Buch lesen: «Daisy's Ketting»

Schriftart:

1 Daisy’s Ketting

Een verhaal over liefde, intrige en de onderwereld aan de Costa del Sol

door

1 Owen Jones

Vertaling

1 Jos van Ederen

Oorspronkelijke titel:

1 DAISY’S CHAIN

Copyright © april, 2021 Owen Jones

Bangkok, Thailand en Fuengirola, Spanje

Het recht van Owen Jones om te worden geïdentificeerd als de auteur van dit werk is bevestigd in overeenstemming met secties 77 en 78 van de Copyright Designs and Patents Act 1988. Het morele recht van de auteur is bevestigd.

In dit fictieve werk zijn de personages en gebeurtenissen ofwel het product van de fantasie van de auteur of ze zijn volledig fictief gebruikt. Sommige plaatsen kunnen bestaan, maar de gebeurtenissen zijn volledig fictief.

1 Dankwoord

Deze uitgave is opgedragen aan mijn vrouw, Pranom Jones, die mijn leven zo aangenaam mogelijk maakt - dat doet ze fantastisch.

Dank ook aan Wes Waring voor zijn advies over sluipschuttersgeweren.

Karma zal iedereen in natura terugbetalen.

1 INSPIRERENDE CITATEN

Geloof niet ergens in, alleen omdat je het gehoord hebt,

Geloof niet ergens in, alleen maar omdat het door velen is gezegd en verondersteld,

Geloof niet ergens in, alleen omdat het geschreven staat in jullie religieuze teksten,

Geloof niet ergens in, alleen op gezag van leraren en ouderen,

Geloof niet in tradities omdat ze al generaties lang worden overgeleverd,

Maar als iets, na observatie en analyse, in overeenstemming is met de rede en bevorderlijk is voor het welzijn en voordeel van iedereen, aanvaard het dan en leef ernaar.

Gautama Boeddha

Grote Geest, wiens stem op de wind zweeft, luister naar mij. Laat mij groeien in kracht en kennis.

Laat mij steeds de rode en paarse zonsondergang aanschouwen. Mogen mijn handen de dingen respecteren die U mij heeft geschonken.

Leer mij de geheimen die verborgen liggen onder elk blad en elke steen, zoals U eeuwenlang de mensen hebt geleerd.

Laat mij mijn kracht gebruiken, niet om groter te zijn dan mijn broeder, maar om mijn grootste vijand te bestrijden - mijzelf.

Laat mij altijd voor U verschijnen met schone handen en een open hart, zodat als mijn Aardse tijd als de zonsondergang vervaagt, mijn Geest zonder schaamte tot U terug zal keren.

(Gebaseerd op een traditioneel Sioux gebed)

Inhoudsopgave

  Daisy’s Ketting

  Bangkok, Thailand en Fuengirola, Spanje

  Dankwoord

  INSPIRERENDE CITATEN

  1 LA VILLA BLANCA, MARBELLA, 1995

  2 DAISY´S VROEGE KINDERJAREN

  3 DE LEERTIJD

  4 DAISY BEGINT HAAR DRAAI TE VINDEN

  5 DE ILLEGALEN

  6 HET VERHAAL VAN TERESA

  7 DAISY’S AVONDJE UIT

  8 DE STRIJD OM IDENTITEIT

  9 EEN PLAN PAKT GOED UIT

  10 DE ZONDEBOK

  11 DAISY’S VERGISSING

  12 REPERCUSSIES

  13 DE PRIJS VAN DOMHEID

  14 HERSTEL

  15 DE CRUISE

  16 HET ONDERZOEK

  17 JOHNS PAPIEREN

  18 DE DUIMSCHROEF WORDT AANGEDRAAID

  19 DE ONTBREKENDE SCHAKEL

  20 EEN SCHONE LEI

  21 GERECHTIGHEID, IN GROTE LIJNEN

  22 DE EERSTE SCHAKEL

  23 EPILOOG

1 1 LA VILLA BLANCA, MARBELLA, 1995

Teresa lag op haar rug op bed, zwaar ademend, maar met een brede grijns op haar gezicht naast haar baas John, die met zijn vijfenzestig jaar veel te veel te verduren had gehad om zelf een actieve rol te kunnen spelen als het om het hartstochtelijke bedrijven van de liefde ging. Hij hield ervan dat ze vloekte terwijl ze hen beiden bevredigde, maar dat was iets wat ze niet van nature in zich had, zodat ze het meestal in het heetst van de strijd vergat. Teresa was tweeënveertig en trots om John als haar minnaar te hebben. In feite hield ze al jaren van hem, ondanks het grote leeftijdsverschil. Ze had zich voor het eerst tot de deftige Engelsman aangetrokken gevoeld, in de tijd dat hij spullen van haar kwam kopen op de markt van Fuengirola, en was verliefd op hem geworden, bijna vanaf de eerste dag dat hij haar aannam als zijn kok en huishoudster. Ze wist toen nog niet dat zijn veelvuldige bezoeken aan de markt een excuus waren geweest om haar te zien.

