in het werk en kon het zich permitteren om genereus te zijn. Hij zag het dan ook als zijn missie om jongere partners juist mee te trekken en verantwoordelijkheid te geven, zodat zij konden groeien. Maar in Afrika liep het allemaal niet zo gemakkelijk, waardoor firmanten eerder elkaars concurrenten bij een klant waren dan collega’s. Tussen Jean en Ahmet was dat in ieder geval aan de hand geweest. En het was geen van beiden ooit gelukt om bij PetroAlg binnen te komen.

Twee jaar geleden was Floris op de jaarlijkse gasconferentie in Houston in contact gekomen met Omar Saadane, de CEO van PetroAlg. Ze hadden daar samen in een panel gezeten en ontdekt dat ze een wederzijdse klik hadden. Omar wilde heel graag met Floris verder praten over zijn ideeën over lange termijn LNG-contracten. En zo had de Firma, via Floris, dan eindelijk voet aan de grond gekregen bij PetroAlg. Jean vond het aanvankelijk niet leuk, maar accepteerde de hulp van Floris wel, zeker omdat er daardoor eindelijk werk verkocht kon worden in Algerije en omdat hij merkte dat Floris zelf helemaal niet bezig was met hoeveel uren hij kon declareren op een klant, waardoor hij en Ahmet ook uren konden gaan schrijven. Ahmet daarentegen bleef tegenwerken. Ze hadden een eerste onderhandeling afgesloten met een voor PetroAlg gunstig contract. Iedereen was zo tevreden dat ze gevraagd waren om de onderhandelingen met andere afnemers ook te gaan doen.

Jean was inmiddels van het toneel verdwenen. Hij was, na het afronden van het eerste contract, naar Singapore vertrokken om daar regiomanager te worden voor het Verre Oosten. Niemand had sindsdien meer contact met hem gehad. Hij hield alles af wat met Afrika te maken had. Hij was meestal ook niet bereikbaar: nam de telefoon niet op en reageerde niet op mailtjes. Best raar. In Algerije was daardoor een vacuüm ontstaan, want formeel was er nog geen raadsman. Floris was daar aanvankelijk alleen heen gekomen als een soort externe adviseur. Hij functioneerde daar de laatste twee jaar de facto wel als raadsman, maar hij was daartoe binnen de Firma nog niet aangesteld. Nooit was er gereageerd op zijn vraag wie nou die rol eigenlijk had. De manager van de industriepraktijk, Olaf, had hem mondeling gezegd dat hij die rol maar op zich moest nemen, maar verder was daar nooit iets over vast gelegd. Ahmet was daarom momenteel de enige die, als regiomanager, officieel verantwoordelijk was voor de PetroAlg-contracten.

Floris was net met Henriëtte aangekomen in Tokyo voor een grote conferentie van alle firmanten, toen Ahmet hem een document had toegestuurd om te ondertekenen. Het was in het Frans en hij las het niet eens, aannemende dat het weer ging om een interne bevestiging dat hij betrokken was bij het werk voor PetroAlg. Het moest allemaal erg snel tussen de bedrijven door en hij had een jetlag, maar er was haast bij geweest, want het werk moest beginnen. Een dag later kreeg hij een berichtje van Sonia, dat hij per ongeluk een contract had getekend, terwijl hij daarvoor niet bevoegd was. Hij had dat vervolgens onmiddellijk teruggekoppeld bij Ahmet. Deze had excuses gemaakt voor het misverstand en hem verzekerd dat het document al vernietigd was en daarmee leek de kous af te zijn. Hij had helaas geen idee van wat er in dat stuk gestaan had. Ahmet vertrouwde hij ook niet helemaal. Zou het kunnen dat Ahmet het toch niet had vernietigd en dat het contract met zijn naam eronder was gebruikt. Maar als dat het was, waarom vertelde niemand het hem dan? Hij zou dat gemakkelijk nog kunnen oplossen met Omar.

