Kostenlos

Alles op alles

Text
Aus der Reihe: Een Luke Stone Thriller #1
0
Kritiken
Als gelesen kennzeichnen
Schriftart:Kleiner AaGrößer Aa

Hoofdstuk 15

07:12 uur

Ali Nassars appartement – Manhattan

“Op de grond! Liggen blijven!”

Luke lag met zijn gezicht op de stenen vloer van Nassars kantoor. Ze hadden zijn revolver uit zijn schouderholster gepakt. Een politieschoen stond op zijn nek. De agent was een zware kerel, meer dan negentig kilo. Zijn gewicht zou Luke’s nek zo kunnen breken, als hij dat wilde.

Met één hand hield Luke zijn badge boven zijn hoofd. “Federale agenten!” schreeuwde hij, proberend om boven het volume van de politie uit te komen.

“FBI! FBI!” schreeuwde Ed naast hem. Dit was het gevaarlijke moment waar de goeie jongens andere goeie jongens bij vergissing schoten.

Iemand rukte Luke’s badge uit zijn hand. Ruwe handen trokken zijn armen achter zijn rug en bonden hem strak vast. Hij voelde het koude metaal in zijn polsen bijten. Hij deed geen poging zich te  verzetten. In de andere kamers van het appartement was de politie nog aan het doorzoeken, schreeuwend en roepend.

“Stone, waar ben je mee bezig?”

Luke herkende de stem. Hij stak zijn nek uit om te zien wie het was. Ron Begley van Homeland Security stond over hem heen gebogen, omringd door politie in uniform. Hij staarde naar Luke met een gezichtsuitdrukking die walging of misschien medelijden moest uitdrukken. Begley droeg een lange regenjas. Met zijn dikke buik en zijn jas, leek hij op een alcoholverslaafde Ierse rechercheur in de wereld van een TV-producent. Naast hem stond Driedelig, de antiterreuragent van de NYPD van die ochtend, die niet graag als een bediende behandeld wilde worden. Het duurde even voordat Luke op zijn naam kon komen. Myerson. Kurt Myerson.

Ergens was Luke blij om ze te zien.

“De man in de stoel leidde een terroristencel hier in New York. We hebben bewijs dat hem verbindt met de groep die gisternacht het radioactieve materiaal uit het ziekenhuis heeft gestolen.”

Begley bukte zich richting Luke’s hoofd. “De man zit niet langer in de stoel. We hebben hem zojuist losgemaakt. Ik neem aan dat je weet dat hij een diplomaat is voor de Iraanse delegatie van de Verenigde Naties, toch?”

“Hij verschuilt zich achter diplomatieke onschendbaarheid,” zei Luke. “Daardoor kan hij -”

“We staan op de voet van oorlog met Iran, Stone. Dat is waar, maar een oorlog beginnen staat niet in jouw taakomschrijving.” Begley pauzeerde. Het hurken leek zijn adem te benemen maar hij hield het vol.

“Kun je je voorstellen welke enorme consequenties deze stunt met zich meebrengt? De Verenigde Staten van Amerika zal een publieke spijtbetuiging aan Iran moeten geven. Omdat jij doodleuk het initiatief nam om het appartement van een diplomaat binnen te dringen, hem te strippen tot zijn onderbroek, en hem te onderwerpen aan wat op het eerste gezicht lijkt op marteling zoals gedefinieerd bij de internationale gemeenschap. De president zal zich verslikken in zijn ontbijt als hij dit hoort. Een losgeslagen agent van een geheime eenheid van de FBI waarvan niemand ooit gehoord heeft, die maar blijft verschijnen in alle nieuwszendingen voor het geval dat iemand nog niet wist dat overheidsspionage totaal uit de hand gelopen is.”

“Ron, luister.”

