Voordat hij ziet

Text
0
Kritiken
Leseprobe
Als gelesen kennzeichnen
Wie Sie das Buch nach dem Kauf lesen
Voordat hij ziet
Schriftart:Kleiner AaGrößer Aa

VOORDAT HIJ ZIET

(EEN MACKENZIE WHITE-MYSTERIE – BOEK 2)

B L A K E P I E R C E

Blake Pierce

Blake Pierce is de auteur van de bestseller reeks RILEY PAGE mysteries die dertien boeken telt (en er komen er nog steeds bij) Blake Pierce is ook de auteur van de spannende reeks over MACKENZIE WHITE, die bestaat uit negen boeken (en er komen er steeds bij); van de spannende reeks over AVERY BLACK, die uit zes boeken bestaat; van de spannende reeks over KERI LOCKE, die uit vijf boeken bestaat; van de HOE RILEY PAIGE BEGON reeks, die bestaat uit twee boeken (en er komen er nog steeds bij); van de spannende reeks over KATE WISE, die uit twee boeken bestaat (en er komen er nog steeds bij); van de spannende reeks psychologische thrillers over CHLOE FINE, die bestaat uit twee boeken (en er komen er nog steeds bij); en van de spannende reeks psychologische thrillers over JESSIE HUNT, die bestaat uit drie boeken (en er komen er nog steeds bij).

Als verwoede lezer en levenslange fan van het mystery en thriller genre, hoort Blake graag wat u te vertellen heeft, bezoek dus www.blakepierceauthor.com om meer te weten te komen en contact te houden.

Copyright © 2016 door Blake Pierce. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de Amerikaanse Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of verzonden worden in welke vorm of op welke manier dan ook, of opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Dit e-boek is alleen gelicentieerd voor persoonlijke doeleinden. Dit e-boek mag niet worden doorverkocht of weggegeven aan andere mensen. Als u dit boek met een andere persoon wilt delen, koop dan een extra exemplaar voor elke ontvanger. Als u dit boek leest en het niet hebt gekocht, of het niet alleen voor uw eigen gebruik is gekocht, stuur het dan terug en koop uw eigen exemplaar. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur. Dit is een fictief werk. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn ofwel het product van de verbeelding van de auteur of worden fictief gebruikt. Elke gelijkenis met werkelijke personen, levend of dood, is geheel toevallig. Omslagbeeld copyright lassedesignen, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com.

BOEKEN VAN BLAKE PIERCE

SPANNENDE, PSYCHOLOGISCHE THRILLERS MET JESSIE HUNT

DE PERFECTE ECHTGENOTE (boek 1)

DE PERFECTE WIJK (boek 2)

RILEY PAIGE MYSTERIE-SERIE

EENS WEG (boek 1)

EENS GEPAKT (boek 2)

EENS BEGEERD (boek 3)

EENS GELOKT (boek 4)

EENS GEJAAGD (boek 5)

AVERY BLACK MYSTERIE-SERIE

MOORD MET EEN HOGER DOEL (boek 1)

OP DE VLUCHT VOOR HOGERE KRACHTEN (boek 2)

SCHUILEN VOOR HOGE VLAMMEN (boek 3)

REDEN OM BANG TE ZIJN (boek 4)

REDEN OM TE REDDEN (boek 5)

MACKENZIE WITTE MYSTERIE-SERIE

VOORDAT HIJ DOODT (boek 1)

VOORDAT ZE ZIET (boek 2)

KATE WISE MYSTERIE SERIE

WIST ZE MAAR (boek 1)

