Kostenlos

Alles op alles

Text
Aus der Reihe: Een Luke Stone Thriller #1
0
Kritiken
Als gelesen kennzeichnen
Schriftart:Kleiner AaGrößer Aa

Hoofdstuk 28

Ze noemden het de Kleine Vogel. Soms noemden ze het het Vliegende Ei. Het was de MH-6 helikopter; snel en licht, gemakkelijk te manoeuvreren, een helikopter die niet veel ruimte nodig had om te landen. Het kon op smalle daken en in nauwe straten in drukke buurten landen. De helikopter was geliefd bij speciale operatie-eenheden en Don had er eentje aangeschaft toen hij het Special Response Team opzette.

Het vloog laag over de straten, net boven alle elektrische leidingen. Luke en Ed zaten op houten banken die vastgespijkerd zaten aan de flanken van het toestel, hun benen bungelend in de lucht. Naast het sloopterrein, vond de piloot een betonnen gebouw met een brandtrap van twee verdiepingen hoog. Hij landde en beide mannen gleden eruit het dak op. Drie seconden later was de helikopter terug in de lucht.

Een minuut daarna, liepen Luke en Ed over het terrein heen naar het witte bestelbusje. Het wemelde er van de politieagenten. Zeven of acht politieauto’s stonden op de stoep geparkeerd met blauwe zwaailichten aan. Er stonden ook twee brandweerauto’s. Een Hazmat-vrachtauto en een auto van de explosievenopruimingsdienst waren het terrein opgereden. Geel politietape zette de ingang af.

In een verre hoek van het terrein waren mannen in volledige Hazmat-uitrusting het busje aan het doorzoeken. Alle deuren stonden open. Een lichaam lag op de grond bij de passagiersdeur, bloed lag in een plas ernaast. Een ander lichaam zat aan de bestuurderskant.

Ongeveer 50 meter bij het busje vandaan, stapte een agent voor hun voeten.

“Dat is ver genoeg, mannen.”

Luke liet hem zijn badge zien. “Agent Stone, FBI Special Response Team.” Hij zei het hoewel hij niet meer zeker was voor wie hij nu werkte. Maar goed, hij had zijn badge nog. Dat was goed genoeg.

De agent knikte. “Ik dacht al dat jullie belangrijke lui waren. Niet iedereen komt per helikopter. Maar vanaf hier is het een zone met gevaar voor stralingsbesmetting. Als je verder wilt dan zul je een Hazmat-pak aan moeten doen.”

Luke wilde geen twintig minuten besteden om een Hazmat-pak aan te doen. Hij gebaarde naar de mannen bij het busje. “Enig idee wat hier gebeurd is?”

De agent glimlachte. “Ik heb het een en ander gehoord.”

“Hoe zijn ze gestorven?”

De agent wees. “De man die op de grond ligt werd door zijn hoofd geschoten. Een zwaar kaliber wapen raakte hem van een afstand. De kogel veroorzaakte een groot gat in zijn schedel en zijn hersens spatten op de grond. De kerel heeft geluk gehad; hij heeft waarschijnlijk nooit iets gemerkt.

“Iemand schoot hem?” vroeg Ed.

“Als je iets dichterbij was geweest dan had je die vraag nooit gesteld. Er ligt overal hersensalade op de grond. Het lijkt wel alsof iemand een bord met guacamole heeft laten vallen.”

“Hij heeft niet zichzelf door het hoofd geschoten?”

De agent haalde zijn schouders op. “Ik weet alleen wat de jongens van het ballistische team zeggen. Ze deden wat metingen en nu gaan ze een computermodel maken, maar op het eerste gezicht denken ze dat het een scherpschutter is geweest die vanaf een van de omliggende daken heeft geschoten.”

Luke keek de buurt rond. Het was een buurt met appartementengebouwen van twee of drie verdiepingen hoog, waarin werkplaatsen en opslagruimtes waren. Op straatniveau waren er slijterijen, tenten waar ze cheques verzilverden en WIJ KOPEN GOUD-zaken. Hij draaide zich om en staarde naar de man.

“Je zegt dus dat hij door een scherpschutter is doodgeschoten? Wie heeft een scherpschutter op deze daken behalve de politie?”

De agent deed zijn handen omhoog. “Luister, ik werk hier alleen maar. Maar ik zweer dat wij het niet waren. Onze orders waren om deze kerels levend op te pakken, indien mogelijk. De man op de grond was al dood voordat de eerste agenten ter plekke waren.”