“Dat was geweldig, Teri, meid – oh, yes – jij krijgt zelfs een volwassen man aan het huilen”.

Teresa rolde naar haar minnaar toe op zijn wachtende rechterarm. Ze legde haar rechterarm over zijn borst terwijl ze kusten.

“Je bent de beste”, zei hij tegen haar.

“Ik vind het heerlijk om je gelukkig te maken, Johnny, want ik hou echt van je. Je bent mijn held en mijn redder”, antwoordde ze, zoals ze vaak deed.

Er klonk van buitenaf een explosie als een gedempte knal. Terwijl John de telefoon wilde pakken, begon deze op hetzelfde moment te rinkelen. Net zoals hij had gedacht, was het degene die hij op het punt stond te bellen.

“Wat was dat, Tony?” vroeg hij zonder een spoor van angst in zijn stem.

“Ik weet het nog niet zeker baas, maar we zijn niet geraakt –”

Hij werd onderbroken door een tweede explosie, vergelijkbaar met de eerste en daarna een derde van een andere soort.

“Het komt van de weg af, van een eind verderop. Ik denk dat het bij O’Leary is, te oordelen naar de rookpluimen. Ik ga nu naar buiten om een beter beeld te krijgen”.

Tony was een boom van een kerel. Hij had de vorm van een deur met een kale kop erop. Hij was het hoofd van de beveiliging van John, en al tien jaar bij hem in dienst. John kon hem horen rennen over de telefoon, zonder zwaar te ademen of even te stoppen.

“Ik ben nu ongeveer tweehonderd meter van hun voordeur. Het lijkt erop dat het huis is geraakt, en de voorste poort – en er liggen overal stukken motor – Twee mannen liggen op de grond – in brand – Oh! Ik denk dat ze net zijn uitgeschakeld met een enkele slag van een honkbalknuppel in hun nek. Ziet eruit als een drive-by met RPG’s als je het mij vraagt. Ik kom terug naar binnen. Ik wil niet gepakt worden als getuige hiervan”.

“Nee, natuurlijk niet. Kom terug en hou je van de domme, maar kijk wat je kunt vinden zonder dat het opvalt. Geef me later een evaluatie”.

Hij hing op. Vijf minuten later was John, zoals wel vaker het geval was, in slaap gevallen, en stond Teresa rustig op, kleedde zich aan, en ging weer aan het werk. Het was tijd om het diner van haar werkgever te regelen. Tijdens de maaltijd gaf Tony John een verbaal verslag van de bomaanslag.

“Dit is niet officieel, baas, maar ik kreeg het van een van de O’Leary’s jongens, dus ik denk niet dat we dichter bij de waarheid kunnen komen. Het was een drive-by en ze gebruikten raketwerpers. Blijkbaar hebben ze de eerste afgevuurd toen ze langskwamen. Die ging door de spijlen van het hek en raakte het huis. De portier, die waarschijnlijk zijn beschermengel aan het bedanken was dat hij niet werd opgeblazen, werd door een paar kogels getroffen. De motorrijders kwamen daarna weer terug langs het hek en vuurden opnieuw, maar de staart van de raket moet brandstof dat waarschijnlijk uit een kogelgat in de benzinetank lekte, hebben ontbrand en de boel ontplofte. De tweede granaat raakte de poort, zoals met de eerste waarschijnlijk de bedoeling was geweest, en blies hem op. Doordat de motor ontplofte, stonden de rijders in de fik toen ze weer op aarde landden. De mannen van O’Leary braken hun nek met honkbalknuppels zodat er geen losse eindjes overbleven”.

“Wie was volgens hen verantwoordelijk, Tony?”

“Hij zei dat ze het niet wisten, maar toen ik suggereerde dat het een rivaliserende Ierse bende van thuis was, zei hij niet dat het niet zo was”.

“Was er behalve de twee brokkenpiloten nog iemand anders gewond?”