De verkapte staatsgreep die in het land gepleegd was, had namelijk uiteindelijk geen consequenties voor Omars positie gehad. De zittende president was onder druk van aanhoudende protesten uiteindelijk door het leger gedwongen op te stappen. Met hem werd zijn hele entourage ook aangepakt. Verscheiden ministers waren tot aftreden gedwongen en sommigen waren het land ontvlucht, om een vermoedelijke gevangenisstraf te ontlopen. Het was daar echt bijltjesdag geweest. De directeuren van de staatsbedrijven werden allemaal doorgelicht. De vorige CEO van PetroAlg was in de bak beland. Maar tegen Omar hadden ze niets kunnen vinden. Twee keer was hij onderzocht geweest en twee keer vrijgesproken van alle verdenkingen. Daarom mocht hij aanblijven als CEO. Omar en hij hadden een goede professionele relatie. Omar vertrouwde hem en hij had niet zo veel mensen om zich heen die hij echt kon vertrouwen. Als er wat mis was gegaan, dan kon hij dat echt nog wel herstellen.

De wekker ging en Floris schrok wakker. Hij moest dan toch in slaap gevallen zijn uiteindelijk. Brak stond hij op en liep naar de badkamer om zich te scheren. Beneden hoorde hij Henriëtte bezig in de keuken. Meestal was hij het eerste op.

VERDEDIGING EN AANVAL

“Ze hebben de verkeerde uitgezocht om mee te dollen”

Zijn ze gek geworden?

“Zijn ze gek geworden?” Dat was zo’n beetje de eerste reactie van de advocaat. Na een onrustige nacht was Floris iets later opgestaan dan normaal. Hij had even gezellig met Henriëtte ontbeten en was na de file naar Amsterdam gereden voor een eerste gesprek daar op het kantoor van Steven. Die was verbijsterd: “Dat zo’n professionele firma dit zó klungelig aanpakt!” En hij had gelijk, want hoe kun je iemand nu ontslaan zonder dat je een geldige ontslaggrond opgeeft. In de Verenigde Staten kon je daar misschien nog wel mee wegkomen, maar geen Nederlandse rechter zou daar natuurlijk mee akkoord gaan. Floris vroeg zich af of hij nog in beroep moest gaan om sterker te staan voor een rechtbank, maar dat was niet nodig volgens Steven. De arbeidsverhoudingen waren door het gebeurde zo beschadigd dat iedere rechter zou snappen dat daar toch niets meer aan te repareren viel. Sterker, in beroep gaan zou de Firma de kans geven een paar stommiteiten nog te herstellen. Er was nog steeds geen reden opgegeven voor het ontslag. En er was, voor zover Floris wist, geen ‘file’ van incidenten of waarschuwingen. Technisch was hij niet eens ontslagen, want er lag geen ontslagbrief. Ze hadden hem alleen die idiote ontslagregeling aangeboden, waarbij hij wel vast zou zitten aan twee jaar concurrentiebeding, geen vergoeding zou krijgen en zelfs niet het salaris waar hij recht op had. Uiteraard had hij niet getekend bij het kruisje.

 

Omdat hij formeel niet was ontslagen, kon Floris volgens Steven het beste gewoon blijven werken. Wat ze volgens hem wel moesten doen was zekerstellen dat de woningdelen die al van Floris waren ook bevestigd zouden worden en dat hij ook gewoon het volledige salaris, inclusief de woningdelen, over het lopende jaar zou krijgen. Omdat de Firma bij monde van Victor en Margaret meerdere keren had aangegeven dat niet te zullen doen was volgens hem een loonbeslag gerechtvaardigd. Pas in tweede instantie zouden ze dan kunnen onderhandelen over een eventueel ontslag. Als dat via de rechter zou gaan dan zou dat in Nederland hooguit een halfjaar, volgens de UWV-formule, opleveren, of iets langer, gedurende de periode van het concurrentiebeding. Maar een claim voor gederfd inkomen of een beschadigde carrière dat zat er volgens Steven inderdaad niet in. Ook de zestien eerdere jaren bij LexCo konden op geen enkele manier meetellen.