INHOUDSOPGAVE

PROLOOG

HOOFDSTUK EEN

HOOFDSTUK TWEE

HOOFDSTUK DRIE

HOOFDSTUK VIER

HOOFDSTUK VIJF

HOOFDSTUK ZES

HOOFDSTUK ZEVEN

HOOFDSTUK ACHT

HOOFDSTUK NEGEN

HOOFDSTUK TIEN

HOOFDSTUK ELF

HOOFDSTUK TWAALF

HOOFDSTUK DERTIEN

HOOFDSTUK VEERTIEN

HOOFDSTUK VIJFTIEN

HOOFDSTUK ZESTIEN

HOOFDSTUK ZEVENTIEN

HOOFDSTUK ACHTTIEN

HOOFSTUK NEGENTIEN

HOOFDSTUK TWINTIG

HOOFDSTUK EEN EN TWINTIG

HOOFDSTUK TWEE EN TWINTIG

HOOFDSTUK DRIE EN TWINTIG

HOOFDSTUK VIER EN TWINTIG

HOOFDSTUK VIJF EN TWINTIG

HOOFDSTUK ZES EN TWINTIG

HOOFDSTUK ZEVEN EN TWINTIG

HOOFDSTUK ACHT EN TWINTIG

HOOFDSTUK NEGEN EN TWINTIG

HOOFDSTUK DERTIG

HOOFDSTUK EEN EN DERTIG

HOOFDSTUK TWEE EN DERTIG

HOOFDSTUK DRIE EN DERTIG

HOOFDSTUK VIER EN DERTIG

PROLOOG

Susan Kellerman wist dat ze zich netjes moest aankleden. Ze werkte als vertegenwoordiger voor een bedrijf en ze moest nieuwe klanten zien te werven, dus haar uiterlijk was heel belangrijk. Wat ze echter niet begreep was waarom ze in godsnaam hakken moest dragen. Ze droeg een mooie zomerjurk en had het perfecte paar bijpassende schoenen. Maar nee ... het bedrijf stond erop dat ze hakken droeg. Iets over verfijnde smaak.

Ik betwijfel of het dragen van hakken iets te maken heeft met het slagingspercentage van een verkoop, dacht ze. Vooral niet als de potentiële klant een man was. Volgens haar verkoop instructies was de persoon in het huis dat ze nu moest bezoeken inderdaad een man. Daarom controleerde Susan de kraag van haar jurk. Ze wilde wat decolleté laten zien, maar niet ordinair overkomen.

Dit, dacht ze, toont stijl.

Met de vrij onhandige grote koffer in haar hand liep ze klossend op haar hakken de traptreden van het voorportaal op en belde aan. Terwijl ze stond te wachten keek ze snel nog eens naar de voorkant van het huis. Het was een eenvoudig huisje aan de rand van een middenstands buurt. Het gras was recent gemaaid, maar de kleine bloembedden direct naast de traptreden die naar de voordeur leidde dienden dringend gewied te worden.

Het was een rustige buurt, maar niet eentje waar Susan graag in zou willen wonen. De kleine traditionele arbeiderswoningen met één verdieping lagen verspreid door de straat. De meesten, dacht ze, waren vast het eigendom van oudere stellen of mensen die moeite hadden om hun rekeningen te betalen. Vooral dit huis zag eruit alsof het na één hevige storm of financiële crisis door de bank in beslag zou worden genomen.

Ze stak haar hand uit om opnieuw op de bel te drukken maar voordat ze hier de kans toe kreeg werd de deur geopend. De man die opendeed was van gemiddelde grootte en goed gebouwd. Ze vermoedde dat hij ongeveer veertig was. Er was iets vrouwelijks aan hem, ze zag het aan de manier waarop hij de deur opendeed en haar een brede, heldere glimlach gaf.

“Goedemorgen,” zei de man.

“Goedemorgen,” zei ze.

Ze kende zijn naam, maar was tijdens haar training geïnstrueerd om deze nooit te gebruiken, totdat de communicatielijnen wijd open lagen. Wanneer je ze meteen met hun naam begroette, voelden ze zich eerder een doel dan een klant, ook wanneer ze zelf de afspraak van tevoren gepland hadden.

Omdat ze hem geen kans wilde geven ​​om haar vragen te stellen en zo de leiding over het gesprek te nemen, voegde ze eraan toe: “Ik vroeg me af of u misschien een moment heeft om met me te praten over uw huidige dieet.”

“Dieet?” Vroeg de man met een grijns. “Ik ben niet op dieet. Ik eet wat ik wil.”

“Oh, dat moet heerlijk zijn,” zei Susan opgewekt en met haar meest charmante glimlach. “Zoals u natuurlijk weet, kunnen niet veel mensen ouder dan dertig dat zeggen en een gezond en goed figuur behouden.”