“Ik ben klaar met luisteren naar jou, Stone. Wat heb ik daaraan? Je bent helemaal gek. Mijn mannen nemen nu contact op met Don Morris omdat hij de enige is waar je nog naar luistert en hij zal je persoonlijk van je taak ontlasten. Het is te laat om je zorgen te maken over je baan. De man in de kamer hiernaast zal je hoogstwaarschijnlijk aangeven en als hij dat doet dan denk ik dat je de gevangenis ingaat. Niemand zal je beschermen. Niemand zal voor je opkomen.”

Begley bracht zijn stem omlaag. “Ik zal eerlijk zijn. Men zet al vraagtekens bij Dons beslissing om jou in te zetten. Het Special Response Team is Dons kindje, toch? Dit alles zou het einde kunnen betekenen voor het SRT en sneller dan ik ooit had kunnen hopen. Je hebt me een gunst bewezen vandaag.”

Begley stond op. “Haal de handboeien van deze mannen los,” zei hij tegen iemand in de buurt. “Neem ze mee direct de lift in en naar de begaande grond. Geen pauzes, geen geklets, geen hier of daar kijken. Schiet ze in hun hoofd bij het minste teken van problemen.”

“Mijnheer?”

Begley haalde zijn schouders op. “Grapje.”

Twee mannen zetten Luke overeind. Hij ving een glimp op van Begley en Myerson die de kamer uit liepen. De mannen maakten Lukes handboeien los en gaven hem toen zijn revolver en badge terug. Ed Newsam stond links van hem, dezelfde procedure doormakend.

Luke keek naar de computer, zijn externe harde schijf zat er nog steeds in. De horizontale balk was bijna helemaal groen. De bestandsoverdracht was bijna compleet. Luke wist Eds aandacht te trekken. Eds wenkbrauw ging heel even omhoog.

“Lopen,” zei een agent. “Naar buiten.”

Ed liep voorop, Luke kwam na hem. Eds brede rug vulde Luke’s gezichtsveld. Ze zetten twee stappen en waren in de woonkamer. Rechts zat Ali Nassar in zijn witte ochtendjas op een stoel. Hij zat in zijn mobiele telefoon te praten. Een vrouwelijke agent gaf hem een spuit met verdoving in zijn hand en verbond zijn vingers met tijdelijke spalken. Nassar schreeuwde het overdreven uit van de pijn.

Plotseling viel Ed op de grond. Zijn hoofd viel met een klap tegen de vloer. Zijn ogen draaiden weg zodat alleen het oogwit te zien was. Zijn lichaam schudde gewelddadig. Zijn hoofd en armen maakten spastische bewegingen. Binnen een paar seconden verscheen er wit schuim in zijn mondhoeken.

“Oh, Jezus,” zei Luke. Hij knielde bij Eds zijde.

Begley draaide zich om. “Weg bij hem, Stone!”

Luke stond op en stapte naar achteren, hij hield zijn handen omhoog. De agenten kwamen dichterbij.

“Wat is er met hem aan de hand?” vroeg Begley.

“Hij heeft een epileptische stoornis. In Afghanistan zat hij in een Humvee die geraakt werd door een voltreffer en hij liep een ernstige hoofdwond op. Lichte hersenschade, gewijzigde hersengolven. Ik weet het niet zeker. Het is belangrijk om zijn luchtpijp vrij te houden. Binnen een paar minuten is het voorbij.”

“En jullie hebben een agent operationeel die zomaar aanvallen krijgt?”

“Dat soort beslissingen maak ik niet, Ron.”

“Oké, stap naar achteren. Deze jongens weten wat ze doen. Ze zullen voor hem zorgen.”

Luke zette een stap naar achteren, toen nog een. Een kring van agenten stonden en knielden rond Ed. Een paar seconden gingen voorbij en Begley verlegde zijn aandacht weer naar het gesprek dat hij met Myerson voerde. Luke liep heel voorzichtig naar achteren zonder dat iemand het merkte, totdat hij weer in het kantoor van Nassar was. Hij rende naar de computer, trok de harde schijf eruit en liet het in zijn zak glijden. Hij pakte een blauwe balpen van het bureau. Hij draaide zich om. Een agent stond in de deuropening. Luke hield de pen omhoog. “Ik vergat bijna mijn pen.”