“En de andere?”

“De bestuurder? Het ziet ernaar uit dat hij bezweken is aan de straling of hij heeft pillen geslikt. Hij heeft geen zichtbare schot- of steekwonden. Geen bloed. Hij zit gewoon achter het stuur, alsof hij het busje heeft geparkeerd en toen stierf. Ze zullen een toxicologisch onderzoek op hem moeten uitvoeren. Maar dat zal een tijd duren. Met alle straling zal het zelfs een aantal uren duren voordat ze de lichamen hiervandaan kunnen krijgen.”

“Hadden ze mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen zoals een tablet of laptop bij zich?” vroeg Ed.

De agent schudde zijn hoofd. “Niet dat we hebben kunnen vinden. Raar, toch? Twee jongens die op een missie zijn en geen mogelijkheid hebben om in contact te komen met het moederschip?”

“Hebben ze vingerafdrukken genomen?” vroeg Luke.

De agent knikte. “Dat en DNA. Het was een van de eerste dingen die ze deden toen de Hazmat-jongens hier kwamen.”

“Bedankt.”

Luke en Ed liepen terug naar het gebouw waar de helikopter geland was. “Hier was ik al bang voor,” zei Luke. “Behalve Ali Nassar waren deze mannen de laatste link met het brein achter de aanval van het Witte Huis. Het is duidelijk dat zij het niet gedaan hebben.”

“Wat denk je?” vroeg Ed. “Was deze diefstal van radioactief afval alleen als afleiding bedoeld?”

“Misschien. Of misschien was het het reserveplan dat verkeerd liep. Ik weet het niet.”

Luke pake zijn satelliettelefoon. Hij en Trudy hadden hun gewone mobieltjes omgeruild voor satelliettelefoons. Slecht weer zou deze telefoons kunnen uitschakelen, maar ineenstortingen van het netwerk zoals die van vandaag aan de oostkust zou geen invloed hebben.

Hij wachtte tot de telefoon contact legde met de satelliet en het terugkaatsen naar zijn locatie. Piep…Piep…Piep… Satelliettelefoons maakten hem altijd een beetje wantrouwend. Hij wist dat het nergens op sloeg. Het was een overblijfsel uit de tijd dat drones de satellietsignalen konden gebruiken om doelwitten op de grond te identificeren. Destijds was het vasthouden van een satelliettelefoon hetzelfde als het vasthouden van een grote rode bulls eye. Hij wist dat dat niet meer het geval was. De nieuwste drones konden tegenwoordig linken aan mobiele telefoons, laptops, GPS-apparaten, eigenlijk aan bijna alles.

“Hallo?” zei een stem. Het was Trudy. Ze klonk alsof ze in een blikje sprak. “Luke?”

“Trudy. Luister. We zijn op de plek van het bestelbusje. Er zijn twee verdachten, maar beiden zijn dood. Een agent zei dat ze DNA en vingerafdrukken hebben genomen van de verdachten. Probeer met iemand in contact te komen die je op de hoogte kan houden. Wanneer die identificaties doorkomen, wil ik ze hebben.”

“Doe ik, Luke. Maar luister. Swann krijgt bijna real time informatie vanuit de Iraanse ambassade. Ze zijn van plan om Ali Nassar vandaag naar het vliegveld te brengen. Ze willen hem het land uit krijgen. Alles wijst erop dat het vliegtuig dat op hem wacht om 15:30 uur mag vertrekken.”

Luke keek op zijn horloge. Het was 14:05 uur.

“Jezus, kunnen we hem stoppen?”

“Ik heb Ron Begley hierover gesproken,” zei ze. “Hij lachte. Hij zei dat Homeland Security geen vinger uit zal steken. Wat hen betreft is de man een diplomaat die niets te maken had met de aanslagen. Er is geen bewijs dat Iran erachter zit en ze willen niet nog een internationaal incident riskeren.”

“Verdomme!” zei Luke. Nassar was de laatste link die ze hadden en Ron Begley zou hem laten lopen. “Verdomme. En de lokale politie dan?”

“Geen enkele kans,” zei ze. “Ze hebben al aangegeven dat als Homeland hem niet wil, dat zij geen bevoegdheid hebben. Bovendien zijn ze al overbelast. Bijna het hele politiekorps is gemobiliseerd om elk treinstation en elke openbare plek te bewaken. Ali Nassar is alleen jouw obsessie, Luke. Niemand anders kan het wat schelen.”