Maar voor Floris was het al genoeg als hij in ieder geval gewoon het volledige salaris over het afgelopen jaar en al zijn woningdelen kreeg, waarmee hij dan tenminste zijn huis zou kunnen houden. Hij rekende erop dat hij toch wel snel een nieuwe baan zou vinden. Volgens de advocaat kon ook zonder officiële documenten voldoende aannemelijk gemaakt worden dat de woning een deel van het salaris was. De koopakte van het huis stond weliswaar op naam van de Firma, maar omdat er aantoonbaar geen huur of aflossing werd betaald, was het toch duidelijk dat het een onderdeel was van de arbeidsvoorwaarden. Over de eigendomsoverdracht na die interne aflossing zouden ze eventueel andere firmanten kunnen oproepen om daar onder ede een verklaring over af te leggen. Volgens Steven was dat zeker mogelijk. En ook de opnames van de gesprekken met Victor zouden volgens hem gebruikt mogen worden. “Dat wil echt niemand, omdat dan de salarisstructuur van de Firma publiek wordt. En in de VS zijn ze als de dood dat de The New Post het oppikt,” meende Floris.

Verder was er geen ontslaggrond opgegeven. Ging het nu om een klacht over onheuse bejegening? Maar naar wie dan en wanneer en hoe? Zonder verdere specificaties was dat een volstrekt ongeloofwaardige ontslaggrond. En als er problemen waren geweest met een contract, zoals Victor had aangegeven, dan was dat inderdaad de verantwoordelijkheid van Ahmet. En als het ging om een contract wat hij helemaal niet had mogen tekenen dan was dat nog steeds de verantwoordelijkheid van Ahmet. En als het allemaal zo ernstig was, waarom hadden ze dan een jaar gewacht om dat verder te onderzoeken? Dus ook dat was ongeloofwaardig. Want waarom stond de Firma dan toe dat Floris nog steeds aan het werk was en de ene na de andere nieuwe cliënt binnenhaalde? En hij was formeel niet eens ontslagen. Zijn computer en telefoon deden het nog en op kantoor was het ‘business as usual’. Er werden hotels en tickets voor hem geboekt en hij bleef overal zijn teams aansturen.

Nee, de Nederlandse rechter zou er gehakt van maken. Daarom was het volgens Steven wel belangrijk om alle mails en stukken die er rond die PetroAlg-contracten waren geschreven nog eens na te lopen voor het geval daar toch nog iets aan het licht zou komen wat mogelijk tegen Floris gebruikt kon worden. Alleen werden die mails altijd na een jaar automatisch gewist door de Firma. Maar hij zou die kunnen opvragen, omdat ze altijd wel ergens bewaard blijven. De Commissie had al die mails onderzocht en Floris had daarom het recht om ze allemaal op te vragen om zijn verdediging te kunnen voeren. Aan het einde van het gesprek waarschuwde Steven nog wel: “Houd er rekening mee dat ze vanaf nu je telefoon en je computer hacken. Dus alles wat je privé wilt houden, of in iedere geval verborgen voor de Firma, zoals onze gesprekken bijvoorbeeld, kun je beter via een andere telefoon doen.” Het was, volgens hem, bij alle grote bedrijven de gebruikelijke gang van zaken in dit soort gevallen.

’s Middags op kantoor reageerden de Amsterdamse firmanten die op de hoogte waren op eenzelfde manier: “Zijn ze helemaal gek geworden daar in New York?” Inmiddels had Lars iemand uit die gedragscommissie gesproken. Zij had het niet met zoveel woorden gezegd, maar hij had de indruk gekregen dat er op zijn minst verdeeld was gestemd binnen die commissie en dat het daarom ook vrij lang had geduurd voordat ze Floris uiteindelijk hadden laten weten wat het eindoordeel was. Normaliter duurde dat namelijk hooguit één of twee dagen. Hij had ook begrepen dat er binnen de gedragscommissie meerdere mensen waren die hoopten dat hij echt in beroep zou gaan, als een testcase voor de Firma. En dat hoopten de Amsterdamse firmanten ook. Zij gingen ervan uit dat de commissie in deze zaak zo eclatant gefaald had, dat een beroepscommissie ze zeker terug zou fluiten. In die laatste commissie zaten alleen maar firmanten en de voorzitter ervan zat ook in de bestuursraad van de Firma. Ook Jurriaan en Olaf hadden inmiddels wat dingen uitgezocht en ontdekt dat er eigenlijk niets was tegen Floris. Hun aanvankelijke reserves lieten ze nu helemaal varen. Olaf vond het daar bovenop ook heel bizar dat bij dat onderzoek niemand hem, als leider van de industriepraktijk, iets had gevraagd. Als er iets mis was gegaan binnen zijn praktijk met gascontracten dan was het allereerst aan hem om daar een oordeel over te geven. De drie firmanten beloofden hem te gaan helpen binnen de Firma en wat hen betrof, bleef in Amsterdam alles gewoon bij het oude. Ze zouden ook verder niemand informeren. Ze benadrukten nogmaals dat hij vooral niet zijn recht extern moest proberen te halen.