“De portier is er slecht aan toe. Hij is door granaatsplinters geraakt en die grote smeedijzeren poorten gaven hem een flinke klap toen ze naar binnen kwamen gevlogen, maar hij blijft waarschijnlijk wel leven. Een schoonmaakster kreeg wat glassplinters in haar kont, maar ze maakt het verder goed. De O’Leary’s waren achter bij het zwembad, dus die zijn ook oké“.

“Is de politie er al? Ik dacht dat ik een paar sirenes hoorde, maar ik sliep toen al en kan het ook gedroomd hebben”.

“Nee, ze kwamen wel – en de brandweer en de ambulance, natuurlijk nadat het allemaal voorbij was. De O’Leary’s hadden zelf de portier en de schoonmaker in de Range Rover gezet en hen beiden naar het ziekenhuis gebracht. De ambulance nam de lichamen van de motorrijders mee, de brandweer besproeide het rokende wrak en controleerde het huis op structurele schade, terwijl de politie het gebied afzette. Er zijn er nog steeds een hoop die proberen er bezorgd en druk bezig uit te zien.

Ze vroegen me of ik iets gezien had, en ik zei dat ik alleen de rook gezien had. Het kan ze geen moer schelen zolang er maar geen Spanjaarden bij betrokken zijn”.

“Klopt, je hebt gelijk. Nou, in ieder geval bedankt, Tony. Goed gedaan, zoals altijd. Denk je dat we in gevaar zijn?”

“Nee baas, het waren gewoon de Micks, eh, sorry baas, de Ieren, die een oorlog om hun territorium hadden. Heeft niets met ons te maken. Ik heb wel een paar extra mannen meegebracht, voor de zekerheid”.

“Goed. Heb je al gegeten?” vroeg hij terwijl hij naar een stoel wees.

“Nee, maar er staat iets op me te wachten in het kantoor als ik terug ben. Bedankt”.

“Weet je het zeker, Tony. Je bent hier altijd welkom, dat weet je. Maar goed, dat moet je natuurlijk zelf weten, laat me je niet van je bikken afhouden. Ik zie je later op mijn rondes”.

John wandelde graag twee keer door de tuinen voor hij naar bed ging, als onderdeel van zijn trainingsregime.

John Baltimore was twintig jaar geleden, op zijn vijfenveertigste, voor het eerst naar Marbella verhuisd. Dat was, ook al verbleef hij er elke keer langer, slechts op parttime basis. Hij was er niet, zoals velen voor hem, naartoe gevlucht. Hij had gewoon genoeg geld verdiend en geërfd om te denken dat het waarschijnlijk een goed idee was om het Verenigd Koninkrijk te verlaten, voordat mensen, dat wil zeggen de politie, de belastingdienst en de pers, vragen begonnen te stellen. Als er genoeg stenen werden omgedraaid, zou er uiteindelijk wel iets naar hem leiden. Om dat te voorkomen was hij geëmigreerd, hoewel zowel hij als zijn vader voor hem al tientallen jaren onroerend goed in Andalusië hadden.

De pers had de kust van de provincie Malaga gekscherend de Costa del Crime gedoopt, waar meer waarheid in zat dan de meeste mensen, met andere woorden het gemiddelde Britse publiek, wisten. Het was een zeer treffende beschrijving voor een toch aanzienlijke Britse minderheid in het gebied. Veel Britse maffiosi waren naar de Costa del Sol verhuisd met de bedoeling hun oude leven van misdaad op te geven, maar raakten verveeld en keerden er weer naar terug. Sommigen voerden hun oude activiteiten in Groot-Brittannië gewoon op afstand uit, terwijl anderen probeerden de plaatselijke gemeenschap in hun greep te krijgen, waartegen zich onder andere de Spanjaarden hevig verzetten. Dit leidde vaak tot geweld; soms wonnen de Britten, soms niet.

John had alles in Groot-Brittannië achtergelaten, maar had een reeks winstgevende bedrijven in Spanje waarvoor hij echter langzamerhand zijn belangstelling verloor. Hij was een workaholic, zonder erfgenaam of zelfs maar een echtgenote, en kon gewoon niet stoppen. Hij was drie keer getrouwd geweest en had vele affaires gehad. Sommige van zijn minnaressen hadden beweerd dat zij een kind van hem hadden, maar hij had de verantwoordelijkheid nooit op zich genomen, omdat hij verwachtte op een dag een wettige erfgenaam te hebben. Die dag was jammer genoeg nooit gekomen, en op zijn leeftijd had hij de hoop al lang opgegeven dat het ooit nog zou gebeuren.