Voor het eerst keek de man naar de koffer in haar linkerhand. Hij glimlachte opnieuw en deze keer was het een luie lach, het soort glimlach dat iemand zou geven wanneer ze door hadden dat ze bedonderd waren.

“Wat verkoop je?”

 

Het was een sarcastische opmerking, maar het was tenminste geen deur die in haar gezicht dichtgegooid werd. Ze beschouwde dat als de eerste overwinning om binnen te komen. “Nou, ik ben hier namens de A Better You Universiteit,” zei ze. “We bieden volwassenen boven de dertig een zeer eenvoudige en methodische programma aan om in vorm te blijven, zonder naar de sportschool te gaan of hun levensstijl al te veel te veranderen.”

De man zuchtte en zijn hand ging naar de deur. Hij keek verveeld, klaar om haar af te poeieren. “En hoe gaat dat dan?”

“Door een combinatie van proteïneshakes, gemaakt met onze eigen proteïnepoeders, en meer dan vijftig gezonde recepten om uw dagelijkse voeding die boost te geven die het nodig heeft.”

“En dat is het?”

“Dat is het,” zei ze.

De man dacht hier even over na en keek naar Susan en toen naar de grote koffer in haar hand. Vervolgens keek hij op zijn horloge en haalde zijn schouders op.

“Ik zal je wat vertellen,” zei hij. “Ik moet binnen tien minuten vertrekken. Als je me binnen die tijd kunt overtuigen, heb je een klant. Ik doe alles om te voorkomen dat ik terug moet naar de sportschool.”

“Prima,” zei Susan, inwendig ineenkrimpend over het neppe optimisme in haar stem.

De man stapte opzij en gebaarde haar het huis in. “Kom binnen,” zei hij.

Ze stapte naar binnen en ging de kleine woonkamer in. Een oud uitziende televisie stond op een met krassen bedekt entertainmentcentrum. In de hoeken van de kamer stonden een paar stoffige oude fauteuils en een verfrommelde bank. Overal stonden keramische beeldjes en lagen kleedjes. Het leek meer op het huis van een oude vrouw dan op dat van een vrijgezelle man.

Om redenen die ze niet kon benoemen, hoorde ze in haar hoofd allerlei alarmbellen afgaan. Ze probeerde haar angst te onderdrukken met een wankele logica. Dus of hij is ongelooflijk de weg kwijt, of dit is niet zijn huis. Misschien woont hij bij zijn moeder.

“Is hier goed?” Vroeg ze, wijzend naar de salontafel voor de bank.

“Ja, daar is prima,” zei de man. Hij deed de deur dicht en glimlachte naar haar.

Toen de deur eenmaal gesloten was voelde Susan het kriebelen in haar buik. Het voelde alsof de temperatuur in de kamer flink was gedaald en al haar zintuigen stonden op scherp. Er was iets mis. Het was een bizar gevoel. Ze keek naar het dichtstbijzijnde keramieken beeldje, een kleine jongen die een wagentje voorttrok, alsof dat antwoord zou kunnen geven.

Ze begon haar presentatie voor te bereiden. Ze pakte een paar zakjes van het A Better You proteïnepoeder en de gratis miniblender (met een winkelwaarde van 35 euro, maar bij de eerste aankoop krijgt u deze geheel gratis!) om zichzelf af te leiden.

“Nu,” zei ze, in een poging kalm te blijven en de kilte te negeren die ze nog steeds voelde. “Bent u geïnteresseerd in gewichtsverlies, gewichtstoename of het behoud van uw huidige figuur?”

“Dat weet ik niet,” zei de man, die over de salontafel gebogen stond en naar de spullen keek. “Wat zou u zeggen?”

Susan had moeite haar stem terug te vinden. Zonder dat daar een echte reden voor was voelde ze zich ineens bang.

Ze keek naar de deur. Haar hart klopte in haar keel. Had hij de deur op slot gedaan? Vanaf de plek waar ze zat was het moeilijk te zeggen. Ze besefte dat de man nog steeds op antwoord wachtte. Ze schudde de hersenspinsels weg en probeerde terug te keren in de presentatie-modus.

“Tja, ik weet het niet,” zei ze.

Ze keek weer naar de deur. Plotseling leken de nepogen van alle porseleinen figuurtjes in de kamer haar aan te staren, haar aan te kijken als roofdieren.