In de auto onderweg naar huis belde Dirk hem nog. Ook hij was van mening dat een beroep heel kansrijk was: “Die klerken in de gedragscommissie snappen de business niet. Ze weten niets van energie en niets van Afrika. In de beroepscommissie zitten alleen maar firmanten. Die zullen dit echt allemaal wel terugdraaien. Misschien dat ze je formeel een waarschuwing moeten geven of dat je die klant niet meer mag bijstaan.” Dirk was vol vertrouwen in de goede afloop. Dat wilde hij ook zijn, want datgene wat ze Floris leken te verwijten, was voor hem, en voor de meeste partners, gewoon de normale manier van doen. Dus iedereen zou dan een probleem kunnen krijgen. Hij had opgevangen dat die gedragscommissie zichzelf de laatste tijd wat belangrijker wilde maken binnen de Firma, haar eigen gezag vergroten. Daar zat hij in ieder geval niet op te wachten. Daarom vond ook hij dat dit echt een interne aangelegenheid was die ook intern opgelost moest worden: “Ga vooral niet extern hiermee. En wat er ook gebeurt, wij blijven vrienden.” Dat had Floris toch een beetje ontroerd.

Zondebok?

“Ja ja,” zei Henriëtte: “ik hoor vooral overal in doorklinken dat ze echt niet willen dat je extern gaat. Blijven ze ook je vrienden wanneer je uiteindelijk toch naar de rechter moet stappen? Of verwachten ze echt dat de beroepscommissie die gedragscommissie volledig terug zal fluiten? Of dat jij uiteindelijk een onterechte sanctie accepteert en tekent bij het kruisje? Maar we wachten af. Wie weet wat eruit komt als zij zich ermee gaan bemoeien.” Floris had niet de indruk dat zij heel veel invloed konden hebben op het proces omdat de status van deze commissies kennelijk erg onafhankelijk zou zijn. Van de andere kant, waren Lars en Olaf wel echt grote mannen binnen de Firma. De juridische stappen met zijn advocaat ging hij sowieso doorzetten, ook om de druk erop te houden. Henriëtte had gelijk. Zoals het nu liep, riskeerde hij alles wat hij binnen de Firma had opgebouwd kwijt te raken. Het huis waar hij zes jaar voor had gewerkt zouden ze dan zomaar kunnen kwijtraken. Niemand kon verwachten dat hij dat zomaar zou laten gebeuren. De Firma had het dom gespeeld, want op deze manier was hij een man die niets te verliezen had bij een gang naar de rechter. Van hem mocht alles openbaar worden.

Ze zaten alweer gezellig samen aan tafel op een doordeweekse dag. Hij vertelde Henriëtte over zijn gesprek met de advocaat en dat ze in het uiterste geval ook firmanten zouden kunnen oproepen om te getuigen. “Dat gaan ze echt proberen te voorkomen.” Maar of de Firma zou toegeven dat er een fout gemaakt was en alles zou terugdraaien, daar had hij toch een hard hoofd in. Dus voor hem was dit sowieso het einde van zijn carrière bij de Firma. Tenzij er echt een excuus zou worden gemaakt, maar dat zou nooit gebeuren. “Victor gaat nooit toegeven dat hij een fout heeft gemaakt. Ook al heeft hij dat inmiddels misschien wel door, hij zal blijven volhouden dat het terecht was.” Henriëtte was daar ook bang voor: “Hij is zo’n mascotte voor de Firma, dat iedereen zijn perfecte imago natuurlijk graag in stand wil houden, dus hij zal ook wel koste wat kost gesteund worden.”