“Goed dan,” zei Luke. “Dan stop ik hem persoonlijk.”

“Daarvandaan?” zei ze.

Luke schudde zijn hoofd en realiseerde zich toen dat ze hem niet kon zien. “Nee. We zijn op weg terug naar New York. Als we ons haasten, dan moeten we het kunnen redden. Ik wil mensen op wacht buiten de Iraanse ambassade. Ze moeten direct rapporteren wanneer Nassar het gebouw verlaat.”

“Er zijn nog een aantal dingen die je moet weten,” zei Trudy. “Ze zijn van plan om in een konvooi van bewapende SUV’s naar het vliegveld te rijden.”

“Ik had niet anders verwacht,” zei Luke. “Zorg ervoor dat onze mensen een foto van Nassar hebben. Als er meerdere konvooien vertrekken, dan wil ik dat weten. En ik wil weten in welk konvooi hij zit. Ook al moeten ze creatief zijn en een reden bedenken om de konvooien te stoppen. Een valse verkeerscontrole is bijvoorbeeld een goeie. Het maakt me niet uit hoe. Zeg tegen Swann dat hij een aantal van zijn speelgoeddrones in de lucht gooit die klaarstaan om meerdere konvooien te volgen. Eens kijken hoe dichtbij hij kan komen met zijn camera’s.”

“Luke, er is nog iets. Nassar heeft een dochter van vijf jaar. De moeder is Libanees en woont hier in New York. Ze verlaten het land samen met hem. Waarschijnlijk zitten ze in zijn auto.”

Luke zei niets. Hij voelde een steen in zijn maag bij de gedachte aan dat meisje in de auto. Waarom moest er altijd iets zijn? Waarom kon het nooit simpel verlopen?

Naast hem belde Ed om de helikopter terug te halen. Een tel later kon Luke de helikopter al zien, als een zwart insect in de verte die gauw dichterbij kwam, elke seconde groter wordend. Ed en hij liepen richting de brandtrap die ze omlaaggeklommen  hadden.

“Storm niet met een heel arsenaal binnen dit keer,” zei Trudy. “Ik waarschuw je.”

“Ik storm nooit met een arsenaal binnen.”

“Oh nee?”

Luke glimlachte. “Nee, dat laat ik aan Ed over.”

Hoofdstuk 29

14:35 uur

Mount Weather Emergency Operations Center – Bluemont, Virginia

De vergadering was een chaos. Het duurde al een uur langer. Thomas Hayes probeerde de luidruchtige bende bestaande uit bange mensen onder controle te krijgen. Het lukte niet. Dit waren knappe, intelligente, inventieve mensen. Normaal gesproken de allerbesten en de slimsten. Maar angst had hun creativiteit uitgeschakeld en ze durfden geen initiatief meer te nemen. Ze wisten niet eens waar iedereen was. Hayes kon nauwelijks geloven hoe ongeorganiseerd de evacuaties waren.

 

Een assistent bracht verslag uit. “Mijnheer, om ongeveer 12:30 uur steeg het Airborne Communications Command vliegtoestel met de codenaam Nightwatch op van vliegveld Joint Base Andrews en vloog richting het westen. Momenteel vliegt het over Oost-Missouri, op een hoogte van ongeveer twaalf kilometer.”

Hayes keek de vergadertafel rond, iedereen had een neutraal gezicht.

“Wie heeft hier orders voor gegeven?”

Niemand zei iets. Alleen tijdens een nucleaire oorlog zou de Nightwatch mogen vliegen. De codes van de raketten waren aan boord van dat toestel.

Hayes staarde de kamer rond. Een geheim agent stond bij de ingang met een leren buideltas in zijn hand. De tas zat met een stalen koord vastgebonden aan de pols van de man. Hayes wist dat in die tas een aluminium koffer van ZERO Haliburton lag. Hij kreunde over de ironie. ZERO Haliburton was altijd de fabrikant van de nuclear football – de aluminium koffer voor noodgevallen – geweest van de president, maar was nu een volledige dochteronderneming van een Japanse producent. Tradities waren iets raars.

Hayes keek naar de assistent. “Jongen, voorzover we het kunnen weten, zijn we in oorlog?”

“Nee, mijnheer.”

“Wie in godsnaam is dan aan boord van dat toestel?”

“Mijnheer, senator Edward Graves van Kansas is aan boord van dat toestel, samen met nog een handvol medewerkers van het Pentagon.”