“Ik eet niet al te slecht,” zei de man. “Maar ik heb wel een zwak voor limoentaart. Zou ik nog steeds limoentaart kunnen eten met dit dieet?”

“Misschien,” zei ze. Ze rommelde door haar spullen en trok de koffer dichter naar zich toe. Tien minuten, dacht ze, ze voelde zich met de seconde minder op haar gemak te voelen. Hij zei dat hij tien minuten had. Zo lang kan ik het wel volhouden.

Ze vond het kleine pamflet waarin stond wat de man tijdens het programma zou mogen eten, en keek hem aan terwijl ze het overhandigde. Hij pakte het aan en terwijl hij dat deed streek zijn hand even over de hare.

Wederom gingen de alarmbellen in haar hoofd af. Ze moest daar weg. Ze had dit nog nooit eerder gevoeld als ze in het huis van een potentiële klant was, maar dit was zo overweldigend dat het haar helemaal in beslag nam.

“Het spijt me,” zei ze, terwijl ze haar materialen verzamelde en terug in de koffer deed. “Maar ik herinner me ineens dat ik over nog geen uur een vergadering moet bijwonen, en het is helemaal aan de andere kant van de stad.”

“Oh,” zei hij, terwijl hij het pamflet bestudeerde dat ze hem net had overhandigd. “Nou, ik begrijp het. Oké. Ik hoop dat je nog op tijd komt.”

“Bedankt,” zei ze snel.

Hij gaf haar het pamflet terug en met een trillende hand pakte ze het aan. Ze stopte het in de koffer en liep naar de voordeur.

Deze zat inderdaad op slot.

“Sorry,” zei de man.

Terwijl ze haar hand uitstak naar de deurknop draaide Susan zich om.

Ze zag de klap bijna niet aankomen. Ze zag alleen een verblindende witte vuist terwijl deze haar hardop haar mond raakte. Ze voelde hoe het bloed meteen begon te stromen en ze proefde het op haar tong. Ze viel direct terug op de bank.

Ze opende haar mond om te gillen maar het voelde alsof de rechterkant van haar kaak op slot zat. Toen ze probeerde overeind te komen kwam de man weer op haar af en deze keer raakte hij haar met zijn knie in haar buik. Alle lucht verdween uit haar longen en ze kon niets anders doen dan zichzelf oprollen, happend naar adem. Terwijl ze probeerde op adem te komen werd ze zich vaag bewust van het feit dat de man haar had opgepakt en haar over zijn schouder gooide alsof ze een hulpeloze vrouw uit de oertijd was die hij terugsleepte naar zijn grot.

Ze probeerde tegen hem te vechten maar ze kon nog steeds geen lucht in haar longen krijgen. Het voelde alsof ze verlamd was, alsof ze verdronk. Haar hele lichaam voelde slap, inclusief haar hoofd. Haar bloed droop op de achterkant van het shirt van de man en dit was alles wat ze zag terwijl hij haar door het huis droeg.

Op een gegeven moment besefte ze dat hij haar naar een ander huis had gebracht, een huis dat op de één of andere manier verbonden was aan het huis waar ze zojuist was geweest. Hij liet haar als een zak aardappelen op de vloer vallen en ze sloeg met haar hoofd op de beschadigde linoleumvloer. Toen ze eindelijk weer in staat was een beetje lucht in haar longen te zuigen zag ze sterretjes voor haar ogen van de pijn. Ze rolde om, en toen ze het bijna voor elkaar had om overeind te komen, zag ze hem weer.

Ze zag alles wazig worden, maar ze kon net genoeg waarnemen om te zien dat hij een soort van kleine deur in de zijkant van een muur had geopend, verborgen achter een soort valse lambrisering. Het was donker daarbinnen, alles was bedekt met stof en isolatiemateriaal hing in gescheurde flarden naar beneden. Haar hart bonsde zo hard dat het leek alsof het uit haar borstkas zou breken toen ze besefte dat hij haar in deze ruimte wilde stoppen.

“Je zult hier veilig zijn,” zei de man terwijl hij voorover boog en haar de kruipruimte in sleepte.