“Wat voor iemand is hij eigenlijk?” Terwijl Floris het espressoapparaat aanzette pakte Henriëtte haar laptop er eens bij en begon wat te googelen. Victor was zijn loopbaan bij de Firma begonnen in de medische praktijk en had altijd alleen binnen die praktijk gewerkt tot hij zich meer was gaan bemoeien met het management van de Firma. Hij was blijkbaar oorspronkelijk verpleegkundige en had een beurs bemachtigd voor een prestigieuze International Law School. En zo was hij uiteindelijk bij de Firma gekomen. “Dit heerschap is ongetwijfeld goed in de medische praktijk, maar het is ook wel duidelijk dat hij geen enkele kennis of ervaring heeft op het gebied van energie. Best bijzonder dat hij zich een oordeel heeft gevormd zonder Olaf naar zijn mening te vragen”, concludeerde Henriëtte, “maar we weten natuurlijk niet wie er verder in die ‘Commissie Stiekem’ zitten.” Floris kende Victor’s achtergrond niet. Het had hem nooit zo geïnteresseerd. Iedereen deed altijd zo hyper over Victor, maar hij was niet zo onder de indruk van hem. Hij haalde zijn schouders op en klopte de melk tot schuim voor de cappuccino.

Victor was als zoon van arme Mexicaanse immigranten opgegroeid in illegaliteit en was uit de kast gekomen in de typische Latino machogemeenschap. Hij was een succesverhaal en het levende bewijs dat de Firma gelijke kansen voor iedereen bood. Een dubbele ‘tick-in-the-box’ voor diversiteit. En omdat de Firma niet zo heel veel van dat soort levende bewijzen had, moest hij altijd en overal weer in de spotlights worden gezet. Hij was ongetwijfeld goed in wat hij deed, maar Floris vond ook dat hij naast zijn schoenen was gaan lopen. Hij werd inmiddels ontvangen door presidenten en verkeerde in de kringen van hoge VN-functionarissen en ambassadeurs, welke hij tot zijn vrienden rekende. Voor zijn inzet voor gelijke kansen was hij gelauwerd met meerdere onderscheidingen. En hij was kennelijk ook de voorzitter van deze geheime ethische commissie. Het leek best logisch allemaal.

Behalve dan één dingetje: die medische praktijk was toevallig wel de praktijk waar momenteel het meest recente schandaal speelde. En hij was misschien niet de leider, maar wel één van de belangrijke firmanten binnen die praktijk. Wie waren zijn eigen cliënten eigenlijk? Door die laatste beoordeling van Floris wisten ze nu dat je binnen de Firma het hoogste level alleen kon bereiken als je grote eigen cliënten had. “De medische praktijk van de Firma heeft veel gedaan voor de farmaceuten die nu betrokken zijn bij de opiatenaffaire,” dacht Floris hardop. “Die opiatenaffaire in de VS?” vroeg Henriëtte. “Niet alleen in de VS, over de hele wereld, ook in Nederland lopen er nu zaken van mensen die verslaafd zijn geraakt aan die middelen. Of verslaafd zijn gemaakt. Dat is waar deze affaire nu om draait. De Firma staat onder andere Jacobs&Co bij,” wist Floris. “Hoever zijn ze gegaan om het medicijn aan de man te brengen? Zijn ze aansprakelijk te stellen daarvoor? The New Post is daarin gedoken en heeft er al over gepubliceerd. Het zijn pitbulls. Ze laten niet los. Want ze verdenken de Firma ervan aan de voorkant ook al geadviseerd te hebben daarbij. Zeg maar, meedenken en adviseren over hoever je kan gaan in je marketing dat het nog binnen de grenzen van de wet valt.” “En is dat ook zo?” vroeg ze. Hij verzuchtte: “Het is waarschijnlijk, want dat is wat we meestal doen bij onze grote vaste cliënten. We helpen ze juist problemen te voorkomen. Maar nu bijt The Post zich er dus in vast. Die hebben ergens lucht van en gaan dat tot de bodem uitzoeken. De Firma is daar als de dood voor.”