Thomas Hayes voelde zijn schouders in elkaar zakken. Ed Graves was de voorzitter van de Krijgsmacht Commissie en een van de domste leden van beide instanties. De man had de hersens van een boomstronk. Hij genoot van oorlog of zelfs maar een schermutseling aan de grens. En aangezien de Nightwatch ontworpen was als een plek waar de president het bevel kon geven tot nucleaire tegenaanvallen, maakte dat Ed Graves tot een gevaar. Verdomme, hij dacht waarschijnlijk dat het feit dat hij in het toestel zat hem tot president maakte.

Hayes praatte tegen niemand in het bijzonder toen hij zei: “Doe me een lol en haal hem uit de lucht. Alstublieft. St. Louis, Kansas City, wat dan ook de dichtstbijzijnde landingsmogelijkheid is. Zeg hem dat het bevel van mij komt.”

Hayes wreef over zijn voorhoofd. Hij was moe en had hoofdpijn.

David Halstram zat in de hoek van de kamer. Hij liep naar voren toen hij zag hoe Hayes zich voelde.

“Goed, iedereen. Laten we actie ondernemen. We nemen een halfuur pauze. Ga naar de wc, pak koffie, relax, doe wat je wilt.” Hij keek op zijn horloge. “Dat betekent dat we om tien voor drie weer bijeenkomen. Weet je wat? We nemen een pauze van veertig minuten en beginnen weer om klokslag drie uur. Ik begrijp dat dit serieuze problemen zijn, maar ze zullen er nog steeds zijn over veertig minuten.”

“Bedankt David,” zei Hayes. “Dat is een goed idee.”

Susan Hopkins stak een hand op. Haar hand leek op een stopbord. “Thomas, mag ik iets zeggen?”

“Susan, liever niet.”

“Thomas, dit is belangrijk en ik geloof niet dat dit tot drie uur kan wachten.”

Hayes had geen geduld meer. Hij had waarschijnlijk tegen iedereen die zijn hand had opgestoken gesnauwd, maar dit was de vice-president. En de pure absurditeit van hun hele relatie maakt het nog erger. Zijn woorden ontsnapten zijn mond voordat hij ze kon inslikken. “Dit is geen bakwedstrijd, Susan. En we organiseren geen modeshow. Wat is zo belangrijk dat het absoluut niet kan wachten?”

Ze zei niets. Ze kleurde donkerrood. Zonder een woord te zeggen stond ze op en verliet ze de kamer.

Hoofdstuk 30

15:15 uur

In de lucht – Queens, New York

De helikopter vloog over Staten Island, de Verrazano-Narrows brug en toen over Brooklyn. Nu vlogen ze oostelijk langs de stranden van de oceaan, laag en snel. Gauw zouden ze een scherpe bocht naar links maken en de Van Wyck Expressway snelweg volgen in noordelijke richting.

Luke en Ed zaten voorovergebogen in de kleine laadruimte. In New Jersey hadden ze allebei nog een dexedrine geslikt. De effecten werken merkbaar.

Het was een lange en zware dag geweest. Luke was al veel te lang wakker. Vandaag was hij gewurgd, beschoten, vertrapt, geslagen, geschopt en oh ja, bijna opgeblazen in kleine stukjes. Hij was geschorst en beschuldigd van moord. Maar nu begon de Dexie te werken, hij begon een golf van voorzichtig optimisme te voelen. Wat de hel, ze hadden vandaag het leven van de president van de Verenigde Staten gered. Dat moest iets waard zijn.

De helikopter was heel klein. Hij kon de twee piloten aanraken als hij zijn arm uitstak. Hij stak zijn hoofd tussen hen in. Het waren Jacob en Rachel, dezelfde piloten als vanochtend.

“Kinderen, zijn jullie klaar om dit ding te vliegen?” schreeuwde hij.

Achter hem zat Ed dicht bij de open vrachtdeur. Hij laadde doosmagazijnen met 30-patronenmunitie voor een M4 karabijn. Hij had al een kleine stapel geladen.

“En wat denk je dat we nu doen?” zei Rachel.

Luke mocht Rachel graag. Ze had kastanjebruin haar. Ze was gespierd als de oude posters van Rosie the Riveter. Dat moest ze wel zijn, ze deed tenslotte aan mixed martial arts. Grote armen, grote benen, ze moest een beest zijn in de kooi.