De agent gebaarde naar buiten. “Kom op.”

Ondertussen in de woonkamer was Ed gestopt met het schuimen uit zijn mond. Hij lag op zijn zij, nauwelijks bewegend. Zijn ogen gesloten, toen opende hij ze zachtjes. Een paar agenten hielpen hem in een zittende positie. Hij knipperde weer met zijn ogen. Hij zag eruit alsof hij niet wist waar hij zich bevond.

“Voel je je goed?” vroeg iemand. “Je viel vrij hard.”

Ed nam een diepe ademteug. Hij schaamde zich duidelijk voor zijn kwetsbaarheid in het gezelschap van al deze macho-agenten. “Ik weet niet wat me overkwam, joh. De stress. Te weinig slaap. Dit gebeurt alleen als ik oververmoeid ben.”

Luke keek de kamer rond. Rechts was Nassar, niet langer aan de telefoon. Hij stond te praten met de agent die zijn vingers in spalken had gebonden. Luke liep direct op hem af.

“Stone!”

Luke stak zijn linkerhand uit naar Nassar, alsof hij zijn hand wilde schudden. Nassar keek grimmig en negeerde het gebaar. Luke reikte naar voren, greep zijn ochtendjas en trok hem dichtbij. Hun gezichten raakten elkaar bijna.

“Ik weet wat je hebt gedaan,” zei Luke. “En je zult ervoor boeten.”

“Vanmiddag heb jij geen baan meer,” zei Nassar. “Daar zal ik voor zorgen.”

Toen waren de agenten overal en haalden ze uit elkaar. Een grote agent trok Luke in een volle Nelson-greep en draaide hem rond.

“Genoeg!” schreeuwde Begley. “Haal deze clowns hiervandaan!”

In de lift naar beneden waren ze door agenten omringd. Het was stil, iedereen keek naar de sneldalende cijfers.

“Alles goed?” vroeg Luke.

Ed haalde zijn schouders op. “Ik ben moe. Ik heb al jaren niet meer zo’n aanval gehad. Ze vegen de vloer met me aan. Mijn hele lichaam rilt nog steeds.”

Op de straat lieten de agenten hen gaan. Ze liepen zij aan zij door de groene straat, terug naar de geparkeerde SUV. Luke wachtte totdat ze buiten gehoor waren van de groep agenten. “Een epileptische aanval?” zei hij. “Je hebt nog nooit in je hele leven een aanval gehad.”

Ed glimlachte. “Een epileptische aanval is mijn trucje. Maar je moet het geloofwaardig maken om het te kunnen verkopen.”

“Verkocht heb je het, met overtuiging. Toen ik je hoofd tegen de grond hoorde vallen was zelfs ik niet helemaal zeker. Ik zweer dat ik de val in mijn voeten voelde.”

“Juist. Het is maar goed dat ik een hard hoofd heb. En ik heb altijd een paar pillen voor het schuimen bij de hand. Hoe ging het voor jou?”

Luke haalde zijn schouders op. “Ik heb de harde schijf. En dat laatste kleine incident, de confrontatie met Nassar? Dat is een oude zakkenrollertruc.” Hij dook in de zakken van zijn cargo broek en haalde een nieuwe smartphone in een witte plastic hulsel eruit. “Ik heb zijn telefoon uit zijn ochtendjas gepakt.”

Hoofdstuk 16

07:20 uur

Site R – Blue Ridge Summit, Pennsylvania

“Heren, de vergadering zal nu tot de orde komen.” Veertien mannen waren bijeengekomen in een stille kamer diep onder de oppervlakte van de aarde. De kamer was kaal met slechts een grote vergadertafel in het midden, een betonnen gietvloer met stenen muren en plafond. LED-verlichting scheen vanachter een verlaagd plafond. Zuurstof kwam via smalle ventilatieopeningen de kamer in. Er waren geen ramen, wat het gevoel gaf dat de kamer zich aan het einde van een grot bevond. En dat was precies het geval. Iemand met claustrofobie zou het hier nog geen vijf minuten uithouden.