Ze lag in het donker op een harde planken vloer. Het enige wat ze kon ruiken was stof en haar eigen bloed, wat nog steeds uit haar kapotte neus druppelde. De man ... ze wist zijn naam maar kon zich deze niet meer herinneren. Ze proefde het bloed en voelde een scherpe pijn in haar borst terwijl ze nog steeds naar adem hapte.

Eindelijk lukte het haar om een teug lucht in te nemen en ze wilde deze gebruiken om te schreeuwen. Maar in plaats daarvan liet ze het haar longen vullen om de pijn in haar lichaam te verzachten. Terwijl ze zich heel even iets beter begon te voelen hoorde ze hoe de deur van de kruipruimte ergens achter haar dicht ging, en daarna was er alleen nog de duisternis.

Het laatste wat ze hoorde voordat alles zwart werd was zijn lach aan de andere kant van de deur.

“Maak je geen zorgen,” zei hij. “Dit zal allemaal snel voorbij zijn.”

HOOFDSTUK EEN

De regen viel gestaag naar beneden, zo hard dat Mackenzie White haar eigen voetstappen niet kon horen. Dit was goed. Het betekende dat de man die ze achtervolgde hen ook niet zou kunnen horen.

Toch moest ze voorzichtig te werk gaan. Het regende niet alleen, maar het was ook nog donker buiten. De verdachte kon net als zij gebruik maken van de duisternis. De zwak flikkerende straatlantaarns werkten echter niet in haar voordeel.

Met haar verregende haren en haar regenjas zo nat dat deze aan haar lichaam vastgeplakt zat, stak Mackenzie in een snel tempo de verlaten straat over. Voor haar liep haar partner al richting het bewuste gebouw. Ze zag hoe hij laag gehurkt tegen de oude betonnen muur van het gebouw stond. Terwijl ze naar hem toe liep, haar weg alleen verlicht door het maanlicht en de straatlantaarn die een blok verderop stond, verstevigde ze haar greep om de door de Academie uitgegeven Glock die ze in haar hand had.

Ze begon het gevoel van een pistool in haar hand te waarderen. Het was meer dan een gevoel van veiligheid, iets wat meer weg had van een relatie. Wanneer ze een pistool in haar handen hield en wist dat ze ermee zou gaan schieten, voelde ze er een intieme band mee. Ze had dit nooit gevoeld tijdens haar werk als een ondergewaardeerde detective in Nebraska; het was iets nieuws dat de FBI Academie in haar los had gemaakt.

Ze bereikte het gebouw en kroop samen met haar partner langs de muur. Hier kon de regen haar tenminste niet meer geselen.

Haar partner heette Harry Dougan. Hij was tweeëntwintig, goed gebouwd en op een subtiele en bijna respectabele manier eigenwijs. Ze was opgelucht dat ook hij er een beetje zenuwachtig uitzag.

“Heb je hem gezien?” Vroeg Mackenzie hem.

“Nee. Maar de voorkamer is vrij. Dat kun je door het raam net zien,” zei hij, voor zich uit wijzend. Er was één enkel raam en in het kozijn bevonden zich scherpe gebroken glasscherven.

“Hoeveel kamers?” Vroeg ze.

“Zeker drie.”

“Laat mij voorop gaan,” zei ze. Ze zorgde ervoor dat het niet als een vraag klonk. Zelfs hier in Quantico moesten vrouwen assertief zijn om serieus genomen te worden.

Hij gebaarde haar dat ze door kon lopen. Terwijl ze voor hem uitliep, kroop ze langzaam naar de voorkant van het gebouw. Ze gluurde rond en zag dat de kust veilig was. De straten waren griezelig leeg en alles zag er verlaten uit.

Ze gaf Harry een snel knikje dat hij naar voren moest komen en zonder aarzeling kwam hij dichterbij. Hij hield zijn eigen Glock stevig in zijn handen en hield het laag op de grond gericht tijdens hun achtervolging, precies zoals ze hadden geleerd. Samen kropen ze naar de voordeur van het gebouw. Het was een verlaten betonblok, misschien een oud magazijn of opslagplaats, en de deur zag er gehavend uit. Het was duidelijk dat deze open was, een donkere kier onthulde een glimp van de binnenkant van het gebouw.

Mackenzie keek naar Harry en telde af met haar vingers. Drie, twee…. één!