“Ed zou kunnen doen wat jij doet,” zei Luke. “Maar ik heb hem nodig, hij moet de M4 voorbereiden. Ik bedoel, ben je klaar om met dit toestel te vliegen zoals jullie het geleerd hebben in het leger van de Verenigde Staten? Waarschijnlijk moeten we iets sneller zijn dan normaal.”

“Wij zijn er klaar voor, Luke,” zei Jacob. Jacob was bijna het tegenovergestelde van Rachel. Hij was dun en pezig. Hij zag er helemaal niet uit als de typische elitesoldaat. Special Ops konden gefixeerd zijn op uiterlijk. Hij zou nooit toegelaten worden tot Delta, SOAR, de Rangers of SEALS. De enige reden, behalve zijn diepgaande kalmte, waarom hij hier zat was dat hij een van de tien beste helikopterpiloten in de wereld was.

Rachel knikte. “Je weet dat we klaar zijn.”

“Goed. Er is een konvooi SUV’s op weg naar Kennedy Airport. Het zal er nooit aankomen want wij gaan het tegenhouden.”

“Welke hulp hebben we?” vroeg Jacob.

“Swann heeft enkele kleine drones op de uitkijk. Hij heeft waarschijnlijk ook een paar van onze auto’s gestuurd. Behalve dat, ben ik er zelf en de grote man achterin met dat grote geweer.”

“Wat ben je van plan te doen?”

Luke glimlachte. “Ik ben de hoofd cheerleader. Hou de intercom open en luister naar mijn geschreeuw.”

“Hé Luke,” schreeuwde Rachel. “Toen ik SOAR verliet, vroeg mijn baas wat ik met de rest van mijn leven zou doen. Weet je wat ik zei? Ik vertelde hem dat ik voor het SRT zou gaan werken omdat Luke Stone daar zat. Al die jaren vliegen in helikopters en nooit een kans gehad om in eentje te sterven. Ik hoop dat Luke dat voor me kan regelen.”

“Je bent een meid naar mijn hart,” zei Luke.

“Dit is overigens een gebied vol met burgers,” zei Jacob.

Luke knikte. “Daarom gaat het ons lukken om dit te doen zonder ook maar een enkel schot af te vuren.”

Een moment later piepte Luke’s satelliettelefoon. Hij nam op en hield de telefoon dicht aan zijn oor.

“Swann? Wat is de status?”

“We observeren ze. Ze hebben de ambassade ongeveer vijftien minuten geleden verlaten.”

“En?”

“Ze zijn zich er waarschijnlijk niet van bewust dat wij hen afluisteren,” zei Swann. “Dat is wat ik eruit kan opmaken. Er is slechts één konvooi naar buiten gekomen. Het is een grote zwarte Lincoln Navigator tussen twee Range Rovers in. Bijna zeker dat Nassar in de Lincoln zit. Ze reden direct naar de Midtown Tunnel en stopten voor een verkeerscontrole daar. De agenten bekeken de legitimatie en liet ze toen door. Ik pikte ze op met de drones aan de andere kant van de tunnel. Ik volg ze op dit moment. Ze zijn net de Van Wyck opgereden, in zuidelijke richting naar de luchthaven. Twee van onze SUV’s achtervolgen het konvooi op een veilige afstand.”

“En niemand anders kwam uit de ambassade?” schreeuwde Luke in de telefoon.

“We hebben twee agenten ter plaatse,” zei Swann. “Tot nu toe is er niemand meer uitgekomen. Ik denk echt dat dit het is. Ze weten niet dat we hen afgeluisterd hebben en ze weten niet dat we eraan komen. Ze hebben helemaal niet geprobeerd ons te misleiden.”

“Goed dan,” zei Luke. Hij keek naar de snelweg onder hem. De helikopter vloog in noordelijke richting, net ten westen van de snelweg. Het konvooi reed zuidwaarts. Ze zouden elkaar elk moment passeren. Het verkeer was verrassend rustig nu en de auto’s reden aardig door.

Iedereen die nu nog onderweg was, probeerde zo snel mogelijk thuis te komen voordat de wereld verging.

“Wat is je plan?” vroeg Swann.

“We gaan ze aanhouden en naar de kant van de weg begeleiden,” zei Luke. “Net als de politie doet bij een snelheidsovertreding. Als ik het sein geef, moet je onze SUV’s met sirene en zwaailichten laten komen. Wij vliegen dichtbij en richten onze geweren op de slechteriken. Ik denk dat het gaat werken.”

“Goed,” zei Swann. “Ik ben er klaar voor.”