 

Er was geen audio- of opname-uitrusting in de ruimte. Een intercom die ooit gekoppeld was aan het communicatiesysteem van het gehele gebouw, was tien jaar eerder weggehaald. Ingebouwd in de ene muur was een oud interactief computerscherm, toentertijd liet het een kaart van de wereld en van de Verenigde Staten zien. Het werd gebruikt voor de planning van de locatie van grondtroepen en vliegtuigen en zelfs voor het afvuren van raketten. In theorie zou het apparaat nog steeds functioneren, maar die theorie was al sinds 1998 niet meer getest.

De kamer bevond zich achter een dubbeldikke stalen deur aan het einde van een metalen overloop. De overloop hing drie verdiepingen boven een schemerige en grotachtige commando- en controleruimte. Dit was het diepste punt van het hele complex. Het was geopend in 1953, tijdens de Koude Oorlog met de Sovjet-Unie, en het was gebouwd om herhaalde aanvallen van Russische nucleaire ballistische raketten te kunnen weerstaan.

Tien van de mannen zaten op comfortabele kantoorstoelen rond de vergadertafel. De mannen vertegenwoordigden verschillende inlichtingenorganisaties en afdelingen van het Amerikaanse leger, zowel traditionele als speciale eenheden. Tegen de muur zaten de andere vier mannen op klapstoelen. Deze mannen vertegenwoordigden de vier belangrijkste civiele industrieën: koolmijnen, olie en aardgas, bank en financiën, luchtvaart en defensie.

De groep opereerde in het geheim, zelfs intern. Niemand in de ruimte droeg enige kenmerken van identificatie. Geen naamplaatjes, geen rangonderscheidingen, en geen lintjes of medailles. Niet eens een uniform. De militairen droegen burgerkleding, gewoon een broek met overhemd. Hoewel de meeste mannen elkaar min of meer kenden, waren er dit keer twee vreemdelingen. Hun affiliatie was onbekend voor de rest van de groep.

Een generaal met vier sterren en wit haar, ooit bevelhebber van de eenheid Army Special Forces, stond aan het hoofd van de tafel. Hij wreef over een oud vervaagd litteken op zijn voorhoofd.

“Iedereen kent mij,” begon hij. “Jullie weten mijn rol hier. Dus ik zal direct ter zake komen. De gebeurtenissen hebben elkaar snel afgewisseld in de laatste vierentwintig uur, sneller dan we hadden verwacht. Als reactie op deze gebeurtenissen en om de continuïteit te waarborgen in geval van een grote aanslag of verstoring, hebben we de evacuatieplannen aangepast voor het evacueren van alle seniors, gekozen of benoemd, van het civiele overheidspersoneel. De plannen zijn in werking getreden om 0600 uur, ongeveer een uur en twintig minuten geleden. Ze zullen actief blijven tot nader order. Neem de plannen goed door, ze wijken af van de standaardprocedures.”

Hij keek op een blad voor hem op de tafel.

“Tijdens een aanslag of verstoring, zullen president Thomas Hayes en vice-president Susan Hopkins per helikopter geëvacueerd worden naar het civiele overheidscomplex Mount Weather in de buurt van Bluemont, Virginia. In het geval dat president Hayes overlijdt, neemt de vice-president als tweede in lijn van opvolging de ambtseed af in Mount Weather. Civiele leden van het kabinet, inclusief de minister van Financiën, de minister van Buitenlandse Zaken, en de minister van Onderwijs, zullen naar Mount Weather worden geëvacueerd per helikopter of militair konvooi, afhankelijk van de omstandigheden en de beschikbaarheid van luchtvaartuigen. Deze individuen representeren respectievelijk nummer vijf, zes en acht in de lijn van opvolging.”