 

Op zich kon Floris het zich wel voorstellen dat ze binnen de Firma nu extra voorzichtig waren. Ze waren de laatste tijd een aantal keren negatief in het nieuws gekomen. De Firma opereerde het liefst onzichtbaar, buiten alle aandacht. “We hebben al dat schandaal gehad in Angola, wat vol in de pers is uitgemeten. Nu liggen we opnieuw onder vuur vanwege die opiatenaffaire en dan is er kennelijk ook nog iets met een uitje in Tibet.” “Welk uitje?” wilde Henriëtte weten. Floris wist daar niet heel veel van. Er werd eigenlijk niet echt over gepraat binnen de Firma. Maar wat hij had begrepen, was dat er een grote firmanten-conferentie was geweest in Tibet, waarvoor de lokale bevolking gedwongen was geweest hun dorp te ontruimen. Het was gebeurd voordat hijzelf firmant was geworden en niemand wist precies hoe de vork in de steel had gezeten. Het waren de lokale Chinese autoriteiten geweest die grond beschikbaar hadden gesteld voor een mooie luxe camp-site. Later kwamen er geruchten los over die ontruiming. Kennelijk waren journalisten daar ook al in gedoken. Was het waar? Floris had geen idee. Kon het waar zijn? Best wel.

Hij wist dat de Firma in sommige landen veel gedaan kon krijgen. Zijn eigen partner-introductiecursus, toen hij zes jaar geleden bij de Firma was gekomen, was in Birma geweest. Henriëtte was daar ook bij geweest. Behalve de professionele sessies waren er ook allerlei luxe excursies geweest met een privé-trein die vertrokken was vanaf een eigen station dat de Firma daar een aantal jaren eerder speciaal voor een ander congres had laten aanleggen. Dit station was daarna wel voor algemeen gebruik, dus ze hadden dat toen vooral gezien als een mooi stukje lokaal ontwikkelingswerk van de Firma. Maar het gaf ook aan dat de invloed in sommige landen erg groot was of dat er in ieder geval een goede relatie met de autoriteiten was. Zouden ze in Tibet iets te enthousiast geweest zijn om de Firma te accommoderen?

“Eigenlijk zijn er dus op dit moment best veel affaires waar de Firma op een of andere manier bij betrokken lijkt te zijn,” concludeerde Henriëtte. “En dan zijn ze nu misschien kopschuw geworden en bij voorbaat al in paniek op het moment dat ze denken dat er ergens weer iets niet goed gaat.” Daar leek het wel een beetje op. “En wie was daar toen eigenlijk verantwoordelijk? Zat Neil daar toen niet als regiomanager in Beijing? Tijdens die conferentie laatst in Kenia was hij helemaal lyrisch over hoe de chinezen alles aanpakten.” “Nee, hij zat in Singapore, maar hij leidde vandaar wel de regio,” antwoordde Floris. “Maar zo’n akkefietje in Tibet viel dus wel onder zijn verantwoordelijkheid?” concludeerde Henriëtte. “En nu is hij de CEO van Firma.” Ja, dan kon ze zich wel voorstellen dat de Firma een beetje panisch begon te worden over al die aandacht in de pers de laatste tijd. Zowel Neil als Victor hadden dus misschien een lijk in de kast.

En zouden ze dan daarom zo panisch reageren op een klacht of een vermoeden van een onregelmatigheid in Algerije? Was het een overreactie? Of waren ze bang voor een volgend schandaal en wilden ze meteen kunnen laten zien dat ze de betrokkenen eruit gegooid hadden? Er was daar natuurlijk wel een staatsgreep geweest. Misschien waren ze bang dat een nieuwe regering zou gaan klagen over de bestaande gascontracten en dan de schuld bij de Firma zou kunnen leggen. Het ontslag van de verantwoordelijke firmant zou dan in ieder geval een ferme respons kunnen zijn. Als die dan ook malversaties zou hebben gepleegd in die contracten. Maar om te beginnen waren er geen klachten over die contracten. Hoe kon het ook? Ze waren buitengewoon gunstig voor Algerije. De huidige president was slechts een interim-president en over een paar maanden zouden er verkiezingen worden gehouden. Floris kon zich niet voorstellen dat een nieuwe president ontevreden zou kunnen zijn over dat laatste LNG-contract, waar hij bij geholpen had. En dan nog? Waarom waren dan Floris en Sonia bij die commissie aangebracht voor onderzoek. Waarom niet Ahmet, die per slot van rekening de regiomanager was en momenteel de enige met een formele verantwoordelijkheid daar. Of Stefan, die daar full time mee bezig was geweest. Niet dat hij het Stefan gunde, maar toch was het vreemd.