Terwijl Luke keek, reed er een witte Range Rover voorbij, met dicht daarachter een zwarte Navigator. Een andere witte Range Rover reed achter de Navigator. Ze reden hard. De helikopter vloog aan ze voorbij. Luke klopte op Rachels helm.

“Zagen jullie dat?”

“Ja, we zagen het,” zei Rachel.

“Dat zijn de verdachten,” zei Luke. “Draai het toestel om.”

De helikopter maakte een grote bocht en vloog zuidwaarts.

“Swann, kom maar op met die SUV’s.”

“Ze komen eraan,” zei Swann.

Onder hen kwamen twee zwarte SUV’s ongeveer een kilometer uit elkaar tot leven. Rode en blauwe lichten begonnen te zwaaien in de voorruit. De bestuurders trapten op het gaspedaal en binnen een paar seconden reden beide auto’s bijna 160 kilometer per uur.

De helikopter was sneller.

Luke keek naar Newsam. “Klaar?”

Ed liet een vage glimlach zien. Hij streek over de loop van zijn geweer. “Dit oude ding? Wij hebben heel wat doorgemaakt samen.” Hij droeg een geel getinte schietbril en een gehoorkap die op zijn hoofd zat. Hij gleed door de open vrachtdeur totdat hij op de buitenboordbank zat. Hij maakte zich vast.

Ze zagen hoe de afstand tussen de SUV’s en het konvooi kleiner werd. Het gebeurde allemaal binnen een paar kilometer. De Range Rovers en de grote Navigator zagen de zwaailichten dichterbij komen en reden de berm van de snelweg op. De SRT-voertuigen stopten achter hen. Het gewone verkeer vloog vlak langs hen heen.

“Dat was makkelijk,” schreeuwde Newsam van buitenaf.

“Ja,” zei Luke. “Te makkelijk.”

De helikopter vloog nog lager. Al gauw vloog het zo’n vijftien meter boven de grond, ongeveer tien meter voor de eerste auto zwevend.

“Swann, we zijn alleen in Nassar geïnteresseerd. Als hij in de Navigator zit, dan kunnen onze jongens hem daaruit halen en wegrijden.”

“Begrepen, Luke.”

Twee SRT-mannen liepen naar de rij auto’s, ieder aan één kant. Ze liepen snel met getrokken revolver. Ze liepen naar de zwarte Lincoln in het midden. De agent aan de kant van de bestuurder, klopte op het raam. Het duurde even. Niemand stapte uit.

Luke gaf Ed een klopje. “Richt je wapen op ze! Ik vertrouw het niet. Twee man is niet genoeg.”

Newsam pakte zijn geweer vast en richtte het. “Oké.”

“Swann! Stuur nog twee kerels naar die auto.”

Zonder waarschuwing zwaaide de achterdeur van de laatste Range Rover open. Een man sprong eruit, schietend. Luke kon het nare geluid van de Uzi helemaal tot in de helikopter horen. De eerste SRT-agent viel neer in een kogelregen. De tweede SRT-agent dook en rende terug naar de SUV’s.

“Man gewond!” schreeuwde Swann. “Man gewond! Jezus. Trudy, bel 911. We hebben een ziekenauto nodig. Shit.”

De man van de Range Rover liep rustig naar de gewonde agent. Hij duwde zijn Uzi aan de kant. Het hing op zijn rug met een schouderriem. Hij pakte een pistool uit zijn binnenzak en richtte het op het hoofd van de agent.

“Ed!” zei Luke. “Stop hem.”

Het plotselinge lawaai van de M4 was oorverdovend naast Luke’s hoofd. Hij boog naar achter, zijn oren suisden direct. Newsam nam de terugslag met uitpuilende spieren. Zijn gezicht was een neutraal masker.

Hij was voorbereid. Een regen van kogels raakte de Range Rover. Het wiel aan de linkervoorkant ontplofte en de voorruit barstte. De man met het pistool stond nog geen seconde te bibberen voordat hij op de grond naast de agent inzakte. De agent, gewond maar levend, begon weg te kruipen, de berm af en in de sloot.

 

“Jouw agent beweegt, Swann. Hij leeft. Stuur iemand om hem dekking te geven.”

De eerste Range Rover was onschadelijk gemaakt. Hij probeerde weg te rijden maar een grote wolk stoom kwam uit de radiateur. Achter de Range Rover reed de Navigator ineens de snelweg op, met de tweede Range Rover er vlak achteraan. Ze probeerden te ontsnappen. Een van de SUV’s reed de snelweg op om de auto’s te achtervolgen.