Hij keek weer naar zijn aantekeningen.

“In het geval van een aanslag, zal de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden per helikopter naar deze faciliteit, Site R, geëvacueerd worden. De voorzitter is momenteel William Ryan uit  North Carolina. Indien zowel de president als de vice-president overlijden, dan is voorzitter Ryan nummer drie in lijn van opvolging en zal derhalve de ambtseed hier afnemen als onze gast.”

Hij keek de kamer rond, maakte oogcontact met iedere persoon.

“In het geval van een aanslag of verstoring, zal de voorzitter van de Senaat, de zogeheten Senate President Pro Tem, aan boord gaan van het Communicatie Commando Vliegtuig, met codenaam Nachtwacht, vanaf het vliegveld Joint Base Andrews. Het luchtvaartuig zal gedurende de hele crisis blijven vliegen op een kruishoogte van tienduizend meter met een escorte van gevechtsstraaljagers. In het onwaarschijnlijke geval van het overlijden van de president, de vice-president, de voorzitter van het Huis, dan is de president van de senaat nummer vier in de lijn van opvolging en zal de ambtseed afnemen aan boord van het vliegtuig. De Senate President Pro Tem is momenteel senator Edward Graves uit Kanvas, op dit moment voorzitter van de Commissie Krijgsmacht van het Congres.”

Iemand aan tafel stak een hand op. De generaal herkende een man veel ouder dan hijzelf, een voormalig admiraal van de marine. De man was zo oud dat hij ooit een eenheid van het korps mariniers door een vreselijke storm bij het Pusan Reservoir had geleid, aan het begin van de Koreaanse Oorlog. Er bestond een iconische foto van die gebeurtenis die nooit officieel was vrijgegeven, maar die de generaal had gezien. Het toonde de admiraal op negentienjarige leeftijd, met ontbloot bovenlijf in een modderige loopgraaf, zijn ogen wild, zijn gezicht en lijf donkerrood gekleurd door het bloed van de dode communisten.

“Ja?”

“U heeft de Minister van Defensie niet genoemd. Normaal gesproken zou hij aan boord van de Nachtwacht gaan, het Commando Communicatie Centrum in de lucht.”

De generaal haalde zijn schouders op. “De Minister van Defensie zal hiernaartoe komen.”

“Voorziet u problemen met deze oplossing?”

De generaal pakte het blad voor hem op en begon het in lange smalle repen te scheuren. “Wij voorzien geen enkel probleem,” zei hij.

Hoofdstuk 17

07:40 uur

Gemeenschappelijk Antiterreur Commando Centrum – Centraal Manhattan

“Hoe, in godsnaam, wist Begley waar we waren?” Luke stond in de deuropening van de kleine ruimte van het SRT in het commandocentrum. Trudy en Swann waren hier, samen met nog een paar jongens van het filiaal in New York. Ze staarden met grote onschuldige ogen. Iemand hier deed of hij onschuldig was. Dat, meer dan wat dan ook, maakte Luke woedend.

“Wat?” zei Trudy.

“Begley. Hij kwam zomaar opdagen met de politie bij het appartement van de Iraniër. Niemand had hem gebeld. Hij dook zomaar op. Hoe deed hij dat?”

Swann schudde zijn hoofd. Hij gebaarde naar zijn machines. “Dit spul is gecodeerd, ik ben op mijn eigen netwerk. Het is onmogelijk dat Begleys mensen de code gebroken kunnen hebben in de korte tijd dat we hier zijn geweest.”

“Trudy?”

Ze gooide haar handen in de lucht alsof hij een geweer op haar had gericht. “Waag het niet, Luke. Waag het niet door te gaan. Ik verafschuw Begley. Denk je echt dat ik jou zou verraden bij hem?”