Hij was van plan om er voor te zorgen dat Teresa het de rest van haar leven naar haar zin zou hebben, net als zijn ‘echte’ vrouwen, en hij speelde met het idee om de rest na te laten aan een liefdadigheidsinstelling voor vrouwen die in moeilijkheden waren geraakt. Hij en zijn vader hadden er een handje van om veel vrouwen in zo’n benarde positie te brengen, dus leek het hem alleen maar eerlijk.

Johns vader, naar wie hij was vernoemd, was door zijn moeder van Dublin naar Londen gestuurd om te voorkomen dat hij betrokken zou raken bij een opstand die was voorgesteld door de Ierse Republikeinse Broederschap, waarover eind 1914 geruchten de ronde waren gaan doen onder mensen die op de hoogte waren. Zij waren van plan gebruik te maken van de verregaande Britse betrokkenheid bij de Eerste Wereldoorlog, en Duitsland had hun wapens aangeboden als zij een soort opstand konden organiseren. Zij was bang geworden voor zijn veiligheid nadat een vriend haar had verteld dat John serieus van plan was zich aan te sluiten bij ‘The Cause’ - om Ierland te herenigen, en het te bevrijden van de invloed van Westminster.

Hij was begonnen als een kleine crimineel in het Londense East End in het eerste jaar van de Eerste Wereldoorlog, maar had in een kamer in een huis gewoond waar vrouwelijke Belgische vluchtelingen waren ondergebracht. Er waren honderdduizenden Belgische vluchtelingen in het Verenigd Koninkrijk, de meesten vrouwen en kinderen. Hij had gemerkt dat velen moesten tippelen om in hun levensonderhoud te voorzien, dus had hij op sluwe wijze genoeg geld geleend van een woekeraar om een huis te huren dat hij als bordeel had ingericht. Binnen een week had hij er tien jonge Belgische vrouwen en meisjes wonen en werken, de klok rond, en binnen een jaar had hij een dozijn van dergelijke ‘bedrijven’. Binnen vijf jaar had hij de huizen volledig in zijn bezit.

Het eerste wat hij had gedaan toen hij geld begon te verdienen, was zijn jongere broers erbij halen om hem te helpen zijn nieuwe, steeds ingewikkelder wordende zaak te runnen.

Hij was miljonair voor zijn dertigste en was daar bijzonder trots op, want hij was in 1914 in Londen aangekomen met minder dan een pond op zak.

John junior was het product van een van de vele affaires van Sean met een van de werkmeisjes. Echter, degene die hij zijn hele leven vader had genoemd, was zijn adoptievader. Omdat zijn eigen ouders in twee afzonderlijke vuurgevechten door zijn eigen familie waren vermoord, had John senior John junior geadopteerd. Hij schaamde zich voor wat zijn broer had gedaan, en voor de manier waarop zijn nakomelingen wraak hadden genomen. Het gerucht ging dat de mannen in de familie verminderd vruchtbaar waren en John junior vermoedde dat dit bij hem eveneens het geval was. Hij had de gedachte aan een nakomeling al lang uit zijn hoofd gezet.

Twee maanden later, na nog een vrijpartij, maar voordat John in slaap viel, fluisterde Teresa in het oor van haar baas:

“Johnny, mijn lieve held, je wordt vader –”

“Eh? Waar heb je het over, Teri? Ik kan geen kinderen krijgen – ik heb er nooit een gehad en ik ben nu zeker te oud! Hoe dan ook, je vertelde me dat je door de menopauze heen was, met andere woorden: jij kunt er ook geen krijgen”.

“Dat dacht ik ook, dus deze baby is een geschenk van God voor ons, Johnny”.

“Een verdomd wonder, als het waar is. Ben je al bij een dokter geweest?”

“Nee, nog niet, maar een vrouw weet deze dingen; ze heeft geen dokter nodig om het haar te vertellen”.

“Misschien niet, maar een man wel, dus ga het morgen maar eens uitzoeken, meisje”.

“Maar wat als het waar is, Johnny, wat zeg je dan?”

“Het kan gewoon niet waar zijn. Ik kan het niet, en jij kunt ook geen baby krijgen!”

“Maar, wat als het waar is?”

“Onzin, het kan niet. Je hebt last van winderigheid – of je bent dikker geworden. Dat is het, je bent aangekomen”.

“Nee, Johnny, onze baby is maar zo groot als een pinda! Ik ben daardoor niet dikker geworden. In feite weeg ik evenveel als altijd: tweeënvijftig kilo, maar ik ben zwanger. Hoe onmogelijk het ook lijkt, ik ben zwanger. Ik herinner me het gevoel van vroeger, maar ik zal het morgen bij de dokter navragen”.