De Navigator scheurde onder hen voorbij. De helikopter vloog parallel aan de snelweg, de vrachtdeur wijd open. Ed zat buiten op de bank. De Range Rover kwam eraan. Te laat, Luke zag de lopen van machinegeweren uit de zijruiten steken.

“Kijk uit! Schoten!”

Het regende kogels om hen heen. Luke dook op de vloer. Iets scherps raakte zijn schouder. Eerste voelde hij hoe het door hem heen sneed, daarna voelde hij een stekende pijn. Verscheurd metaal. Gebroken glas. Ed Newsam schreeuwde.

Luke kroop naar hem toe. Hij greep Ed onder zijn schouders en sleepte hem de helikopter in.

Ed beet zijn tanden op elkaar van de pijn. Zijn ogen stonden wild. Zijn ademhaling was snel. “Ik ben geraakt,” zei hij. “Verdomme, wat doet dat pijn.”

“Waar ben je geraakt?”

“Ik weet het niet. Overal.”

Een stem kwam door de intercom. Het was Jacob. “Luke, de rechtervoorruit is kapot. De kogels hebben het volledig verbrijzeld.” Hij klonk rustig, alsof hij een gewoon weekendje thuis aan het beschrijven was.

“Zijn er gewonden?” schreeuwde Luke.

“Eh, we zitten onder het glas maar verder zijn we oké. Maar de rest van de voorruit zal het begeven als we sneller gaan vliegen.”

“Ed is geraakt,” zei Luke.

“Dat spijt me. Hoe erg is het?”

“Ik weet het niet.” Luke pakte zijn mes en begon Eds overall open te snijden. Hij merkte dat Ed een zwart gewatteerd vest aan had, een kogelvrij vest. Dat was een verrassing. Luke had er niet aan gedacht om er eentje aan te doen. Hij raakte het aan.

“Is het niet warm hierin?”

Ed haalde zijn schouders op. Zijn ogen traanden van de pijn.

“Stijlvol,” zei hij met moeite.

“Vind je? Eerder smakeloos zou ik zeggen. Maar het heeft waarschijnlijk je leven gered.”

Luke voelde onder het vest. Er was niets doorheen gekomen. Zijn handen gleden over Eds lichaam. Ed’s rechterarm en schouder waren aan flarden gescheurd. Ook zijn rechterdij had een vleeswond. En zijn rechter bovenbeen was ernstig gewond geraakt. Op die plek was zijn overall kapot en bloederig. Toen Luke de plek aanraakte, schreeuwde Ed het uit.

“Oké,” zei Luke. “Het is gebroken.”

“Heb je me net niet gehoord?” zei Ed op zijn lip bijtend van de pijn. “Ik klonk als een meisje.”

“Ik weet het,” zei Luke. “Ik schaam me voor je. Vooral omdat je er levend vanaf zal komen en ik mijn hele leven aan iedereen zal vertellen hoe je het uitschreeuwde als een meisje.”

De helikopter maakte een bocht en vloog weer richting zuiden, achter de auto’s aan. Luke stond op en trok de EHBO-doos van de muur af. Hij hurkte naast Ed en begon meteen zijn wonden te ontsmetten. Ed’s hele lichaam vertrok van de pijn toen het ontsmettingsmiddel zijn huid raakte.

“Het doet pijn,” zei Ed. “Veel pijn.”

En als een man als Ed Newsam zei dat het veel pijn deed dan moest het onvoorstelbaar veel pijn doen, dacht Luke. “Ik weet het,” zei hij. “Ik geef je een pil die de pijn zal verzachten maar je ook buiten spel zet.”

Ed schudde zijn hoofd.

“Ik heb alleen wat hulp nodig om weer op de been te komen. Ik kan nog steeds het geweer hanteren. Als ik me vastmaak aan de kant van de deur dan lukt het wel. Dan kan ik er niet uit vallen.”

“Ed…” Luke keek naar buiten. Ze vlogen snel en laag. De snelweg was net onder hen. Vanuit zijn huidige positie kon hij de auto’s niet zien. Hij stak zijn hoofd naar buiten aan de zijkant van de opening en keek naar de weg. Hij zag de Range Rover en een man die uit het raam hing aan de passagierszijde. De man had een machinegeweer op hen gericht.

“Jezus.”