Henriëtte raakte er steeds meer van overtuigd dat Floris en Sonia misschien wel als zondebokken gekozen waren voor het geval er in de toekomst toch nog gedoe zou komen. Er was tot nu toe niets concreets tegen Floris opgebracht. Floris wist dat ze binnen de Firma al langer van Sonia af wilden, vanwege die affaire die ze had gehad. Dat had hij wel opgevangen. Maar hijzelf was voor de Firma toch een heel lucratieve firmant, waarvan hij zich niet kon voorstellen dat ze hem graag zouden laten gaan. “En toch ben jij ook een gemakkelijke zondebok voor de Firma,” meende Henriëtte, “als zij-instromer is er binnen de firma als geheel toch minder sympathie voor jou, je behoort niet tot de ‘familie’, je bent geen ‘eigen kweek’ zeg maar. Je weet zelf ook dat er nog steeds heel veel mensen zijn die jou niet echt vertrouwen en vinden dat jij niet echt de waarden van de Firma deelt. Het verhaal is goed te verkopen binnen de Firma. En dan zijn er ook nog al die firmanten die jou als een bedreiging zien, omdat je zoveel succesvoller bent bij klanten dan zijzelf. En daarbij ben je ook nog eens goedkoop om te ontslaan. Als ze tenminste rekening houden met de Nederlandse ontslagvergoedingen dan hoeven ze jou maar te vergoeden op basis van zes gewerkte jaren.”

Henriëtte zou best wel eens gelijk kunnen hebben. Als het zoiets zou zijn, dan zou het in ieder geval beter verklaren waarom ze niets serieus met dat memo hadden gedaan, waarom ze Olaf er niet bij hadden betrokken, waarom Margaret en Victor hem hadden aangegeven dat een beroep zinloos zou zijn en ook waarom de Amsterdamse partners er ook niets van begrepen. Er speelde iets op hoger niveau binnen de Firma. Het bleef bizar, maar het was eigenlijk de enige verklaring die op dit moment ergens op sloeg. De grote machtige Firma die het kleine pionnetje Floris opoffert om het grote geheel te redden. Maar dan hadden ze mooi de verkeerde te pakken. Hij zou het gaan aanvechten, ze zouden nog wel eens merken wat een Nederlandse rechter hiervan zou vinden. Hij had niets te verbergen en hij had ook niets meer te verliezen. Maar hij realiseerde zich dat hij dit spel wel slim moest spelen, want de Firma was een machtige tegenstander met tentakels overal.

Om te beginnen was het van belang dat ze niet afgeluisterd konden worden of dat hun mails meegelezen werden. Dat was een goed advies geweest van Steven. Henriëtte raadde hem aan zijn broer om advies te vragen. Dat was een goed idee, want die werkte al heel lang in de IT. Maarten was inmiddels de vijftig ook al gepasseerd en als je dan nog steeds de werkgevers voor je in de rij hebt staan, dan doe je toch iets goed. Binnen de familie dacht iedereen dat hij ook kon hacken, maar dat hij dat alleen maar niet deed omdat het strafbaar was. Dus belde Floris diezelfde avond nog even met Maarten. Deze kon hem precies uitleggen wat bedrijven doen om hun werknemers in de gaten te houden en wat daarbij wel en niet mag van de wet. Maar dat WhatsApp het best beveiligd was tegen dat soort praktijken: “Dus als je met je advocaat belt of iemand anders om dingen te bespreken kun je het beste bellen via WhatsApp. Ik zou zelfs Henriëtte waarschuwen met haar telefoon, want jullie nummers zijn misschien gekoppeld. Mails via je eigen provider zijn in principe ook veilig zolang je ze maar niet downloadt op je computer. Je kunt documenten versturen en ontvangen en zolang je ze niet binnenhaalt op je eigen computer kan de Firma er niet bij.” Het was een goed idee geweest om Maarten te bellen. Alle documenten en ook het opgenomen gesprek met Victoria zouden ze opslaan op de computer van Henriëtte en op losse USB-sticks.