Mackenzie drukte haar rug tegen de muur, terwijl Harry op zijn hurken de deur open duwde en naar binnen glipte. Ze snelde achter hem aan, ze werkten samen als een geoliede machine. In het gebouw was bijna geen licht. Snel greep ze naar haar zaklamp die ze op haar heup droeg. Net toen ze op het punt stond deze aan te klikken, bedacht ze zich. Het licht van de zaklamp zou hun locatie met zekerheid verraden. De verdachte zou hen ver van tevoren kunnen zien aankomen en zou waarschijnlijk kunnen ontsnappen…alweer kunnen ontsnappen.

Ze stopte haar zaklamp terug en nam de leiding weer, kruipend voor Harry die zijn Glock nu op de deur aan haar rechterzijde gericht hield. Toen haar ogen eenmaal aan de duisternis gewend waren kon ze meer details onderscheiden. Het gebouw was voor het grootste gedeelte leeg en verlaten. Een paar doorweekte kartonnen dozen stonden tegen de achterste muur aan. Vlakbij de verste hoek van de kamer stond een zaagbok en lagen verschillende oude kabels. Behalve dit was de grote ruimte leeg.

Mackenzie liep naar de deur rechts van haar. Het was eigenlijk alleen een deuropening, de daadwerkelijke deur was al lang geleden verwijderd. Binnenin verborgen de schaduwen bijna alles. Op een gebroken glazen fles en iets wat op rattenkeutels leek na, was de ruimte leeg.

 

Ze stopte en terwijl ze zich omdraaide realiseerde ze zich dat Harry veel te dichtbij volgde. Ze stapte bijna op zijn voeten toen ze achteruit de kamer uit liep.

“Sorry,” fluisterde hij in het donker. “Ik dacht dat….”

Hij werd onderbroken door het geluid van een schot. Dit werd onmiddellijk gevolgd door een oef-geluid dat uit Harry's mond kwam terwijl hij tegen de grond ging.

Mackenzie drukte haar lichaam dicht tegen de muur toen er nog een knal volgde. Het schot kwam van de andere kant en sloeg tegen de muur; ze voelde de impact ervan met haar rug.

Ze wist dat als ze nu snel handelde, ze de dader te pakken zou kunnen nemen in plaats van deel te nemen aan een schietpartij van de ene muur naar de andere. Ze keek naar Harry, zag dat hij nog steeds bewoog en grotendeel bij kennis was, en greep hem vast. Ze trok hem door de deuropening, weg uit de vuurlinie. Terwijl ze hiermee bezig was volgde er nog een schot. Ze voelde hoe de kogel net over haar schouder ging, de lucht zoefde langs haar regenjas.

Nadat ze Harry in veiligheid had gebracht verspilde ze geen moment meer en besloot direct tot actie over te gaan. Ze greep haar zaklamp, klikte hem aan en gooide deze door de deur. Voor enkele seconden kletterde het op de grond, de witte lichtstraal wild dansend op de muur aan de overzijde.

Tijdens het gekletter draaide Mackenzie zich snel door de deuropening. Ze hurkte laag, haar handen gleden over de vloer terwijl ze zich zo klein mogelijk maakte. Terwijl ze naar links rolde, zag ze direct rechts van haar de gedaante van de dader die nog steeds op de zaklamp gefocust was.

Ze stopte haar rol en stak met grote kracht haar rechterbeen uit. Het raakte de dader aan de achterkant van zijn been, net onder de knie. De verdachte zakte een beetje ineen en dat was alles wat ze nodig had. Ze sprong op en sloeg haar rechterarm om zijn nek en terwijl hij door zijn knieën ging, trok ze hem hardhandig naar beneden. Ze bracht haar knie in zijn maagstreek en na een behendige beweging van haar linkerarm lag de dader op de grond. Ze ontwapende hem en hield hem zodanig vast dat hij geen kant meer op kon.

Ergens in het oude gebouw riep een luide stem: “Halt!”

Een reeks heldere witte lampen werden hoorbaar ingeschakeld en overspoelden het gebouw met licht.