“Goed! Doe dat, en je zult zien dat ik gelijk heb”.

Seconden later sliep hij, en was Teresa bezig ervoor te zorgen dat het haar geliefde aan niets zou ontbreken.

Toen John te horen kreeg dat hij nog dit jaar vader zou worden, wist hij niet hoe hij moest reageren. Het ging voor hem alles een beetje te snel, toch was hij van binnen dolgelukkig. De harde man in hem won het echter, en daarom drong hij aan op een DNA-test. De vruchtwaterpunctie tien weken later wees uit dat hij een van de ouders was, daarom bood hij Teresa aan met haar te trouwen. Zij reageerde terughoudend waardoor hij zich teleurgesteld voelde.

“Ik dacht dat je het fijn zou vinden om met me te trouwen, Teri”, zei hij.

“Dat zou ik ook”, gaf ze bedroefd toe, “maar niet alleen omdat ik je baby draag. Ik had graag gehad dat je me ten huwelijk vroeg uit liefde”.

“Maar ik hou van je, Teri, dat weet je. Ik ben gewoon niet erg goed in het zeggen van dat soort dingen, ik dacht dat je dat wel wist”.

“Een vrouw hoort het toch graag, Johnny”.

“Ik veronderstel dat een man dat ook doet, mijn liefste, ik moet eerlijk toegeven dat ik het fijn vind, hoewel, als je ooit aan iemand vertelt dat ik zoiets gezegd heb, zal ik het zonder blikken of blozen keihard ontkennen”.

“Jullie dwaze machomannen”, spotte ze zachtjes, terwijl ze in de holte van zijn arm lag. “Jullie willen het horen, maar jullie willen niet hetzelfde plezier geven aan de mensen die jullie liefhebben. Dat is egoïstisch, of niet soms?”

Hij antwoordde enkele minuten niet, maar Teresa was bereid te wachten.

“Ja, ik denk het wel”, gaf hij uiteindelijk toe. “Het spijt me zo dat ik je niet eerder heb gezegd dat ik van je hou. Ik heb het in mijn hele leven nog nooit tegen iemand gezegd, behalve misschien tegen mijn moeder. Ik weet het niet meer. Heb ik je ooit over haar verteld? Haar naam was Fleur en ze kwam uit België, maar we zullen het voorlopig nog niet over haar hebben. Wil je, alsjeblieft, met me trouwen Teri? Het zal me de gelukkigste man van de wereld maken, en ik weet dat dat afgezaagd klinkt, maar ik ben een man van actie, niet van woorden – Ik denk dat je daar ondertussen al achter bent”.

“Het klinkt niet oubollig, Johnny, het zijn mooie woorden –” Haar ogen vulden zich met tranen. “Ik zal met je trouwen, Johnny. Ik heb altijd van je gehouden, maar ik wil dat je me belooft dat je voor ons kind zult zorgen. Ik geef niet om mezelf, maar er moet voor ons kind gezorgd worden, anders kan ik beter nu weggaan”.

“Mijn liefste Teresa, als je met me trouwt, zal ons kind, jongen of meisje, alles erven wat ik bezit”.

“In dat geval, Johnny, krijg je van mij een ja met heel hart en ziel, ik wil heel graag met je trouwen.”

John wilde dat de huwelijksceremonie binnen een week zou plaatsvinden, maar Teresa stond erop alles goed te plannen en te organiseren. Ze vroeg John alleen niet zich tot het katholicisme te bekeren, en ze vroeg ook niet om de baby katholiek op te voeden.

Met veertien weken, na de grote bruiloft, vertelde Teresa John dat ze een meisje verwachtten. Ze was bang dat John teleurgesteld zou zijn, maar daar was niets van te merken.

John van zijn kant dacht dat hij teleurgesteld moest zijn, hij was verbaasd dat dit niet zo was.

“Welke naam zullen we haar geven?” vroeg Teresa op een morgen in bed.

“Kunnen we haar Daisy noemen?” vroeg hij.

“Natuurlijk”, mijmerde ze. “Daisy – Margarita in het Spaans – een parel – een verborgen juweel. Het is de perfecte naam voor onze dochter, ons geschenk van God, dat er nooit had mogen zijn.”

€4,99
Altersbeschränkung:
0+
Veröffentlichungsdatum auf Litres:
11 Juni 2021
Umfang:
300 S.
ISBN:
9788835424123
Übersetzer:
Rechteinhaber:
Tektime S.r.l.s.
Download-Format:

Mit diesem Buch lesen Leute