Ed gleed langs hem heen, de kamer in. “Ik denk dat je je focus moet houden, man. Het heeft geen zin om hier tijd aan te verspillen. Ik geloof niet dat een van ons geprobeerd heeft je te verraden.”

Luke knikte. Ed had een punt. “Goed.” Hij liep naar Swann toe en plaatste de inhoud van zijn zakken op Swanns tafel. “Ik heb de harde schijf van zijn computer gekopieerd. Dit is zijn mobiele telefoon. Kun je alle data eruit halen en dan de telefoon vernietigen en laten verdwijnen? Doe dat eerst.”

Swann haalde zijn schouders op. “Ze zullen er toch achterkomen. Het is een iPhone. Ze zullen de locatie opsporen direct naar ons toe. Waarschijnlijk hebben ze dat al gedaan.”

“Dat maakt niet uit,” zei Luke. “Maar laten we het niet vasthouden in onze handen wanneer ze komen. Oké?”

“Oké, Luke.”

Luke keek naar de deuropening, en verwachtte half dat Begley daar stond. “Wat heb je gevonden op de bankrekening?”

“Heel veel. Ali Nassar is een drukke man. Er is heel veel gaande via die rekening. Geld dat binnenkomt en geld dat er vanaf geschreven wordt. Genève, Nassau, Teheran, Parijs, Washington. Veel ervan is anoniem, onmogelijk om te sporen. Oké, niet onmogelijk maar het zou tijd kosten. En tijd hebben we niet.”

“Is er iets interessants dat we kunnen zien?”

“Ja, de afgelopen zes maanden heeft Nassar acht miljoen dollar betaald aan een onderneming met de naam China Ruimtevaart Wetenschappelijk en Technologie Corporatie. De onderneming is in eigendom en beheer van de Chinese overheid. Ze bouwen militaire robotdronen van hoge kwaliteit. De dronen kunnen raketten en bomladingen dragen die vanuit de lucht ontladen kunnen worden, surveillance uitvoeren, connectie maken met een satelliet, alles kan. En China verkoopt het allemaal spotgoedkoop, waarschijnlijk aan mensen die dit spul niet in handen zou moeten krijgen. Noord Korea schiet me zo te binnen. Afrikaanse dictators. Particuliere actoren. De Chinese CH-3A drone heeft een vergelijkbare capaciteit met onze MQ-9 Reaper. Begrijp je?”

Luke begreep het. “Zou je een van deze dingen kunnen laden met een vuile bom en bijvoorbeeld ergens op laten storten?”

Swann puitte zijn lippen. “Misschien. Maar het is moeilijk om zo’n grote drone met die lading door een gebied als Manhattan te vliegen, er zijn teveel hoge gebouwen. Dit zijn niet zomaar huis-tuin-en-keuken drones voor de hobbyist. Ze zijn groot. We hebben het over acht tot 10 meter in spanwijdte, afhankelijk van het model. Deze drones hebben de ruimte nodig om te kunnen manoeuvreren. Ze vliegen en landen net als vliegtuigen. Ze hebben een plafond van vijf kilometer, maar als een drone zo hoog zou vliegen dan zou de luchtverkeersleiding het direct oppikken.”

Luke tapte met zijn vingers op de harde schijf waar de bestanden van Nassars computer op stonden. “Kijk of deze iets bevat.”

“Voor of na de telefoon?”

“Eerst de telefoon, maar zo snel mogelijk.”

Swann zuchtte. “Niemand heeft me ooit verteld mijn werk langzaam te doen. Relax, Swann. Doe het rustig aan en werk grondig. Dat hoor ik nou nooit.”

“Als je die magische woorden wilt horen, dan moet je maar in de particuliere sector gaan werken.”

Swann trok een lang gezicht. “Wat? En vijf keer zoveel verdienen? Absoluut niet.”

“Luke ?” zei Trudy.

Hij draaide zich naar haar toe. Ze stond met grote ogen en hield een mobiele telefoon naar hem toe. “Het is Don,” zei ze. “Voor jou.”