Mackenzie stond op en keek naar de verdachte. Hij glimlachte naar haar. Hij had een bekend gezicht, een gezicht dat ze al verschillende keren in haar trainingssessies had gezien, meestal bevelen schreeuwend en instructies blaffend naar de trainees.

Ze stak haar hand uit en hij pakte deze aan en kwam van de vloer omhoog. “Verdomd goed werk, White.”

“Bedankt,” zei ze.

Harry strompelde naar voren, zijn maag vasthoudend. “Zijn we er absoluut zeker van dat ze met bonen geladen zijn?” Vroeg hij.

“Dat niet alleen, deze zijn van lage kwaliteit,” zei de instructeur. ”De volgende keer zullen we rubberkogels gebruiken.”

“Geweldig,” gromde Harry.

Een paar mensen liepen de ruimte binnen terwijl de training in de Hogansteeg werd beëindigd. Het was Mackenzie’s derde trainingssessie in deze steeg, die een vervallen straat voorstelde en door de FBI intensief werd gebruikt voor de praktische training van Agenten.

Terwijl twee instructeurs bij Harry stonden en hem vertelden wat hij verkeerd had gedaan en hoe hij had kunnen voorkomen dat hij werd neergeschoten, liep een andere instructeur richting Mackenzie. Zijn naam was Simon Lee, een oudere man die eruitzag alsof hij een zwaar leven achter de rug had..

“Geweldig werk, agent White, “ zei hij. “Die rol was zo verdomde snel dat ik hem amper zag. Maar ... het was wel een beetje ondoordacht. Als er meer dan één verdachte was geweest dan zou het totaal anders zijn afgelopen.”

“Ja mijnheer. Ik begrijp het.”

Lee glimlachte naar haar. “Dat weet ik,” zei hij. “Ik moet je vertellen dat ik op dit moment, halverwege je opleiding, zeer te spreken ben over je vooruitgang. Je zal een uitstekende Agent worden. Goed werk.”

“Dank u, mijnheer,” zei ze.

Lee nam afscheid en liep het gebouw door om met een andere instructeur te praten. Terwijl iedereen zijn eigen weg ging kwam Harry naar haar toe, zijn gezicht nog steeds een beetje in een grimas vertrokken.

“Goed gedaan,” zei hij. “Het doet maar half zo zeer wanneer de persoon die het goed doorstaan heeft uitzonderlijk mooi is.”

Ze rolde met haar ogen en stak haar Clock terug in haar holster. “Vleierij is nutteloos,” zei ze. “Vleierij, zoals men zegt, brengt je nergens.”

“Dat weet ik,” zei Harry. “Maar zou het me op zijn minst een drankje met jou kunnen opleveren?”

Ze grijnsde. “Als jij betaalt.”

“Ja, ik betaal,” ging hij akkoord. “Ik wil jou niet tegen me in het harnas hebben.”

Ze verlieten het gebouw en begaven zich weer de regen in. Nu de oefening voorbij was, was de regen bijna verfrissend. En terwijl de instructeurs en adviseurs bezig waren met de afronding van deze oefening, liet ze zichzelf eindelijk toe om trots op zichzelf te zijn.

Ze zat nu elf weken op de Academie en had het grootste gedeelte van haar verplichte vakken al doorlopen. Ze was er bijna … nog ongeveer negen weken te gaan en dan ze zou de opleiding hebben afgerond en potentieel veldagent voor de FBI zijn.

Ze vroeg zich plotseling af waarom ze zo lang had gewacht om Nebraska te verlaten. Toen Ellington haar had aanbevolen bij de Academie was dat in wezen haar gouden ticket geweest, de push die ze nodig had gehad om zichzelf uit te dagen, om afscheid te nemen van wat comfortabel en veilig was geweest. Ze had haar baan, vriend en appartement opgegeven ... en ze was een nieuw leven begonnen.

Ze dacht aan het platte, uitgestrekte land, de korenvelden en de open blauwe lucht die ze had achtergelaten. Alhoewel ze hun eigen specifieke schoonheid bezaten, was het in zekere zin een gevangenis voor haar geweest.

Nu lag dat allemaal achter haar.

Nu ze vrij was, was er niets meer om haar tegen te houden.