Luke dook precies naar achteren toen een kogelregen het metaal van de helikopter verscheurde. Hij en Ed lagen naast elkaar op de vloer. Luke hees zichzelf omhoog en ging op zijn knieën zitten. “Ik zal je niet tegenspreken, Ed. Daar is geen tijd voor.”

Ed schudde zijn hoofd wild. “Dat is dan geregeld.”

Nog meer munitie raakte de helikopter. Het glas van de voorruit verbrijzelde verder.

“Luke, een deel van de instrumenten is uitgevallen. Als we nog meer geraakt worden, dan verliezen we de Vogel.”

“Wijk af,” schreeuwde Luke.

De helikopter week af en schoot omhoog. Het klom stijl naar boven maar het leunde zwaar naar links. Luke viel opzij. Hij hield zich met moeite vast aan de vloer, zijn vingers grepen de metalen latten. Nog een serie kogels was te horen maar dit keer op afstand.

Een alarm ging af in de cockpit.

PIEP, PIEP, PIEP…

Jacob zei: “Luke, we hebben een noodsignaal. Een rotorblad is geraakt en het wiebelt. Ik heb het eerder meegemaakt, het rotorblad zal het niet lang uithouden. Of we landen, of we storten neer, maar we gaan hoe dan ook omlaag.”

“Hoelang hebben we?”

“Negentig seconden. Misschien. Hoe langer we wachten, hoe harder we landen.”

Luke’s schouders zakten ineen. Gebeurde dit echt? Zouden de Iraniërs echt op deze manier vluchten? Dachten ze echt dat ze zomaar hun weg naar het vliegveld konden schieten, in het vliegtuig duiken en wegvliegen?

Luke trok zich weer omhoog. Hij keek door de cockpit. De voorruit was verdwenen. Het lag als een deken van glas over alles heen. Terwijl hij toekeek, pakte Rachel het met haar handschoenen op, trok het de cockpit in en legde het aan de kant.

De knuppel schudde hevig in Jacobs hand. Hij klopte Jacob op zijn helm. “Zet dit ding recht op het dak van de Navigator!” schreeuwde hij. “Geef me twee seconden om eruit te klimmen en landt daarna ergens.”

PIEP, PIEP, PIEP…

Luke duwde Ed weer op de bank buitenboord. Hij had geen keuze.

“Weet je het zeker?”

Ed knikte. Zijn gezicht was bleek. Hij zag er plotseling heel moe uit. “Je bent gek, maar goed, ik weet het.”

“Zeker.”

“Zodra je geland bent, zullen wij voor de auto gaan vliegen en blaas ik de voorruit op.”

“Goed,” zei Luke. “Maar laat de chauffeur leven.”

“Ik doe mijn best.”

Ze vlogen op honderdvijftig meter hoogte en vijfhonderd meter ten westen van de snelweg, buiten schot van de geweren van de Range Rover. Het gevaarlijke moment zou zijn wanneer ze opnieuw binnen bereik van de schutters zouden komen. In de verte en ver beneden hen, volgde Luke de voortgang van de auto’s. Hij zag een politieauto de snelweg opkomen, zwaailichten aan. Anderhalve kilometer verderop kwamen er nog twee aan.

Hij schreeuwde naar Jacob. “Klaar wanneer jij het bent!”

Onmiddellijk maakte de helikopter een scherpe bocht naar links en zakte steil naar beneden. Ze gingen voor de auto’s vliegen. Ze zakten nog dertig meter binnen enkele seconden. De auto’s kwamen er in razend tempo aan. Honderd meter. Vijftig meter. Een schutter leunde uit het achterraam van de Range Rover. Hij richtte zijn wapen op de helikopter.

“Hak die schoft de pan in!” schreeuwde Luke.

Ed reageerde meteen, zijn geweer brulde weer. De deur van de Range Rover begaf het, net als een blikje bier dat door een onzichtbare hand werd ingedeukt. Het hoofd van de man spatte uit elkaar, bloed spoot eruit. Hij liet zijn geweer vallen en zakte in elkaar. Het geweer kletterde op de weg.

“Voltreffer. Nou, zet me op die auto.”

De helikopter zakte snel zijwaarts, parallel aan de weg. Het draaide een halve slag zodat de deuropening naar de Navigator wees. Luke klom voorbij Ed op de bank. De helikopter zakte helemaal omlaag en raakte het dak van de Navigator. Het vloog een meter de lucht in, maar kwam toen weer naar beneden.

Het was zover.

Luke sprong.