*

De rest van haar dag werd gevuld met fysieke training: push-ups, sprintjes trekken, crunches, nog meer sprintjes trekken en trainen met gewichten. Tijdens de eerste paar dagen op de Academie had ze een hekel gehad aan dit soort training. Maar toen haar lichaam en geest er eenmaal aan gewend waren geraakt, begon ze het zelfs verslavend te vinden.

Alles gebeurde met snelheid en precisie. Ze deed de vijftig push-ups zo snel dat ze zich pas na afloop, toen ze op weg was naar de modderige hindernisbaan, bewust werd van het brandende gevoel in haar bovenarmen.

Bij bijna alle vormen van fysieke activiteit had ze zichzelf aangepraat dat ze zich alleen voor de volle honderd procent zou hebben ingezet wanneer haar armen en benen trilden van inspanning en haar buikspieren voelden alsof ze uit elkaar getrokken werden.

Er waren zestig trainees in haar eenheid en zij was één van de slechts negen vrouwen. Het stoorde haar niet, waarschijnlijk omdat ze tijdens haar werk in Nebraska had geleerd om geen waarde te hechten aan het geslacht van de mensen met wie ze samenwerkte. Ze hield zich een beetje op de achtergrond en werkte naar beste vermogen, wat (en dat wilde ze best toegeven) een uitzonderlijk goed resultaat opleverde.

Toen de instructeur tijdens het laatste circuit van die dag (een route van twee kilometer bestaand uit modderige bospaden) had geroepen dat de oefening ten einde was, was de klas uiteen gegaan en ging ieder hun eigen weg. Mackenzie ging op één van de banken langs de kant van de baan zitten en strekte haar benen. Ze had geen andere plannen voor die dag en zat nog steeds vol adrenaline van haar succesvolle actie in de Hogansteeg, en ze besloot dat ze ter afsluiting nog een stuk zou gaan rennen.

Ze wilde het niet graag toegeven maar ze was één van die types geworden die het echt leuk vond om te rennen. Hoewel ze niet snel zou deelnemen aan een marathon met een thema, was ze de het initiatief gaan waarderen. Buiten de verplichte rondjes en hardloop-koersen in haar training maakte ze tijd vrij om op de beboste paden van de campus te rennen, die op zes kilometer afstand van het hoofdkantoor van de FBI en op ongeveer acht kilometer van haar nieuwe appartement in Quantico lagen.

Met haar sport tanktop doordrenkt van het zweet en een blos op haar gezicht sloot ze de dag af met een eindsprint rond de hindernisbaan waarbij ze de heuvels, omgevallen boomstammen en netten links liet liggen. Terwijl ze hiermee bezig was, zag ze twee mannen naar haar kijken, niet met lust in hun ogen maar meer met een soort ontzag en dat spoorde haar nog meer aan.

Hoewel ze, eerlijkheidshalve, een paar wellustige blikken hier en daar ook niet erg zou hebben gevonden. Dit nieuwe slanke lichaam waar ze zo hard voor gewerkt had verdiende het om te worden bewonderd. Het was vreemd dat ze zich zo comfortabel in haar vel voelde, maar ze begon het leuk te vinden. Ze wist dat Harry Dougan het ook leuk vond. Maar tot nu toe had hij nog niets gezegd. En zelfs als hij iets zou zeggen, Mackenzie wist nog niet hoe ze daarop zou reageren.

Nadat ze haar laatste run (iets minder dan twee kilometer) had uitgelopen nam ze een douche in de trainingsfaciliteit en op weg naar de uitgang nam ze een pak crackers uit de automaat. Ze had de rest van de dag nog tot haar beschikking; vier uur om te doen en laten wat ze wilde, voordat ze op de loopband in de sportschool wilde staan, een routine die ze had ontwikkeld en waardoor ze erin was geslaagd om iedereen een stap voor te blijven.

Wat te doen met de rest van haar dag? Misschien kon ze eindelijk uitpakken. Er stonden nog zes dozen in haar appartement die nog steeds dichtgeplakt waren. Dat zou een goed idee zijn. Maar ze vroeg zich ook af wat Harry die avond zou gaan doen. Zou hij zich houden aan de belofte om een drankje voor haar te kopen? Bedoelde hij vanavond of een andere keer?

En ze vroeg zich ook af wat Agent Ellington aan het doen zou zijn.